"Floris, Floris?" Mijn moeders smalle gezicht hing boven me. Ze streelde langzaam over mijn pijnlijke hoofd. "Papa moet zich niet zo uitleven Floris. Ik zou willen dat hij niet zo veel dronk."Mijn moeders stem klonk gevoelig en verdrietig.
"Je kan toch ook van hem scheiden en samen met mij verhuizen."
"Floris, dat kan niet ik hou daarvoor te veel van je vader."
Mijn moeders Franse accent kwam nu nog meer uit haar worden.
"Het is vijf voor acht Floris."
"Mijn hoofd doet pijn mam."
"Toch ga je naar school!Je mag geen lessen missen. Volgend jaar doe je al examen." Mijn moeders stem klinkt bezorgd. Ik loop zonder enig antwoord de garage uit. Ik heb de hele nacht op de grond geslapen. Alles doet pijn. Ik loop de trappen op. Ik heb zin in een verwarmende douche. Maar daar heb ik jammer genoeg geen tijd voor. Ik schrik als ik mijn gezicht in de spiegel zie. Er zitten grote schram op mijn wang. Op mijn hoofd tel ik maar liefst drie bulten. Eentje zit vlakbij mijn haar grens. Mijn tweede bult vond ik vlak boven mijn oor. Mijn derde zat gelukkig niet goed zichtbaar onder mijn haar. Door de barstende koppijn ontplofte mijn hoofd bijna. De wonde op mijn lichaam konden de leerlingen van mijn school toch niet zien. Die waren allemaal bedekt door mijn dikke winterkleren. Ik liep naar mijn kamer toe. Snel pakte ik mijn lievelings setje kleren. Een blauwe spijkerbroek en een groen shirt met een skateboard erop. Mijn kleren aantrekken ging nu een stuk moeilijker aan te doen. Mijn benen zaten vol met schrammen en blauwe plekken. Of ik was aangevallen door een wilde kat. Het was mij gelukt, mijn kleren waren dan eindelijk aan. Ik liep naar de keuken. Eigenlijk had ik helemaal geen trek in ontbijt. Ik sloeg deze gang over. Ik deed mijn boeken, schriften en een kleine appel in mijn tas. Ik wierp nog een laatste blik op mijn vader die op de bank lag te slapen. Ze tong hing letterlijk nog uit zijn mond. Hij leek net een verlepte zeehond. Ik kreeg medelijden met hem. Naast de rode bank liggen vier bierblikjes. Hij was vast heel dronken gisteren. Ik loop naar hem toe. Eigenlijk ben ik nog best wel angstig voor mijn vader. Ik leg de zwarte nylon deken over zijn lichaam. Hij kreunt even, ik doe als een reflex meteen een stap naar achter. Waarom ben ik eigenlijk zo bang? Ik loop de garage in. In kijk goed om me heen. Ik walg als er een druppel bloed op de grond licht. Ook al is het van mijn zelf. Ik pak een van de fiets poetsdoeken en schrob het rode bloed van de grond. Dit moet mijn geheim blijven. Niemand hoeft te weten dat mijn vader hier achter zit. Het raampje staat op een kiertje open .Ik doe hem dicht. Als ik op mijn fiets wil stappen hoor ik de garage deur open gaan. Ik tril. In mijn ooghoek zie ik dat het mijn moeder is. Ze heeft een zwarte muts in haar hand. "Floris, hier dit lijkt mij beter." Mijn moeder klinkt verzorgend. Ik knik. Mijn moeder trekt de zwarte muts over mijn hoofd. De muts kriebelt een beetje. Mijn moeder geeft mij een kus op mijn wang.
"Fijne dag Floris!" ik glimlach haar toe.
Ik fiets de garage uit. De koude winter lucht voel ik overal in mijn lichaam. Het zou wel min drie, vier of vijf zijn. Er licht al ijs op de sloten. Ik fiets langs Caspers huis. Eigenlijk hadden we afgesproken. Maar ik ben al een half uur te laat. Het lijkt wel of mijn oude fiets ook bevroren is. Hij fiets veel lastiger. Ik zie de school al in de verte. Het lijkt of de school hier al jaren staat. Zo oud en versleten ziet hij eruit. Terwijl deze school splinternieuw is. Vorig jaar pas gebouwd. Maar wie maakt er nou een school helemaal bruin! Ik zet mijn fiets in een standaard. Hij wankelt even en blijft daarna recht staan. Ik trek de zware rugzak van mijn bak. Het lijkt wel of er vijftig kilo inzit. Ik laat hem rustig op mijn schouder hangen. Maar zelfs dat doet pijn. Slepen dan maar. Er staan alleen nog maar een groepje hoogste klassers op het schoolplein. Ze hebben een sigaret in hun hand. Ze gieren het uit. Ik neem een grote bocht om ze heen. Een van jongens kijkt me scherp aan. Ik ontwijk zijn blik.
YOU ARE READING
Hopeloos
Mystery / ThrillerFloris ligt moeilijk in zijn familie. Zijn vader mishandelt hem namelijk. Floris zit nog altijd met de vraag: waarom? Waarom doet zijn vader zoiets. Floris probeert elke dag zijn blauwe plekken te verbergen. Door een lange broek in de zomer of een m...