{ 04 }

1.2K 50 6
                                    

"Wie woont hier nou?" mompel ik tegen mezelf en kijk naar het oude, houten huis. Ik haal eens diep adem en blaas de lucht langzaam weer naar buiten.

Ik loop naar de deur en wil er op kloppen maar hij gaat al open.
Hij kraakt zachtjes, ik kijk naar binnen maar zie niemand. "Hallo?" vraag ik en loop voorzichtig het huis binnen.

"Is er iemand?" vraag ik, ik stop voor de grote trap en kijk even om me heen.

"Wat kom je doen?" ik schrik licht en draai me om. Derek staat boven aan de trap, een vragende blik op zijn gezicht.

"Ik heb nagedacht over wat je maandag gezegd hebt." zeg ik, mijn ogen op de grond gericht.
Derek komt de trap af, niet lopend, nee hij springt in de lucht, maakt een soort salto en komt vlak voor mij op de grond terecht.
"Hoe doe je dat?" vraag ik verbaasd en knipper een aantal keer met mijn ogen. "Ik leer het je nog wel." antwoordt Derek die een kamer in loopt. Ik volg hem.

"Wat heeft je van gedachten veranderd?" vraagt Derek, hij staat met zijn rug naar me toe en is ergens mee bezig, maar ik kan niet zien waar mee. Het lijkt wel alsof er een soort sluier van mysterieusheid over hem heen hangt.

Ik haal mijn schouders op, maar bedenk me dan dat hij dat niet kan zien. "Ik heb geen idee." mompel ik. Derek draait zijn hoofd naar me toe en kijkt me even aan.

"Heb je Scott en zo verteld dat je hier heen bent gegaan?" vraagt Derek waarna hij zich weer omdraait en bezig gaat met waar hij mee bezig was. Het lijkt wel of hij iets zoekt of zo.
Ik schud mijn hoofd. "Nee..." mompel ik zachttje en kijk even naar de grond.
"Dat dacht ik al." zegt Derek, hij draait zich weer om en geeft me een boek.

"Lees dit." zegt hij. Er staat niks op de voor kant, het is gewoon een zwart boek. Ik open het en zie een plaatje van soort Wolf. Werewolf staat er boven en er staat een hele tekst bij."Ik heb al heel veel informatie over weerwolven gelezen." zeg ik. "Niet alles wat op internet staat is betrouwbaar en dit gaat niet allemaal over weerwolven." zegt Derek. Ik stop het boek in mijn tas. "Goed, ik zal het lezen." zeg ik.

"Wil je wat vragen of..?" vraagt Derek, die door heeft dat ik ergens mee zit of nou ja ergens mee zit. Ik ben gewoon heel nieuwsgierig. Ik kijk even om me heen. "Woon je hier?" vraag ik na een korte tijd stilte.

"Niet meer." antwoordt Derek, hij is weer met iets bezig, maar ik zou niet weten met wat.
"Wat is er gebeurd? Het ziet er nogal al 'verwoest' uit?" Ik ben gaan zitten op een oude bank die in de kamer staat, met mijn ogen volg ik elke beweging die Derek maakt, om er zeker van te zijn dat hij me niet onverwacht aanvalt of zoiets.

"Ik praat er liever niet over." zegt Derek. "Oh."
De oudere jongen zucht even. "Ik woonde hier met mijn familie." begint hij te vertellen.

"Een aantal jaar geleden is het huis in brand gestoken, mijn zusje en ik waren op school. De enige die het overleefd heeft is mijn oom, maar geloof me die wil je niet ontmoeten." vertelt Derek.

"Wat erg, dat wist ik helemaal niet. Sorry  ik had er niet naar moeten vragen." mompel ik. Derek schudt zijn hoofd. "Het geeft niet. Je had het niet kunnen weten, zoals je al zei je wist van niks."

"Maar goed, je zei dat je me zou helpen." begin ik na een korte stilte. "En aangezien het aankomende vrijdag al volle maan is..." voeg ik er aan toe. Derek kijkt me aan. "Deze vrijdag al?" vraagt Derek, ik knik. Eerlijk gezegd had ik verwacht dat hij het zelf wel zou weten, maar waarschijnlijk houdt hij zich er niet zoveel mee bezig.

Derek denkt even na, momoelt wat in zichzelf en zucht dan. "Shit, helemaal vergeten!" mompelt Derek.

"Wa-" "Ssssht." zegt Derek die zijn wijsvinger even voor zijn mond houdt.
Raar kijk ik Derek aan. "Je moet hier weg gaan." zegt Derek. "Wat is er dan?" vraag ik, Derek trekt me van de bank af, hij drukt me een andere kamer in. "Ga via die deur naar buiten, je komt achter het huis terecht, ga zo snel mogelijk hier weg." zegt Derk nog voordat hij de deur achter mij dicht doet. Ik doe wat hij zegt en open voorzichtig de deur. Ik loop naar buiten en sluit de deur achter me.

Het is redelijk warm weer, maar dat is iets waar ik me nu maar even niet mee bezig moet houden.
Ik loop voorzichtig naar de zijkant van het huis en zie dat er een aantal auto's voor het huis staan. "Die stonden er nog niet toen ik hier kwam." mompel ik.
Ik denk niet dat ik daar langs moet gaan. Ik draai me weer om en ren verder het bos in, weg van het huis.

Even later stop ik met rennen en kijk om me heen. Okay volgens mij ben ik verdwaald, alweer. Ik heb geen idee waar ik nu ben.

Rustig loop ik verder opzoek naar de rand van het bos. Ik hoor iets achter me en draai me snel om.

"Jenny, wat doe jij hier?"
Ik haal opgelucht adem als ik zie dat het Isaac is. "Dat kan ik ook aan jou vragen." zeg ik en glimlach even. "Ik vroeg het jou eerst." zegt Isaac, hij kijkt een beetje nerveus. "Ik was gewoon even een wandeling aan het maken." Geef ik Isaac antwoord op zijn vraag.

"Ik ben alleen een beetje verdwaald geraakt."
"Ik help je wel, ik ken dit bos helemaal uit mijn hoofd." glimlacht de jongen met de blonde krulletjes.

"Wat doe jij hier eigenlijk?" vraag ik als Isaac en ik al een tijdje in stilte door het bos lopen.
"Ik?" vraagt Isaac. "Nee een tuinkabouter, ja ik heb het over jou ja." zeg ik en lach even. Isaac moet ook even lachen

"Ik was gewoon wat aan het wandelen en zo." antwoordt Isaac, ik knik even.
"Hoe vind je het hier in Beacon Hills?" vraagt Isaac. "Als ik eerlijk ben, leuker dan ik had verwacht. Maar sinds ik hier ben, is me iets raars overkomen." antwoord ik. Isaac kijkt me aan.

"Scott heeft me het verteld." geeft hij toe. "Je bent ook gebeten." voegt de jongen er aan toe.
Ik kijk hem verbaasd aan. "Hoe bedoel je 'ook'?" vraag ik. "Heeft dat enge rare beest jou ook gebeten?"

Isaac lacht even. "Nou ja raar beest. Het was Derek." antwoordt hij, hij glimlacht even. "Derek? Hij heeft mij gezegd dat hij mij niet had gebeten." zeg ik.
"Derek zou je nooit tegen je zin in bijten. Scott vertelde me gisteren dat er een nieuwe Alfa in de stad is, waarschijnlijk heeft die jouw gebeten. Dat lijkt ons de enige logische verklaring." zegt Isaac.
"Bedoel je dat jij dit dus wou? Weerwolf zijn?" vraag ik verbaasd, net grote ogen kijk ik hem aan. Ik kan het me eerlijk gezegd maar slecht voorstellen. Isaac knikt, een verlegen glimlachje siert zijn lippen.

"Tot nu toe heb ik er nog niet zoveel van gemerkt, ik heb eerlijk gezegd geen idee wat het allemaal is. Maar ik denk dat daar vrijdag wel verschil in komt." zeg ik.

"We kunnen je helpen als je wilt." stelt Isaac vooe, ondertussen waren we al aangekomen bij mijn huis

Ik glimlach. "Dat is lief aangeboden, maar ik krijg al hulp. Als het goed is."
Ik loop naar de voordeur.
"Tot morgen!" ik zwaai nog even naar Isaac die een beetje verward terug zwaait en dan maar weg loopt.

------
Laat me weten wat je er van vind! Votes zijn altijd welkom :)

Bitten By A WerewolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu