hoofdstuk 6

47 3 2
                                    

Grote vlammen vullen de kamer. Door alle rook kan ik amper wat zien. Ik hoor de mannen schreeuwen en naar buiten rennen.

De hete vlammen komen steeds maar dichterbij. Ik hoest. Ergens voel ik angst, maar die is ver weg.

Ik hoor dat het vuur de meubels opvreet, het knispert zachtjes. Het is muisstil. Wat nu? Moet ik vluchten? Wat nu als ik me net als de meubels laat opvreten door het vuur? Niemand die me zal missen. Niemand die ooit heeft geweten van mijn bestaan.

De vlammen komen dichterbij. Ik moet opschieten als ik hier in principe nog weg wil. Duizenden gedachtes gaan door mijn hoofd heen. Ineens weet ik het. Een stem in mijn hoofd zegt tegen me:

'Je gaat de wereld maar laten zien dat je bestaat!' Niemand die je tegen houd.

Ik sta op. Ik ben omringd door grote hete vlammen. Ik herhaal mezelf: 'niemand die je tegenhoud!'. Ik probeer naar buiten te komen, wat gelukkig met veel moeite lukt.  Ik hoest hard.

Ik merk een vrouw op, ongeveer zo 5 meter van me vandaan. Ze is oud. De vele rimpels en litekens op haar gezicht vormen haar verleden en maken haar misterieus. Ze glimlacht naar me en kijkt me met een lieve blik aan. Alsof het niks was dat het huis achter me stond af te fikken. Ze steekt haar hand uit. Ik loop naar haar toe en raak haar hand voorzichtig aan. 'Sluit je ogen' zegt ze. Ik doe wat ze zegt.

Er valt een beeld voor mijn ogen, van een prachtige jonge vrouw met drie kinderen aan haar zij. Ze schreeuwd naar een man. Zijn lange zwarte haar bedekt bijna zijn hele gezicht. Ik kan alleen een van zijn ogen zien. Zijn ogen zijn magisch, stralent blauw als een heldere oceaan. De vrouw schreeuwt naar hem. De man blijft stil. Dan komt de man naar de vrouw toe. Heel dichtbij. Hij fluister heel zachtjes in haar oor zodat de kinderen het niet horen. Plotseling verdwijnt er een van de kinderen en niet veel later nog een. Het laatste kind grijpt haar moeder vast. De moeder smeekt de man. De vrouw gaat op haar kniëen. De man kijkt haar alleen maar aan. Hij doet niks. Er verschijnt een soort timelapse van de woonkamer van het huis waar ze waren.

Het lieve dochtertje van de vrouw word een puber. De mooie vrouw zegt het meisje gedag en loopt de voordeur uit. De man komt binnen. Ik zie hoe hij haar vastgrijpt. Ze probeert los te komen uit zijn greep, maar ze is machteloos. Hij verkracht haar en loopt weg. Het meisje huilt. Langzaam zie ik dat haar buik groeit. Ze is zwanger. Niet veel later is haar buik reusachtig. Ze zal waarschijnlijk binnenkort bevallen.

Even later loopt het meisje het huis uit en komt ze terug met een lief babytje in haar armen. Ze kijkt angstig om haar heen en pakt een tas met spullen. Erg snel erna verdwijnt ze en komt ze niet meer terug.

Ik open mijn ogen. Daar staat de vrouw weer voor me. Ik herken haar. Alleen dan vele jaren ouder. Het is de moeder van het meisje. Ze kijkt me diep in mijn ogen en ze zegt: ' Je ogen zijn net zoals die van je vader, net zo mooi helder blauw. Je lijkt op precies op hem'. 

'Jammergenoeg'.

Far away from homeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu