4

45 6 0
                                    

Amerika. Op dit moment wacht ik al mijn hele leven. Dit land, is het meest fascinerende land in deze verdorven wereld. Ik wou dat ik hier geboren was. Als een normaal mens. Prom, cheerleaders, dat soort dingen. Een echt meìsje zijn. Niet een Alpha to be. Met een vriendje, die ik uiteindelijk zou verlaten omdat er een betere versie is van het mannelijke soort.  Weerwolven zouden wel hun mate kunnen verlaten, maar dat is het ergste wat je kan doen. Het zou een schande zijn voor je pack, je familie, je vrienden. Vrijwel iedereen die je ooit hebt ontmoet.

Ik moet echt een keer leren om m'n gedachtes onder controle te houden.

Maar als mijn mate ergens is, dan hoop ik voor hem dat het hier is.

'John, kunnen we misschien de toeristische route nemen?' Ik kijk John aan met m'n grote, groene kijkers. Hij kijkt me gefrustreerd aan, ik ben dan ook een verwarrend persoon. Het ene moment ben ik een harde trut, het andere moment ben ik een schattig meisje met puppy oogjes.

Ik zucht. 'Kijk, het spijt me echt dat ik zo gemeen tegen je was. Dat was niet mijn bedoeling. Ik denk dat ik gewoon een beetje nerveus ben,' verontschuldig ik mezelf.

'Ik vergeef je. Vertel me maar hoe je wil rijden,' geeft John toe.

Ik laat een gil van blijdschap uit. 'Highway 101, here I come!'

.
.
.
.

Highway 101 is werkelijk prachtig. Hier wil ik wonen. Echt, mijn mate heeft pech. Niemand kan me stoppen om hier te gaan wonen, als het moet neem ik mijn hele roedel met me mee. Ik bedoel maar: Als je goed kijkt, zie je walvissen!

'Je hebt een goede route uitgekozen Wendy, de Amerikaanse roedel is niet ver hiervandaan! En het is hier echt super mooi, moet ik toegeven.' John knikt goedkeurend, zijn ogen speurend over het gebied.

'Kijk jij nou maar naar de weg, ga ik walvissen spotten.'
En ik ga weer verder met genieten van het uitzicht.

.
.
.

De auto slaat een schattig stadje in, heel erg pittoresk. Heel wat anders dan New York. Veel knusser, gezelliger. Je zou niet zeggen dat hier allemaal wolven verschuilen. Ik laat een lachje van realisatie uit. Dat maakt het juist zo slim. Geen weerwolf jager die hier gaat zoeken naar mensen die in honden kunnen veranderen.

'Wendy, aanschouw, de Amerikaanse pack.' We keken onze ogen uit. En de Europese pack was groot, m'n kop. Dit is enorm! Overal zijn gelukkige mensen, en wolven. Pure harmonie hier. We liepen verder de pack in, en we kregen allemaal begroetingen. We naderden een grote villa, ongeveer twee keer zo groot als die van ons. Hoe kunnen de mensen zo aardig en vredig zijn, maar toch zo gewelddadig? Klinkt geweldig!

Ah, ik zie het al. De trainingsvelden. De strijders zijn, laten we zeggen, allemaal heel erg goed gebouwd. Ze sloegen elkaar neer. Overal vlogen ze door de lucht. Letterlijk. Weerwolven zijn gewoon ultra sterk. En snel. Eigenlijk zijn we gewoon geweldiger in alles. Langs de kant stonden meiden te kijken, en toe te juichen. De jongens leken dat duidelijk niet erg te vinden. Als de meiden gelukkig hadden, kregen ze, ja echt, een knipoog. Dat geval waarin mensen hun ooglid dichtdoen.

Er waren nu twee jongens aan het vechten, allebei sixpack gevallen. De een had blond haar en blauwe ogen. Knap, maar niet mijn type. Hij was een van die jongens die elke dag een ander heeft. De andere, dat is mijn type. Zwart haar en grijze ogen. Zijn ogen waren prachtig. Net regenwolkjes.

De bimbo's die aan het kijken waren vonden hem ook duidelijk leuker dan de andere. Wat heb ik toch zin om naar ze toe te lopen, en ze een voor een op de grond te smijten, en mijn naam met een zilver mes in hun huid kerven. En dan hun lijf in een koeienstal stoppen zodat ze verpletterd worden en hun botten breken. Sorry, dat was niet echt een vrouwelijk gepast ding om te zeggen.

'Ik ga even kijken John,' excuseerde ik me.

Ik baande mijn weg door de meiden met weinig kleding aan. Hun bacteriën zaten nu waarschijnlijk helemaal over me heen. Bah, sletten bacillen. Een heerlijke geur vulde mijn neus. Versgebakken koekjes. De knappe man keek op. Recht in m'n ogen.

Vlinders. Vlinders overal. M'n hart, waar zit dat? Ik heb het gevoel alsof het aan het rondrijden is door mijn hele lichaam. Oh god, straks zak ik nog door m'n knieën. Iel, ik klink als een van de bimbo's.

Toen de hunk opkeek, zag de andere jongen z'n kans en vloerde hem in een snelle beweging. Hij kreeg een lach op z'n gezicht, alsof het de eerste keer is dat hij ooit heeft gewonnen. Fout gedacht kid, fout gedacht. De knappe stond gewoon op, waardoor de andere achteroverviel, en stapte uit de ring. Hij keek me aan, en liep recht op me af. Letterlijk. Bimbo's die in de weg stonden werden op zij geduwd, en zonder pardon op de grond gegooid.

Toen hij naast me stond, merkte ik waar die geur vandaan kwam. Van zijn lichaam. Van hem.

Van mijn mate.

The AlphabetaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu