68. badboys

19 2 0
                                    

Pov Sam

Bij de villa aangekomen

Als we er zijn, gebaard mijn vader me om naast hem te gaan zitten. Onrustig en onzeker kijk ik rond. Waar zijn we? De ruimte waarin we zijn is enorm groot, er staat een lange tafel in waaraan veel mensen zitten. Mijn vader, moeder en ik zitten - helaas - vlak bij de heer. Hij jaagt me angst aan met zijn witte, neusloze gezicht. Rustig kijkt hij rond en zodra hij begint te spreken, voelt het alsof iemand de deur heeft opengezet.  Het is ijskoud. Ik gil kort van schrik als er ineens een slang over tafel kronkelt. Direct knuffelt mijn moeder me en ik knuffel angstig terug. Niet luisterend naar wat de heer allemaal aan het vertellen is. Pas zodra hij mijn naam noemt, kijk ik op. Om het nog erger te maken, staat hij op en gaat achter me staan. Mijn ouders glimlachen trots. 'Dit,' zegt hij, terwijl hij zijn vieze, koude handen op mijn schouders legt, 'word onze hulp naar binnen.' Iedereen begint te juichen.

Als alles zo ongeveer voorbij is, schaam ik me. Ik heb mijn vrienden alweer in de steek gelaten door over te lopen. Voorlopig durf ik ze niet onder ogen te komen. Ik ga maar naar bed.

~ volgende week ~

Voor ik terugging naar hogwarts heeft mijn vader, dronken weliswaar, flink toegetakeld. Ik moet doen alsog ik bang was en daarom naar mijn ouders renden om me te verstoppen. En dat ik toen ze terug gingen, perongeluk mee ben gegaan en ze me daar flink hebben toegetakeld, maar dat ik nog niet wegmocht, omdat ze dan een gijzelaar hadden en eindelijk iemand die ze mochten martelen. En ga zo maar door. Ik voel me nu al vreselijk om te moeten liegen tegen Es, Shel en Draco. Hopelijk vergeven ze me en vergeten ze het. Anders heb ik een probleem.

Terug op Hogwarts ontwijk ik iedereen zoveel mogelijk. Uit angst dat ze me een verrader vinden en me wat aandoen. Ook schaam ik me voor wat ik gedaan heb en wat er gebeurd is. En daar word ik bij potions pijnlijk aam herinnerd met een briefje op mijn tafel: 'Ik zie je om 4 uur bij de open plek. Kom alleen, ongewapend. Zo kom ik ook. En als je niet komt, zal ik iedereen piekfijn eraan herinneren wat je bent. Dooddoener. Ik zie je daar wel.'

Ik zucht zacht en verfrommel het, vlug stop ik het in mijn tas, in de hoop dat niemand het heeft gezien.

Als de lessen afgelopen zijn ga ik rechtstreeks naar mijn kamer. Over een kwartier moet ik op de open plek zijn. Na tien minuten heen en weer geijsbeerd te hebben, loop ik er vast heen. Mijn staf heb ik in mijn laars gedaan. Ik ga tegen een boom aan zitten en wacht tot de onbekende komt.

Blijkbaar was ik in slaap gevallen, want iemand wekt me. Nogal hardhandig. 'Zeg slaapkop. Ben je eindelijk wakker?' Zegt een jongensstem.
Ik mompel wat en sta op. Dan pas zie ik wie er voor me staat. Tristan. De leukste jongen van school, volgens iedereen behalve ik dan.
Opeens voelt die aan mijn zakken.
'He! Afblijven!' Roep ik terwijl ik hem op zijn handen sla.
'Tjah, ik moest even checken of je wel ongewapend was.' Zegt hij met een grijns die me niet bevalt. Hij heeft een plan. En ik niet. Ik verzink weer in mijn gedachten tot ik opeens doorheb dat hij me zacht in mijn rug duwt en mompeld dat ik moet lopen. Als ik wil kijken waarheen, zie ik niks. Hij heeft een blinddoek omgedaan.
'Wat ben je van plan?' Vraag ik terwijl ik probeer te blijven staan.
'Naar een andere plek. Dit valt te veel op. En je hebt een blinddoek om zodat je niet weet hoe je er moet komen en je dus je vrienden er niet naartoe kan halen.' Fluistert hij in mijn oor.
Ik zucht en blijf staan.
Opeens tilt hij me op en gil ik van schrik. Direct voel ik een hand op mijn mond.
'Niet schreeuwen.' Mompeld hij.
Dan begint hij te lopen, wat ik voel doordat ik wat op en neer beweeg. Opzich voelt het nog best ontspannen aan zo, in een rustig tempo, in een paar sterke armen. Ik leg mijn hoofd tegen zijn schouder aan en luister naar zijn ritmische ademhaling. Opeens stopt hij weer met lopen en ik grom wat over dat hij door moet lopen, waardoor hij grinnikt.
'We zijn er al hoor.' Zegt hij terwijl hij me neerzet en de blinddoek weer afdoet. Het duurt eventjes voor ik aan het licht gewend ben. We zijn ergens in het midden van het bos. Overal staan bomen. Daarna kijk ik hem aan terwijl ik probeer te bedenken wat ik wil zeggen.
'Leuk uitzicht? ' vraagt hij grinnikend.
'Hoezo?' Zeg ik fel.
'Shh, niet zo fel. Ik ben groter, sterker en we zijn hier alleen.' Zegt hij kalm, dreigend kalm. Ik zwijg en hij gaat zitten.
'Kom.' Zegt hij.
'Wat?'
'Kom.' Hij klopt op zijn schoot.
Ik zucht en besluit maar te gaan zitten. Direct trekt hij me dicht tegen zich aan. 'Zeg, wat minder strak mag ook.' Zeg ik. Hij grinnikt enkel. Ik probeer me los te wurmen uit zijn greep maar dat blijkt onmogelijk te zijn. 'Rustig maar.' Zegt hij kalmerend. En ondanks dat ik hem probeer te haten, kalmeer ik. Mijn verzet geef ik op en ik ontspan me. Na een paar minuten besluit ik het mezelf gemakkelijk te maken en leg mijn hoofd tegen zijn borstkas aan, zijn schouder is te hoog. Hij neuriet zacht en langzaam aan val ik in slaap.

Als ik na een poosje, gok ik, weer wakker word, zijn we niet meer op dezelfde plek, maar weer op de open plek. Ik glimlach, als ik merk dat hij een dekentje om me heen heeft gedaan. Dan pas merk ik dat hij nog rustig neuriet en mijn haar streelt. Het voelt heel natuurlijk aan, maar tegelijk ook slecht. Verraad ik Draco zo niet?
'Lekker geslapen?' Vraagt hij als hij merkt dat ik wakker ben. Ik knik. 'Ik zag het aan je, je was zo gespannen en je ogen zakte elke keer verder dicht. Dus besloot ik dat je wel wat slaap kom gebruiken.' Zegt hij lief.
Ik glimlach 'dankje' is het enige dat me zo te binnen schiet. Ik sluit mijn ogen weer en hij begint weer te lachen. 'Niet weer in slaap vallen, he Little?' Zegt hij. 'Little?'
'Ja' hij lacht.
'Ik ben niet klein!' Zeg ik.
'Voor mij wel.'
Oké, daar heeft hij een punt. Hij is vijfdejaars ofzo, ik pas tweedejaars. Hij is echt veel groter. Hij begint weer te neuriën en ik ontspan weer.

Alweer word ik na een poosje wakker. Ditmaal van stemmen. En opnieuw duurt het een poosje voor ik doorheb waar ik ben, in een kamer. Niet mijn kamer, ik vermoed die van Tristan. Ik ga rechtop in bed zitten en kijk naar hem, hij praat met wat vrienden van hem. Ik denk na, hoe ben ik hier terecht gekomen zonder wat te merken? Ik gil kort van schrik als het bed naast me ineens inzakt. 'Niet schrikken Little, ik ben het.' En hij knuffelt me weer. Zijn vrienden komen naar ons toegelopen en beginnen ineens allemaal dingen aan mij en Tristan te vragen, dingen zoals: Zoent hij goed (aan mij) of aan Tristan: zoent ze goed? Mag ik ook eens?
Verward en bang kruip ik zo dicht mogelijk tegen hem aan.
'Even rustig aan jongens.' Zegt hij.
Ze beginnen te lachen. 'Tris gast, wat is er met je? Normaal als een meid zo doet zeg je dat ze zich niet zo slap moet gedragen en mag een van ons.' Zegt een van hun. Dan word de deur open gedaan en komt er nog iemand binnen. 'Die Malfoy gast is echt woedend op je Tris,' Zegt hij tevreden glimlachend, 'ik heb tegen hem gezegd dat zij hem niet meer wilde en dat jullie nu wat samen hebben.' Tristan knikt enkel en legt mij naast zich neer, als ik weer rechtop wil gaan zitten, duwt hij me zacht terug. 'Ga nog maar even slapen Little.' Hij streelt kort over mijn haar en ik knik maar. Dan staat hij op en doet de gordijnen weer dicht, ook stuurt hij zijn vrienden naar de commonroom. Voor ik in slaap val bedenk ik me wat. Dit is Draco zijn kamer.

Our Hogwarts Adventure, Begins - 2 Years of Magic.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu