Ooit had ik een geweldig leven. Ik was als een bloem: mijn mooie huis en leuke school waren als de aarde die me overeind hield, mijn ouders en vrienden als de zon en het water dat ik nodig had om te overleven. Onder hun goede zorg en vriendschap groeide ik op, bloeide ik op. Maar wat als je de zon wegneemt? Wat als alles waar een bloem van leeft wordt weggenomen? Inderdaad. De bloem zal sterven.
Het was een vrijdagavond in juli, en de warme middag zinderde nog na in de lucht. Het zou straks gaan onweren. Ik en mijn ouders kwamen net uit de bioscoop, waar we een comedy hadden gezien. Samen lachten we nog na. Papa imiteerde een van de personages zo goed dat mijn moeder's lach door de straat weerklonk als kleine belletjes. Ik had altijd van die aanstekelijke lach gehouden. Onze voetstappen klonken plots een stuk holler toen we in de ondergrondse parking kwamen waar onze auto stond. Gelach dat van ons afkomstig was echoode door de ruimte. Het was er verlaten, op een paar lege auto's na. Althans, ik dacht dat ze leeg waren. Toen we nog maar een paar meter van onze auto verwijderd waren, klonk een zware stem door de garage. "Handen omhoog!" Een man met een bivakmuts over zijn hoofd getrokken liep ons snel tegemoet, een zilveren pistool glinsterend in zijn hand. Mijn moeder gilde. Ik weet niet meer wat ik deed, ik weet alleen dat ik mijn ogen niet van het pistook af kon houden. Er zou iets mis gaan. Er zou iets heel erg mis gaan. Alleen wist ik nog niet wat. Papa zei zacht tegen mama dat ze moest proberen met mij in de auto te kruipen en de politie te bellen. Maar dat was buiten de man met het pistool gerekend. "Jij daar! Blijf staan!" Hij klonk als een krankzinnige. Mama durfde geen stap meer zetten, en ik bleef als versteend staan. "Waar is jullie geld?" Hij benadrukte elke lettergreep. Papa stak zijn hand al in zijn jas, in zijn linkerjaszak. Alleen zat daar niet zijn geld, wist ik. Ik besefte dat hij een poging zou doen de politie te bereiken. Zo voorzichtig mogelijk tikte hij het nummer in, terwijl hij deed alsof hij naar zijn geld zocht. De dief zag er vreselijk ongeduldig uit. Ik zag zijn hand trillen rond de trekker, en vreesde voor alles waarvan ik dacht dat ik er nooit mee geconfronteerd zou worden. Toen maakte papa een cruciale fout: de telefoon maakte geluid. De langgerekte toon van een onbeantwoorde roep om hulp galmde door de ruimte. "Geen politie!" krijste de man, waarna hij de trekker overhaalde. Plots lag papa neer, een gat in zijn buik en een bloedrode bloem die steeds groter werd op zijn hemd. Ik kon me niet bewegen. Papa's reutelende ademhaling verzwakte, en voor ik het wist werden zijn ogen glazig. De pretlichtjes die ik er altijd in had zien schitteren werden vervangen door een doffe glans. De man die ik mijn hele leven bewonderd had, lag dood aan mijn voeten. Plots zag ik mama's gezicht vertrekken van woede, en er lag zoveel haat in die blik dat ik nog banger werd dan ik al was. Razend keerde ze zich naar de moordenaar die stomverbaasd naar zijn slachtoffer stond te kijken, alsof hij niet kon geloven dat hij net een kogel door die man had geschoten. Mama sprong op hem af, haar schreeuwen oorverdovend weerklinkend in de lege garage. Ze krabde, sloeg, beet, en trok zijn bivakmuts af. Dat gezicht vergeet ik nooit meer. De man deed wat hij dacht te moeten doen: voor de tweede keer die avond weerklonk een pistoolschot. Voor de tweede keer die avond verloor ik een ouder. Toen mama voorover viel, slap en roodgevlekt, overal, alsof er met verf stipjes op haar waren aangebracht, krabbelde de man op en vluchtte. De lafaard vluchtte van zijn misdaad: het leven nemen van twee mensen, de ouders van een kind, en de zielen van drie onschuldigen. Toen niet lang daarna de sirenes weerklonken in de nacht en de regen met bakken naar beneden viel, stond ik nog steeds in shock op mijn ouders neer te kijken. Dood. Allemaal dood. En ook ik was innerlijk gestorven.
De dood was in mijn leven geslopen, en zou het nooit meer verlaten.
JE LEEST
Blue Eyes
FantasyPrequel op Green Eyes, voor de liefhebbers van fantasy en spanning. Cover by Ela