Toen ik wakker werd (ik leefde nog!) hoestte ik water uit. Ik ging rechtovereind zitten. Ik keek om me heen en zag dat het donker was. Ik zag ook dat er iemand voor me zat en toen ik die iemand beter zag, zag ik dat het Jordan was. "Gaat het Maaike?" "Het ging totdat ik jou zag." "Luister Maaike het spijt me ik had het niet moeten zeggen. "Ik vergeef je voor deze keer. En ik heb honger." "Ik ook maar ik heb geen eten." Ik ging weer liggen en keek naar de sterren. En ineens zag ik kleine lichtjes in de lucht en hoorde ik geluid. Ik sprong gelijk op. "EEN HELIKOPTER!" Gilde ik. "Snel zwaai met je armen naar de helikopter!" Zei Jordan en we zwaaiden allebei met onze armen naar de helikopter. "Eindelijk! We zijn gered!" dacht ik. Maar de helikopter kwam niet naar ons toe maar vloog weg. "Hij heeft ons niet gezien." Zei ik en tranen brandden in mijn ogen. "Dan moeten we wachten tot de volgende helikopter komt." Zei Jordan heel normaal. "Hoe kan je nog rustig blijven als net de mensen die je kunnen redden voorbij je vlogen!" Dacht ik. "Gaan we dit overleven denk je?" Vroeg ik. "Ik weet nie." "Als we hier langer dan een maand zitten dan gaan we dood van de honger." "Doodgaan van de dorst kan niet want er is water genoeg." "Denk je echt dat ik dit water ga drinken?" "Ja" en hij gooide water naar mij. "Dat had je beter niet kunnen doen." Zei ik en ik gooide water naar hem. En toen hij weer naar mij. En toen ik weer naar hem tot het een watergevecht werd. 5 minuten later waren we klets nat en stopten we met het watergevecht. Het begon steeds kouder te worden. Toen er een windvlaag kwam rilde ik. "Heb je het koud?" Vroeg Jordan. "Ja" Hij deed zijn vest uit en legde hem over mijn rug. "Dankje" zei ik met een kleine glimlach. Het werd steeds later en ik werd steeds meer moe. "Ik ga slapen." Zei ik.
Toen ik wakker werd voelde ik een koude windvlaag. Dat best wel raar is in zo'n warm land. Ik rilde. Als die tsunami niet was geweest zat ik nu nog warm binnen, met mijn zeurende broertje en mijn vader en moeder. Maarja dat is nu niet zo. Ik deed mijn hand in het water maar ik haalde hem er gelijk uit omdat het water koud is. Ik ging op mijn rug liggen en staarde naar de lucht. De lucht was grijs, dus het kon elk moment gaan regenen. "Hoi." Hoorde ik ineens. Het was Jordan. "Hoi." Zei ik terug. "Is de lucht interessant?" Vroeg hij. "Ja, héél interessant. Hij is helemaal grijs dus ik zie veel." Hoor het sarcasme. Jordan lachte. Ik voelde een druppel die recht op het puntje van mijn neus viel. "Arg." Kreunde ik. "Wat is er?" Vroeg Jordan. "Voel je dat dan niet?" Zei ik verbaasd. "Wat moet ik voelen?" "De regen misschien?" "Oja dat voelde ik ja." Ik gaf hem een stomp tegen zijn schouder. "Wat? Ik weet toch niet wat jij bedoeld met voel je dat dan niet?" Ik rolde met mijn ogen. Het begon steeds harder te regenen. "Ik hoop niet dat het gaat on..." BAM! "Weren." "Nou dan heb je pech want dat doet het al." Zei Jordan. "Weet je dan niet hoe gevaarlijk het kan zijn?!" "Wat kan er gebeurden dan?" "Nou als je in het water valt en de bliksem raakt het water, loopt het niet zo goed af." En wat bedoel je met dan loopt het niet zo goed af? Ik zuchtte. "Weet je dan niets?" Ik wil graag antwoord op mijn vraag. Ik zuchtte weer. "Je kan dan dood gaan." "Oooo, ja nu begrijp ik het. Ik wist het heus wel, ik wou alleen zeker weten of jij het wist." Ik gaf hem een stomp tegen zijn schouder. Ineens zag ik dat het water tekeer ging. De golven werden steeds hoger. "Is dit normaal?" Vroeg ik. "Dat komt vast door de storm." Zei Jordan met een onzekere stem. Na een paar seconden was het water weer rustig geworden. "Oke, ik heb rare dingen meegemaakt maar dit is wel een van de raarste dingen die ik heb meegemaakt." Zei ik. "Nee." Zei Jordan. Dit is niet raar. Dit is een teken van..."
Weer een nieuw deel. Het duurde (heel) lang maar hij is er eindelijk. In het volgende deel weten jullie van wat het een teken is. Wat denken jullie dat het teken is?
Tips zijn welkom en als ik spelfouten heb zeg het maar dan verander ik het.
Gr. Love_Dogs
JE LEEST
De Tsunami
AdventureMaaike (14) gaat op vakantie met haar ouders en broertje van 3. Ze verheugt zich heel erg op de vakantie en kan daarom ook niet wachten tot ze er is. Een dag nadat ze zijn aangekomen veranderd een leuke vakantie in een nachtmerrie. Een tsunami berei...