~Hoofdstuk 1~

108 8 2
                                    

Een half jaar later

''Roses?''

Ik kreun. Met tegenzin open ik één oog, gericht naar de klok aan de wand. De kleine wijzer wijst naar de 8.

''Pap, ga weg, het is nog vroeg,'' mompel ik en ik sluit mijn oog weer.

Mijn vader grinnikt. ''Rose, je moet toch echt wakker worden. Je moet op tijd weg, weet je nog?''

Ik draai me naar papa toe en kijk hem met wazige ogen aan. Waar moet ik zijn? Het is een zaterdag. De bakkerij en de school zijn dicht. Mijn huiswerk ik ook af, dat hebben mijn vader en ik gister al gedaan zodat ik het vandaag niet hoef te doen na de... oh.

De Boete, dat is waar ook.

''Moet het echt? Ik wil niet...'' mompel ik terwijl ik de dekens weer over mijn hoofd trek.

Natuurlijk weet ik zelf het antwoord al. Ik moet opstaan, mezelf klaarmaken en naar het grote plein gaan. Als dochter van de huidige mentoren én als achttien jarige inwoner van Panem ben ik dat verplicht.  

Mijn vader komt naast me liggen en slaat een beschermende arm om mijn middel heen. ''Ik wil ook niet gaan, maar we moeten wel, Rose. Het valt op als we wegblijven.''

Ik kreun en sla de dekens van me af. Met een tollend hoofd van de zenuwen sta ik op. ''Pap, zou je misschien even weg kunnen gaan? Dan kleed ik me om,'' zeg ik. Mijn vader knikt en loopt mijn slaapkamer uit, de trap af.

Mijn moeder zegt dat mijn vader altijd al zo luid is geweest. Als je zelf muisstil bent, hoor je hem door het huis lopen. Johty begint dezelfde trekjes te krijgen. Vooral als hij enthousiast is, stampt hij het hele huis door. Mijn moeder daarentegen is een stuk stiller. Ze kan een halve meter achter je lopen zonder dat je het door hebt. Handig voor het jagen, wat mijn moeder nog steeds graag doet. Ik ga soms met haar mee, maar ik ben vaker in het atelier van mijn vader te vinden. Al was het wel leuk toen -.

Oh nee, ik dwaal weer af.

Langzaam kom ik overeind en kijk ik om me heen. Ik neem alles nog een keer op. Mijn kamer is lichtroze, een kleur waar ik tien jaar geleden ontzettend veel van hield. Ik ben de kleur al een tijdje zat, maar het roze is zo licht, dat het van veraf gewoon wit lijkt. In de hoek ligt een verloren hoop stof waar ik elke ochtend een shirt en een broek uit gris. En dan mijn boekenkast, van boven tot onder volgepropt met zoveel mogelijk klassieke boeken, zoals Pride and Prejudice, Romeo en Julia, De Verkoopman Van Venetië...

Roses, focus. Je boeken zijn nu niet interessant. Eerst de Boete, dan naar het Capitool en dan hopelijk weer terug naar huis.

Of niet.

Mijn ogen schieten naar de kledingkast. Het staat recht voor mijn neus en is over het algemeen leeg, sinds ik de gewoonte heb mijn kleren er buiten te gooien, maar vandaag zit er daadwerkelijk iets in. Mijn jurk voor de Boete.

Meestal doe ik niet heel veel moeite om er goed uit te zien voor de Boete. Mijn jurk lijkt op die van alle andere meisjes. Het was altijd de laatste kans om onopvallend te zijn. Ik ben net mijn moeder, ik haat de aandacht die bij onze status komt. Het Capitool doet net alsof er 25 jaar geleden niets is gebeurd en behandelt mijn ouders als de winnaars van de 74e spelen. Als hun dochter krijg ik net zo'n behandeling. Je zou eens moeten weten wat ik allemaal wel niet...

Roses!

Oké, terug naar mijn jurk. 

Dit jaar moeten Johty en ik opvallen. We zijn er 99 procent zeker van dat Johty en/of ik getrokken worden. Ik kom niet meer weg met mijn licht stoffige jurkjes, ik moet nu opvallen. Ik moet er uit zien alsof ik net uit het Capitool ben gelopen, minus de gekleurde huid of tatoeages of snorharen natuurlijk. Het moet het Capitool in het hart raken.

It's Not The EndWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu