Wodan keek voor zich uit. Het was koud in de grot. Met gebalde vuisten wachtte hij op het moment dat de sneeuwstorm over was. Het duurde nu al zo'n 3 uur. Hij had geen rust kunnen vinden. Hij voelde zich alleen. Een lafaard. Hij had Anna in de steek gelaten. Misschien was het wel te laat. Maar nu de storm ingaan stond simpelweg gelijk aan zelfmoord plegen. Hij moest wachten. De minuten kropen voorbij terwijl hij de meest erge scenario's langs ging in zijn gedachten. Hij trilde. Niet van de kou, maar van angst. Hij had het enige meisje dat ooit aardig tegen hem was geweest, overgelaten aan het lot van de storm.
Wodan rende. Takken sloegen in zijn gezicht. Hij zweette. Hij had maar 1 doel: nu de storm was gaan liggen was hij meteen opzoek gegaan naar Anna. Hij probeerde zich haar laatste locatie te herinneren, maar de sneeuw was zo overheersend geweest, dat hij niet wist waar de eik was omgevallen. Overal zag hij bomen. Allemaal leken ze op elkaar. Bomen. Eik. Omgevallen. Anna. Hij slikte toen hij de omgevallen boom opeens zag liggen. Maar het was niet de boom waaraan hij zag dat Anna hier was geweest. Het was de roodgekleurde sneeuw die zich onder zijn voeten bevond. Zijn mond werd droog. Waar was ze gebleven? Hij zag in de omgeving geen bloedsporen, maar ze lag ook niet meer op de plek waar hij haar laatste had gezien. Hij voelde tranen opwellen. Hij wist niet waarom. Hij kende haar pas 2 dagen. Maar toch voelde hun band al zo sterk. Hij hield van haar. Hij voelde het. 'Anna...' fluisterde hij, zijn stem trilde. 'Waar ben je?'
Het bleef stil.
Doodstil.Er klonk geritsel. Wodan keek geschrokken om zich heen. Het klonk bij een struik, zo'n 2 meter verderop. Het kwam dichterbij. Hij pakte een stok van de grond. Hield hem stevig vast. Hij voelde koud een ruw aan, het was zijn enige verdediging, de rest van zijn wapens lag nog in zijn laatste verblijfplaats. Hij was er geweest.
'Wolf!' vol met blijdschap en opluchting zakte Wodan neer bij het dier. Hij liep mank. Wolf kwam dichterbij likte over zijn wang. Hij voelde de warme vacht in zijn gezicht. 'Ik ben zo bij jou hier te zien!' Wolf draaide zich resoluut om, terwijl hij Wodan aan bleef kijken. Wodan keek verbaasd naar hem. Wilde hij iets duidelijk maken? Toen verdween wolf weer achter de struik waar hij zonet vandaan was gekomen. Wodan bleef bang staan. Wolf probeerde iets te zeggen. Hij moest achter hem aan. Hij voelde het. Met nieuwe moed zette hij een stap richting de struik. Nog een. Nog een. Hij zou Anna vinden. Vandaag nog.
JE LEEST
De Reis naar Waarheid
FantastikIn de tijd dat draken en tovenaars nog een hele normale verschijning waren, en bijna de hele wereld bestond uit mysterieuze wouden en steden, leefden 2 personen. Een meisje, lieve ouders, een mooi huis, fijne vrienden. Tot op een dag alles verander...