hoofdstuk 4

53 3 1
                                    

Zonder enig idee weer ik heen loop ga ik dieper en dieper het bos in. Langzaam vallen mijn ogen dicht terwijl ik probeer door te lopen. Het gaat niet meer. Ik kan het niet. Ik moet stoppen. Ik kan niet stoppen! Zonder enig idee te hebben wat ik doe ga ik tegen een boom zitten en val meteen in slaap.

De volgende ochtend word ik wakker in mijn bed, thuis bij Familie van Dijk. Had ik dit allemaal gedroomt of was het echt? Ik kan het me niet meer herinderen. Er glamt een keiharde knal door het huis. Ik schrik en ga voorzichtig rechtop zitten. Het is muisstil. Na een tijdje besluit ik toch maar weer onder mijn dekens te gaan liggen, maar dan klapt mijn deur met een knal open. Ik slaak een harde gil. Daar stond een silouet van een grote, veel te dikke man. Het was te donker om zijn gezicht te kunnen zien maar dit was overduidelijk Meneer van Dijk. Met grote passen komt hij steeds dichter en dichterbij. Dan vervaagt de silouet en heb ik het gevoel dat hij echt weg is. Ik ga voorzichtig tegen de muur aan zitten. Plotseling pakt een hand mijn haar vast en trekt me ermee omhoog. Ik gil kei en keihard. Het doet zo veel pijn... Dit is afschuwelijk. In alle paniek sla en schop alle kanten op en raak één keer zijn hand. De hand laat mijn haar los, maar dan krijg ik een harde klap in mijn gezicht. Er stroomt een kleine traan over mijn wang. Waarom ik? Dan zorgt nog harde klap tegen mijn hoofd dat ik helemaal dizzy wordt. Alles wordt wazig. Een ondragelijke hoofdpijn komt op. Ik val machteloos op de grond. Meneer van Dijk trekt zijn vuist naar achteren, klaar om een aantal tanden mijn mond uit te slaan. 'Robbert!! Stop!! Stop!!' Schreeuwd mevrouw van dijk. Ik hoor haar naar boven sprinten. Wat is er aan de hand? Mevrouw van Dijk haat me, waarom zou ze willen dat Meneer van Dijk stopte met me slaan? 'Robbert kom!! Snel dit is echt heel erg belangrijk'. Ze helpt meneer van Dijk opstaan en loopt als een gek naar beneden met Meneer van Dijk achter haar aan gestrompeld. Ik ga bij de bovenkant van de trap staan om te kunnen horen wat ze zeggen. 'Hij komt hier heen!' zegt Mevrouw van Dijk in hevige paniek.'Waarom?' vraagt Meneer van Dijk. 'Hij wilt zijn dochter' jammert mevrouw van dijk. 'Hij zal haar niet in leven laten. Je weet waarom ze in leven moet blijven, Jij weet het Robbert!'. 'We moeten hier blijven!' zegt Meneer van Dijk vastbesloten. 'Maar Robert? Ze gaat dood en wij ook!'. 'We hebben op dit moment geen keus, Hij zal alles doen om haar te vinden zelfs in de grote stad'. 'Maar daar maken we een kans en hier niet, We gaan hier dood Robert'. Het is een lange tijd stil. 'Dat weet ik' zegt Meneer van Dijk 'dat weet ik'.

Far away from homeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu