Ik voel een aanraking. Ééntje. In deze duisternis. Deze alles-opzuigende duisternis. Deze verstikkende duisternis. Ik word gek. Ik weet het zeker. Ik ben gestoord. Totdat ik die aanraking voel. Op mijn schouder. Bloed druppelt uit de sneeën op mijn arm, gestolen door de oneindige diepe duisternis. Na die aanraking volgt een stem. "Idrai." Niet meer dan een echo, een fluistering. Een zuchtje wind dat snel voorbijgaat als je niet luistert. Maar het enige wat ik kan doen is luisteren.
"Ik word gek." fluister ik tegen het niets. Ik deel een geheim met de duisternis. Mijn geheim. Mijn geheim geschonken aan de duisternis. De aanraking verdwijnt en maakt plaats voor een aanraking op mijn heupen. Ik merk dat ik zweet. Druppeltjes vocht glijden als tranen over mijn gezicht. Misschien zijn het wel tranen. Alleen de duisternis zou het weten.
De duisternis verdwijnt. Plaatsmakend voor het gezicht dat ik nu al zo goed ken. Elk hoekje, elke perfecte imperfectie. Het gezicht van Alec. Zijn bekende bezorgde blik siert zijn gezicht en het schattige moedervlekje naast zijn rechteroog is misschien nog wel bekender. Hij glimlacht als ik de duisternis heb verlaten. Verlaten als een moeder haar kind verlaat. Verlaten zoals moeder mij verliet.
"Welkom terug." zegt hij zachtjes. Ik herinner me mijn uitbarsting een poos geleden. Ik weet niet hoelang ik in de duisternis heb rondgedwaald, hoelang ik mijn geheimen heb gefluisterd naar de donkere massa niets. Hij beweegt zijn hoofd van mij vandaan en reikt mij een kop koffie toe. Ik ben langzaam maar zeker van het bittere goedje gaan houden, dat is dan ook de reden dat ik glimlach als hij de warme mok in mijn handen drukt.
Ik merk pas dat ik tril als ik de mok in mijn handen heb, en zet hem daarom ook snel neer. Hij hoeft niet te zien dat ik tril, dat ik bang ben. Hij hoeft alleen mijn sterke kant zien. Al betwijfel ik of ik, na al dat huilen, hem ooit nog kan laten geloven dat ik sterk ben. Ik ben zwak. Een maangodin hoort niet zwak te zijn. Geen wonder dat moeder Jannar heeft gekozen.
"Dus." zegt Alec, duidelijk mijn reactie peilend. Hij is gespierder geworden sinds ik hem voor het eerst zag. Wat heeft hij gedaan in de rijden dat ik bewusteloos was? "Dus." antwoord ik, zonder enige duidelijke emotie. Ik staar naar mijn koffie, die onaangeroerd op het koffietafeltje staat koud te worden. Alec kijkt op en fronst. Zijn gezicht is net een open boek, hij faalt in zijn emoties te verbergen. Eerlijk gezegd wil ik dat ook niet.
Ondanks het feit dat ik het gevoel heb dat ik net wakker ben geworden vanuit een diepe slaap. Dat ik tegen de duisternis heb gevochten, en me los geworsteld heb uit zijn greep. "Veel gebeurd, de laatste tijd." zegt Alec zakelijk. Dit is geen gesprek tussen twee zielsverwanten, dit is een gesprek tussen een Alpha en zijn Alphena. Beide zakelijk en zonder teveel gedoe. Deze kant is nieuw bij Alec, en ik vraag me af waar dat opeens vandaan komt.
Ik zucht en kijk hem aan, een lange, starende blik die hij aanneemt, en terug staart. Uiteindeljk ben ik degene die wegkijkt en aanstalten maak om op te staan, maar Alec is me voor. Hij loopt niet weg, hij gaat naast me zitten en zucht. Hij kijkt me aan en zucht nogmaals. Ik begin onzeker te worden. "I-Ik.." fluister ik. "Als je wilt dat ik ga en niet meer terug kom, snap ik dat."
Ik heb hem bedrogen, nooit de hele waarheid verteld. Ik haat mezelf daarvoor. Ik kijk naar de littekens op mijn armen, waar mijn moeder me strafte voordat ze afscheid van me nam. Voordat ik het besef, rolt er een traan over mijn wang. Een slakkenspoor van zout water achterlatend. Alec kijkt me aan met een nogal.. verontwaardige blik?
"Wat zeg jij nou weer? Bullshit." Hij snuift chagrijnig. "Ik ga jou nooit verlaten, Idrai. Het boeit me niet wie je bent of wat je bent, als je maar mijn Idrai blijft." Hij pakt mijn hand vast en knijpt zachtjes in de mijne. "Ik kan niet met woorden omschrijven wat hij hebt moeten doormaken.. Ik was zo stom, Idrai. Zo'n klootzak. Ik heb je pijn gedaan.. En.. En.." Het einde van de zin is nooit gekomen. Het is namelijk mijn beurt om hem te onderbreken.
JE LEEST
Moonlight
Werewolf[wordt misschien langzaam en uiteraard onregelmatig geupdate.. upgedate.. dinges] Ik haal mijn schouders op. "Ach, er is niet zo veel te vertellen." mompel ik vaag. Alec fronst. "Het probleem is.. Jij ruikt vreemd. Jij zou naar een eenzame moeten ru...