het bos monster

156 9 5
                                    

P.O.V Bo

Ik ren gefrustreerd door het bos. Er razen bomen om me heen en ik trap op bloemen zonder er iets van te schelen dat takken aan mijn benen schuren. Ik ren alleen maar. Gefrustreerd en boos. Ik kan wel schreeuwen. En dat is precies wat ik deed. Ik schreeuw alle lucht uit mijn longen. Ik negeer de vogels die geschrokken wegvliegen van mijn kreten.

Pas na een paar grote minuten al mijn frustratie uit geschreeuwd te hebben val ik terneergeslagen tegen de harde stam van een dikke boom. Ik zie de schreven die de takken hebben nagelaten aan mijn benen en zie zelf wat bloed. Maar dat kan me niets schelen.

Ik heb hier vast wel een kwartier gezeten tot ik een geritsel achter een struik hoor. Snel spring ik op.

               "Wie is daar?" Zeg ik boos, geen zin in het gezelschap van een ander persoon. Het geritsel houdt op alsof het schrok van mijn directe reactie. "Kom nou maar tevoorschijn lafaard."

               "Ik ben geen lafaard." Hoor ik een jongen zeggen.

               "Kom dan uit die struik vandaan." Ik hoor weer geritsel en er komt een jongen met zwart haar tevoorschijn. Hij komt in het zonlicht te staan en nu zie ik dat zijn haar niet zwart is maar donkerbruin. Zijn blauwe ogen zijn ook niet weg te denken. Nog even en ze kunnen me dood schieten van hun felheid.

                "Nou hier ben ik dan. Mag ik vragen wat jij hier doet?"

                "Nee dat mag niet."

                "Dan vraag ik het niet."

Er viel een pijnlijke stilte en we keken elkaar niet wetend wat te doen aan. "Mag ik dan vragen wat je naam is." Zegt de jongen uiteindelijk.

                 "Bo."

                 "Mooie naam. Ik heet Ward." Ik heb nog maar 1 keer in mijn leven de naam Ward horen vallen. Maar ik kan niet achterhalen waar het gesprek toen over ging. Het was al zeker niet positief, dat weet ik wel.

Elke dag zagen we elkaar op dit punt in het bos. Langzamerhand leerden we elkaar kennen en vertelden onze diepste geheimen. Is het slim om een complete vreemdeling te vertellen over je geheimen en persoonlijke leven? Nee het is juist erg dom. Maar dat kan me niets schelen. Voor het eerst in mijn leven voelde ik me echt gehoord door een persoon. Eindelijk iemand die me niet negeert en zelf erg goed naar me luistert om wat ik te zeggen heb. En daarbuiten weet ik ook al veel over Ward. Bijvoorbeeld dat hij geen familie meer heeft en ergens aan de rand van het bos een eigen huis heeft.

Weken later was onze band erg sterk geworden. Zo sterk dat ik misschien zelf gevoelens voor hem kreeg. Maar ik zette die gedachte altijd van me af. Het begon erg hevig te regenen en Ward wilde me naar zijn huis brengen omdat we in een diep gesprek zaten en nog lang niet klaar waren om afscheid van elkaar te nemen. Ik had er geen problemen mee want niemand zou mij toch missen. Er werd me ook nooit gevraagd wat ik elke dag te doen had in een verlaten bos. Het kan echt niemand schelen. En mij kan het ook niets schelen.

Toen we aan zijn huis aankwamen na een halfuur lopen zag ik dat hij geen huis heeft, maar een kasteel. Ik had het kasteel nooit eerder gezien omdat dit bos nooit een eind heeft en de bomen groter zijn dan de torens van het kasteel. We liepen het vervallen gebouw in en voelde direct de warme lucht van een kachel me verwarmen.

                 "Neem plaats aan de tafel, ik heb nog wat eten in de keuken staan en ik rammel." Zegt Ward wijzend naar de glazen tafel dat aan de andere kant van de grote zaal stond. Alsof hij elke dag bezoek heeft nam ik plaats aan de bedekte tafel met meer dan 4 verschillende vorken en andere besteksoorten. Ik zag zelf besteksoorten dat ik nog nooit eerder heb gezien. Je zou er zo iemands huid mee kunnen doorboren. Ward kwam terug met een rolkar waar vele schalen op stonden. Alsof het kerst is en hij het met een feestmaal wilt vieren.

                 "Neem wat je wilt, maar je moet het wel zelf op je bord scheppen." Zegt Ward wanneer hij een stuk van een gebraden kip snijdt en het in zijn bord legt waar al groenten liggen. Ik stond op en liep met mijn bord naar de kar. Ik heb nog nooit zoveel eten bij elkaar gezien. En dit kan allemaal op een kleine rolkar. Onmogelijk. Ik rijk mijn hand naar een of andere schep en leg groenten in mijn bord.

                  "Lust je geen vlees?" Vroeg Ward die me aankeek alsof ik gek was toen ik ging zitten met mijn bord vol groenten.

                  "Ik eet geen vlees meer. Ik kan het niet over mijn hart krijgen om een dier op te eten." Zeg ik gefocust op mijn tomaat die uit mijn bord rolde toen ik het op mijn vork wilde prikken.

                  "Ahzo." Zegt Ward alleen maar.

Na een maaltijd met geen woord gesproken te hebben staat Ward uiteindelijk op en zegt dat hij naar het toilet moet. Ik blijf in mijn stoel zitten en geniet van de rust. Ik zou hier wel kunnen wonen. En net toen ik begon weg te dromen over hoe het zou zijn om hier te wonen wordt er een omhulsel om mijn armen geslaan. Ze kwamen uit de stoel. Hoe dan? Maar ik heb geen tijd om uit te vogelen hoe dit kan gebeuren want mijn benen worden tegen de stoelpoten aangeduwd met omhulsels die uit de poten kwamen.

                    "Wat krijgen w..." Maar ik kon mijn zin nooit uitspreken want een stevige hand duwde ruw mijn hoofd tegen de stoelleuning. En zo werd er ook een omhulsel om mijn keel heen gespannen. Ik kon niets meer bewegen. Alles zat vast. Nu pas had ik door hoe erg mijn handen trilden van angst en mijn ogen zowat uitpuilden.

                     "Heeft niemand je ooit verteld dat het niet goed is om met een oudere man om te gaan die in een bos woont en je niets van weet? Arme Bo." Zegt Ward die vanachter mijn stoel vandaan komt en tegen de tafel leunt. Nu wist ik het weer. Waarom de naam Ward me zo bekend voor kwam maar me altijd een negatief gevoel gaf toen ik het hoorde. Ward is het monster dat in dit bos woont en mensen afslacht. Het kan hem niets schelen welke leeftijd, of welk geslacht, ras, afkomst dan ook. Hij slacht elk persoon af dat hij tegenkomt. Waarom was ik zo dom om dit niet op te merken. Ward keek naar het bestek dat nog steeds naast mijn bord lag. Hij nam het grootste mes beet en ging ermee spelen alsof het hem niets deed.

                      "Weet je hoe lang ik al wacht op dit moment. Ik wil je al sinds het eerste moment dat ik je bij die boomstam zag in stukken snijden."

CREEP. En te denken dat ik op hem verliefd werd en altijd bij Ward zou willen blijven. Omdat hij de enige persoon in mijn hele leven was die ik vertrouwde en naar me luisterde. Ik kon echt mezelf zijn bij hem en ik dacht dat hij dat ook was bij mij. Ik voel mijn hart in brokken vallen. Dus zo voelt een gebroken hart. Maar dat was niet alleen een gebroken hart maar ook het gevoel van het mes dat Ward vast had en in mijn hart had gestoken zonder enige twijfeling.

En zo stierf het eenzame meisje genaamd Bo. Niemand had ooit opgemerkt dat ze er niet meer was want niemand kon haar wat schelen, precies wat ze dacht toen ze met het monster Ward naar dit duivelse kasteel heenliep. Ward had haar stukken lichaam in kistjes gestoken alsof het een verzameling was. En zo ging hij weer het bos in, op zoek naar zijn volgende slachtoffer.

AlltheseOneshotsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu