H4

66 3 2
                                    

Ik word wakker met zweet op mijn gezicht. De nachtmerrie van vanacht. Herinner ik me nog goed. Voor me stond Nikkie met haar blonde haar in de wind. Ze lachte onschuldig. Ze giebelt een beetje. Haar armen pakken mijn gezicht. Plotseling staat Nikkie er niet meer. Voor me staat mijn vader. Met een duivelse blik op zijn gezicht. Hij glimlacht even schijnheilig. Hij slaat me. Elke keer, bij elke geslaagde slag op mijn gezicht zak ik in de grond. Ik kan niks terug doen. Het is te laat. Heeft mijn droom iets te beteken? Zal ik een keer dood gaan? Mijn oma brengt een hete kop thee naar mijn toe. Naast te kop licht een koekje. Het theekopje komt uit de vooraat oudhollands servies van mijn oma. Ze mompelt iets naar me. Ze begint vaag te worden. Is er iets met mijn ogen? Mompelt ze nou of kan ik haar gewoon niet horen? Ik twijfel. Mijn oma's beeld vervaagt en daar in plaats komt een grote hand richting mijn hoofd. Ik sla de hand weg. "Gaat het wel goed met je jongen?" Hoor ik mijn oma weer duidelijk vragen. "Heb je koorts?" Ik schut nee. Ze weet niet wat er in me omgaat. Ze weet niks.

"Laat me met rust alsjeblieft!" Roep ik veel te bot. Mijn beschaaftheid is plotseling verdwenen. Ik loop langs mijn oma, ze kijkt me ver van normaal aan. Ik pak me spullen, doe mijn haar goed.

Voor ik het weet zit ik al weer op mijn fiets. Het is tien voor half negen. Zie ik op de kerk klok staan. Ik fiets op mijn hardst langs de grasvelden. Een grote zwart-witte koe maakt een boos geluid naar me. Het duurt vast nog een tijd voordat ik op school ben. Er licht op de weg wat ijs. Ik ontwijk de gladde stukken. Snel fiets ik over het platsoen. Het is vrij donker. Als ik de school zie. Er is veel plaats in de fietsenrekken. Het is ook best gevaarlijk om te fietsen in de winter. In Zunderdorp strooien ze nooit zout. Het verbaasd me dat ik niet ben uitgegleden. Als ik richting de deur loop zie ik Nikkie en Kim staan. Met nog een groep meiden. Ze lachen. Ze zouden wel roddelen en praten over knappen jongens. Waar ik niet bij hoor. Ik probeer indruk te maken op Nikkie. Mijn hart klopt in mijn kil. Ik slik even, probeer een openings zin te bedenken. Misschien "Hoe gaat ie?" of "Iets gedaan in het weekend?" Ik loop naar ze toe. Nikkie draait haar hoofd om. De meisjes volgen. Ik zwaai. Hallo wil ik roepen maar ik glij uit over een bervroren plas water. Ik klap met een pats op de grond met mijn kont. Mijn handen redden gelukkig de val. Maar mijn rug doet verschrikkelijk pijn. Nikkie rent op me af. Ik blunder verschrikkelijk. Ik begin rood te kleuren. Nikkie kijkt me bezorgt aan.

"Floris, gaat het wel?" ik weet nu helemaal niks om te antwoorden.

"Leuk weekend gehad?" klap ik eruit.

Nikkie steekt haar hand uit. "Kom op sta op!" Roept Nikkie. Ik ontwijk haar hand en sta op. Maar het lukt niet. "Sukkel." roept Nikkie naar me. Ik schrik ervan. Zo boos heeft ze nog nooit gedaan. Appie komt naar me toe lopen. Hij geeft me een hand.

"Was niet zo slim van je." mompelt hij.

"Je denkt toch niet dat haar hand ga pakken." Zeg ik schijnheilig.

"Nou dit krijg je er dus van! Maakt niet uit als jij het zo wil." Appie blik is nadrukkend. Ik negeer hem. Jongens zijn sterker dan meisjes. Meisjes helpen jongens niet overeind. Alleen anders om.

"Kom je nog domme gast?" Vraagt Appie. "Je denkt toch niet dat ik op je ga wachten!" Ik loop achter hem aan. Als ik naar me kluisje loop zie Nikkie. Ze wenkt een blik naar me. Ik duik met me hoofd leterlijk in mijn kluisje. Ik probeer iets te verzinnen. Hoe kan ik het goed maken? Ik steek me hoofd uit me kluisje. Nikkie kijkt vreemd naar me. Terecht, je ziet ook niet elke dag een jongen die zijn boven lichaam in zijn kluisje probeert te proppen. Ik loop naar haar toe. Nikkie kijkt naar de grond. Ik probeer te ontdekken wat er zo belangrijk is aan de grond. Ik kijk in haar kluisje. Ik zie een gast met een sixpack. Daar zou ik nog jaren voor moeten trainen. "Waarom kijk je in me kluisje?" vraagt Nikkie vel.

"Hij is mooi." Ze glimlacht ploteseling. "Oh, dankje!" haar humeur is duidelijk veranderd.

"Nikkie is wil je iets vertellen." Ze kijkt me aan. Ze probeert te raden wat ik haar ga vertellen.

"Kunnen we even gaan zitten?" Ik pak haar hand en sleur haar mee naar de tafel.

"Ja hoor." mompelt ze nog verward. Mijn hoofd word rood. "Ik wil je wat vertellen.." Ik loop vast met mijn woorden. "Ik..Ik, wil je verkering?" Ik probeer niet naar haar ogen te kijken. Ik wacht op haar antwoord. Achter haar zie ik Appie staan. Hij maakt wat rare gebaren.

"Ja! Ja ik wil." ik concentreer me niet op Nikkie. Ze tikt me aan. "Hallo?"

"Ik heb er geen woorden voor." mompel ik als ik recht in haar gezicht kijk. Onze lippen komen recht naar elkaar toe. Ik voel haar zachte kersen smaken de lippen tegen de mijne komen. De zoen duurde wel twee minuten. Het waren de gelukkigste minuten uit mijn leven. Appie verstroorde die minuten hij liep naar ons toe. Hij zong een liefdes liedje.

HopeloosWhere stories live. Discover now