Hoofdstuk 7

2.7K 115 0
                                    

'Gelukkig, morgen gewoon komen he, alsof er niets is gebeurd', zei Amira door de telefoon. 'Ja zal ik doen, doei habibti', zie ik en hing op. "Fijn dat je me begrijpt. Ik ging weg omdat ik me niet goed voelde. Natuurlijk moet je niet weg, ik vind het juist fijn dat we samenwerken",reageerde ik op zijn appje.

Ik stond op, waste mijn gezicht en liep naar beneden. Ik ging naast mijn moeder zitten en drukte een kus op haar wang. 'Gaat het beter met je schat?', vroeg ze. 'Ik ben niet belangrijk schat, jij wel. Hoe gaat het nu met je?', vroeg ik en ging tegen haar aan liggen. 'Wat bedoel je met niet belangrijk? Jij bent de belangrijkste persoon in dit huis. Met mij gaat het goed schat, ik vraag naar jou', zei ze. 'Hamdoulilah mama', zei ik en drukte een kus op haar voorhoofd. 'Waar is ghaloe?', vroeg ik. 'Ik ben hier!', hoorden we uit de keuken. Ik stond op en liep naar hem toe. Ik drukte een kus op zijn wang. 'Je had gelijk', zei ik en liet hem het appje zien van Younes. 'Ik heb altijd gelijk', zei hij. 'Dankjewel', zei ik lachend en drukte weer een kus op zijn wang. 'Wat maak je?', vroeg ik wijzend naar een pan. 'Ik maak soep voor je moeder en heb pizza besteld voor ons', zei hij roerend in die pan. 'Hey opa jy moet ook soep eten he, laat die pizza maar voor mij', zei ik en wreef lachend over mijn buik. Hij gaf me een speelse stoot. 'Ik ben geen opa, pas als jij kinderen hebt mag je dat tegen me zeggen', zei hij. ik glimlachte naar hem en knuffelde hem stevig.

---

Aan de eettafel ging mijn telefoon af. Adam. Ik drukte hem weg en nam een hap van mijn pizza. Heerlijk.. 'Wie was dat?', vroeg mijn moeder. 'Uhh Amira, ik bel der zo weer terug', loog ik en nam nog een hap. 

Nadat we klaar waren ruimde ik alles af en zette het in de vaatwasser. Mijn oom kwam binnenlopen. 'Waarom nam je niet op toen Adam je belde?', vroeg hij. Ik keek hem verbaasd aan. Hoe weet hij dat. 'Ik wil niet tegen hem liegen, ik vind het moeilijk', zuchtte ik. 'Ik bel hem straks wel', zei ik en liep naar mijn kamer. Ik pakte mijn telefoon en belde hem op. 'Hey  Sarah.' 'Hey Adam', zei ik. 'Gaat het nu met je?', vroeg hij. 'Ja hoor het gaat beter', zei ik. 'En van wie waren die rozen?', vroeg hij. Er kwam direct een brok in mijn keel. 'Amira, ze vond zichzelf grappig dus dacht ze even een domme grap op Sarah uithalen', zei ik. Ik hoorde hem lachen. 'Zij is echt gestoord', zei hij. Ik knikte langzaam, ook al weet ik dat hij dat niet bepaald ziet. 'Sarah, ik wil je zien.' 'Je kan me ophalen', zei ik. 'Is goed ik kom er zo aan', zei hij en hing op. Ik stond op en pakte kleren uit mijn kast die ik aantrok. Ik ging voor de spiegel staan en bekeek mezelf, hele grote wallen. Ik camoufleerde alles met make-up, pakte een tasje en liep naar beneden.  'Naar waar ga je schat?', vroeg mijn moeder. 'Adam', zei ik. Mijn oom knipoogde naar me. ik stuurde ze allebei een kushandje en holde naar buiten. Adam stond daar voor zijn auto te wachten. Ik liep hem toe en drukte een kus op zijn mond. 'Let's go', zei hij lachend  en deed de autodeur voor mij open.

---

Sarah, wist je dat onze bruiloft al over 3 weken is? vroeg hij. Ik knikte lachend en nam een slok van mijn thee. 'Ik kan niet wachten', zei ik terwijl ik zijn hand vastpak. 'Ik ben de gelukkigste persoon met iemand als jij aan mijn zij', zei hij. 'Ik ben gelukkiger, ik heb mijn droomprins waar ik te veel van hou', zei ik. Hij pakte mijn hand en drukte er een kus op. Op dat moment kwam er iemand onze richting op lopen. Ik keek op en zag Younes voor me staan. 

Sarah en AdamWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu