II De Jongeren II

39 9 8
                                    

Het begon te schemeren. Langzaam werd het koud en het leek alsof een rat aan mijn maag zat te knagen.

Wacht nee, blegh ik haat ratten! Een konijn..

Ik geloof niet dat ik ooit zo vrolijk was.  Al neuriënd en glimlachend liep ik over de straat.

Niet eens echt merken dat ik honger had.

Vandaag pizza...  Was altijd zijn lievelings eten...

Ik liep de winkel binnen en ging naar de pizza afdeling.

Ik herinnerde me de eerste keer dat ik met zijn vrienden thuis pizza gingen eten.  Het was pizza Margarita... Hmm.

Ik liet mijn ogen glijden over de dozen en stopte glimlachend bij de doos met Margarita.

-

Even vrolijk liep ik uit de winkel. 

Met een pizzadoos in mijn handen omdat ik een plastic tasje was vergeten... Yepp... Typisch ik...

Ongestoord over wat mensen mogelijk over me mochten denken liep ik richting mijn huis.

"HÉ MEISJE! "

Ik hoorde een irritante zeur stem van een jongen aan de andere kant van de straat en een hoop gelach met net zulke irritante stemmen.

Negeren en doorlopen.

" DANSMERIETJE,  IK HEB HET TEGEN JOU! "

Hoorde ik net iets? Nee, was mijn verbeelding...

" VIES KRENG! "

Ik hoorde rennende voetstappen mijn kant op en voor ik het wist werd ik met een knal tegen een muurtje van een gebouw geduwt.

Het duizelde en alles was wazig.

"Laat me gaan! Jij vieze klootzak!"

" Zozo... Wat een pittig meisje! "

Nogsteeds in de war van wat er net was gebeurt probeerde ik mijn ogen scherp te stellen aan het persoon dat me aan de muur had vast gepind.

Ik hoorde een hoop gejoel en voelde een warme adem in mijn nek.  Nou.. Oke eerder gehijg net als een dorstige hond.

Het lukte me om mijn ogen scherp te stellen. Er stond een jongen met hele lichte grijze ogen en zwart haar voor mijn neus.

Het zou er aantrekkelijk uitzien als hij er niet bijstond als een pedofiel met een hoop puisten.

"Dus... Schatje... Waar gaan we heen,  prinsesje? "

Weer klonk er een hoop gejoel van zijn groepje.

Hoe noemde hij mij?  Als ik niet bang was geweest,  had ik in zijn gezicht gekotst.

"Zullen we ons nieuwe speeltje meenemen?" zei hij met een vieze glimlach.

Wacht... Bedoe-

"Laten we haar aan die mannen op de hoek van de straat afleveren. Daar verdienen we goed mee. "

Riep een van de jongens uit de groep.

" Of zullen we haar meenemen naar je kelder? Een leuk spelletje doen? " riep een ander.

Angstig,  Walgelijk, en verbijsterd keek ik van de een naar de ander.

Ik kreeg lood in mijn benen. Ijswater kolkte door mijn borst... Ik wil niet zo dood gaan.. Of wat dan ook als het niet doodgaan is...

Denk... Denk! Wat moet je in zo een situatie doen..  Als ik ga gillen ben ik dood.. Er is niemand op straat...  Of misschie-

Voor ik die zin voluit kon denken gaf in hem een knietje recht in zijn edele juwelen. Was meer een instinct...

Raak!

De jongen kromp ineen van de pijn.. En schaamte...

Ik greep mijn kans. Ik rende als een dolle weg. Weg van hun. Van die zieke geesten.

Maar twee sterke armen grepen mijn middel en ik viel op de grond. Ongewild begon ik te schreeuwen. Ik sloeg alles en iedereen om me heen. Maar natuurlijk lukte het niet te ontsnappen..

Ik ontspande mijn spieren... Het was hopeloos... Ik kan er niet meer tegen vechten...

Dit was het.... Mijn laatste uren dringen aan... Mijn held die me liet leven van binnen... Mijn enige echte prins... Ik houd van je... Vaarwel...

"Laat haar gaan... " er klonk een zware, bekende,  stem achter de jongen die me vasthield.

Where Ever You Are... Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu