Het geritsel ging over in gekraak. En brak een takje. Bij anna's voet. Ookal was het bijna volle maan, het was toch niet licht genoeg in te kunnen zien wie, of wat zich nu aan het uiteinde anna's voet bevond. Ze smeekte nog een smeekbede, voor ze in een hap naar binnengewerkt zou worden door een van de monsters waarover ze het altijd hadden in van die spookverhaken, waar ze voorheen nooit in geloofde. Anna snakte naar adem. Het bloed in haar bloedvaten stolde en haar hartslag leek meer op de beat van een hardstyle hit (ookal wist Anne niet wat dat was) dan op wat het had moeten zijn.
'Wie ben jij?' vroeg opeens een zachte jongenstem. Anna kon het niet laten. Maar begon te huilen van opluchting. De jongen keek haar niet begrijpend aan. Ookal kon Anna dat natuurlijk niet zien. Hij wachte even tot hij besloot dat ze geen antwoord zou gaan geven, dus hij vroeg het nog eens. 'Anne' hakkelde het arme meisje, die bijna was overleden aan een hartstilstand. Ze hoorden dat de jongen langzaam dichterbij kwam. 'Wat doe je hier?' zei hij. 'Ik vlucht.' dat was haar antwoord. Misschien ietswat onduidelijk, maar meer wist ze niet uit te brengen. 'Waarvoor' vroeg het jong. 'Mijn ouders'. Bij deze woorden sloeg er wat om bij de jongen. Iets wat ze niet zo snel zou verwachten. Maar, hij begon te huilen. Niet hard en snotterden, zoals meiden, maar stil en klien. Het meisje die niet wist wat er aan de hand was probeerdr nog steeds uit te vinden waar de jongen zich bevond. 'Waar ben je?' vroeg ze. De jongen antwoorde niet. Het was minutenlang doodstil en het meisje begon te denken dat hij weg was. Dat vond ze jammer. Zijn gezelschap deed hen goed, terwijl ze hem niet eens gezien had. Opeens onstak zich een grood licht. Het was een vuur.
'Dit praat wat makkelijker, zei de jongen. Hij had blonde, verwilderde haren. En geheimzinnige, groen buine ogen. Hij was erg gespierd maar zijn armen en gezicht zaten vol schrammen en sneden. Hij had iets speciaals, iets wat andere jongens niet hadden, iets avontuurlijks. 'Wie ben jij?' vroeg het meisje, op haar beurt. Die nu we erg nieuwsgierig werd. 'Ik weet niet hoe ik heet' zei hij, en wende zich verdrietig naar de grond, terwijl hij met een takje in het mos duwde. 'Maar ik noem mezelf altijd het wolvenjong'. Nog voordat anna kon reageren ging hij verder. 'Er konen hier niet vaak mensen langs. Ik woon een stuk verder het woud in, maar ik ging eens op pad om wat wild te schieten.' anna luisterde naar hem Met een half oor, ze dacht nog steeds na over zijn woorden; 'ik weet niet hoe ik heet'. 'Waarom heb je geen naam' onderbrak het meisje zijn verhaal oopeens. Ze kon niet laten, ze moest het weten. 'Ik..' hakkelde het jongetje. 'Ik ben opgevoed door wolven.' het meisje gilde. 'Wolven, die beesten die mensen aan stukken scheuren met hun sterke tanden en lange klauwen?!' het jongetje, of beter gezegd, wolvenjong, reageerde niet. 'Ik heb mijn ouders nooit gekend. Maar ik kreeg een brief van ze. Ze hebben me aan de wolven gegeven, toen ik 2 jaar werd. Het was een belofte. Ik begrijp het vandaag de dag nog steeds niet. Maar dat was het enige wat ze mij vertelden in de brief. Nu ben ik 15, volgens mij, ik raak de tel een beetje kwijt. Als je bijna nooit een mens tegen komt is het moeilijk je hun gewoontes te herrinderen.' anna keek hem vol ontzag aan. 'Nu zal ik je mijn verhaal vertellen' zei ze, wat ze vind dat hij daar wel recht op had. 'Ik moetst trouwen, van mijn ouders. Jeweetwel, of niet. Iemand beloven dat je altijd bij elkaar blijft. Maar ik wou niet trouwen, dus ik vluchte.' nog voordat ze verder kan gaan wordt ze van achter door iets beetgepakt. Iets groots, krachtige. Ze valt met haar hoofd op de grond. Alles draait rond. Haar gezicht word nat. Wat gebeurt er? In de verte hoort ze iemand haar naam roepen. Heel ver weg, en nog verder, en verder. Tot het helemaal verdwijnt.
Gna gnaaaa. Dat was dan deeltje drie al weer. Foto bovenaan is het 'wolvenjong' alleen dan n beetje verwildert enzo, you know (dat rijmt) whahaha slechte grap. Nou ja, doeii
JE LEEST
De Reis naar Waarheid
FantasyIn de tijd dat draken en tovenaars nog een hele normale verschijning waren, en bijna de hele wereld bestond uit mysterieuze wouden en steden, leefden 2 personen. Een meisje, lieve ouders, een mooi huis, fijne vrienden. Tot op een dag alles verander...