16

302 6 1
                                    

Wanneer ik wakker word lig ik nogsteeds in een vreemde kamer. Ik hoor wel wat geluiden maar ik ben alleen. Ik weet niet hoelaat het is, omdat het enige dat hier staat een bed is. Ik kan nooit goed stil zitten, dus dit is niks voor mij. Ik begin net wakker te worden als er iemand mijn kamer in komt lopen. 'Damon! Denk ik in mijn hoofd'. Maar voor ik iets wil zeggen zet hij een vinger tegen zijn mond als teken dat ik stil moet zijn. Hij komt naar me toe lopen maar ook hij word gestopt door het krachtveld rondom het bed. Ik sla er tegen aan en ik voel een traan prikken in mijn ogen. 'Kom op Jessie je kunt dit'. Het geeft me hoop dus sluit ik mijn ogen en verbeeld me weer dat het krachtveld verdwijnt. Voor ik wil proberen of het gelukt is komt Klaus de kamer binnen. 'Als ik het niet dacht'. Zegt hij met een gemene glimlach waar hij erg goed in is. Ik kijk hem boos aan waardoor hij moet lachen. 'Iemand is niet in een goede bui' zegt hij en loopt op me af. Damon komt voor me staan en het gevoel van bescherming voelt warm.

Klaus komt vlak voor Damon staan en duwt hem aan de andere kant van de kamer tegen de muur. Hij staat met zijn rug naar me toe waardoor ik de kans krijg om te proberen te ontsnappen. Ik steek mijn hand naar voren en het werkt. Ik kan eruit!. Ik probeer zo stil mogelijk helemaal uit het krachtveld te ontsnappen en ga recht achter Klaus staat. Ze fluisteren tegen elkaar maar weet niet zo goed wat ze zeggen. Ik sluit mijn ogen en verbeeld me hoe Klaus tegen de andere kant van de muur word gegooid. Ik open mijn ogen strek mijn arm uit en zo til ik Klaus op. Ik til hem steeds hoger, en als hij bijna bij het plafond is zwaai ik mijn arm met een grote snelheid naar beneden. Hij ligt op de grond en je ziet aan zijn gezicht dat hij pijn heeft. Al vind ik dat raar want ik dacht dat vampiers helemaal geen pijn hadden als je zoiets deed. Ik loop naar hem toe en zie een boze blik van Klaus. 'Iemand is niet in een goede bui' zeg ik lacherig. Ik laat het slot van de deur smelten waardoor we samen naar buiten kunnen ontsnappen. 'Spring op mijn rug' zegt Damon en ik doe wat hij zegt.

Als we een tijdje onderweg zijn en lang hebben gepraat over hoe stoer hij het vond dat ik dit allemaal deed, stopt hij met lopen. Ik zit nogsteeds achterop zijn rug en het voelt fijn en warm.

Pov. Damon;

Ze zit al een tijdje op mijn rug. Ik vind het zo stoer wat ze gedaan heeft vandaag. Ze begint sterk te worden. Ik voel haar adem in mijn nek en het geeft een tintelend gevoel. Betekend dat iets?... ik stop met lopen en merk dat Jessie er een beetje van schrikt maar al snel weer rustig begint te ademen. 'Jessie'? Vraag ik een beetje gespannen. Ja hoor ik van achter mijn rug komen. Ik zet haar neer en kijk haar recht in de ogen aan. 'Jij bent een bijzonder meisje'. Zeg ik en ik kijk haar nogsteeds recht in haar ogen aan. Ik zie dat haar wangen rood worden en ze naar beneden kijkt. Ik leg mijn hand onder haar kin waardoor ze me weer aankijkt. Haar ogen zijn groen met bruin en ik vind ze prachtig. Ik kijk haar aan en geeft haar een kus op haar voorhoofd. Ze komt dichterbij en geeft me een knuffel. Het voelt heel fijn en zo staan we een paar minuten.... zonder een woord te zeggen....

Damon Salvator Story ( Dutch) voltooid.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu