Hoofdstuk 7

1.2K 37 9
                                    

Hey allemaal, ik leef nog! In het vorige hoofdstuk had ik gezegd dat ik ging proberen om er niet zo lang over te doen, is mij dus niet gelukt. Ik zou me zelf moeten straffen. Waar is er een lamp, dat ik hem tegen mijn hoofd sla! Stoute Cherryblossom! ( in memory of Dobby. R.I.P. Dobby, je bent de beste elf ever! ) Ik heb wel al pogingen gedaan om vorige hoofdstukken wat te corrigeren en heb dus gezien dat in sommige hoofdstukken na een "enter" een witregel zit en bij sommige is het gewoon aan elkaar zoals het origineel was. Ik heb lang geprobeerd alles weer aan elkaar te zetten maar ik heb het nu opgegeven, sorry! Het maakt me echt gek!
In dit hoofdstuk komt er weer een oude bekende voor. Een personage die ik zeker niet wou vergeten om twee redenen: 1. Ze lijkt ergens wel op mij. 2. Haar naam was mijn oude bijnaam van toen ik klein was (haar echte naam). Zo, ik hoop dat jullie hebben uitgekeken naar het nieuwe hoofdstuk, veel lees plezier ^_^!!!

Albus heeft een paar seconden nodig om te beseffen dat hij achter Liana aan moet gaan. Nog steeds verward over wat er gebeurt was rent hij door de gangen achter haar aan. De vragen galmen door zijn hoofd. Dit kan toch niet? Maud is plots zo veranderd! Waarom deed ze plots zo gemeen terwijl ze uren daarvoor nog gezellig aan het praten waren. Enkele uren geleden maar nu lijken het eeuwen!
Liana loopt een kamer in en sluit de deur hard achter haar dicht. Albus stopt vlak voor de deur en Rose, Hunter, Lisa en Seth vlak achter hem. Hij heeft niet eens door gehad dat ze hem volgde.
 ‘Wat heeft Liana met de verboden meisjes-wc ?’ vraagt Hunter.
Albus antwoord niet en blijft naar de deur kijken. ‘Ik ga alleen naar binnen,’ besluit hij dan.
 ‘Maar Albus, is…’ maar Albus laat Rose haar zin niet afmaken. ‘Ik ga alleen, punt uit!’ roept hij haar toe. Geschrokken pakt een Rose een stap achteruit maar knikt dan. Albus weet wel dat hij gemeen doet tegen zijn nicht maar hij moet gewoon alleen met Liana praten. Hij weet eigenlijk niet waarom maar hij heeft gewoon dat gevoel.
Albus doet de deur open, stapt het toilet binnen en sluit de deur achter zich. ‘Het is hier geen opendeurdag hoor!’ zegt iemand die achter hem staat. Vlug draait Albus zich om en schrikt. Achter hem zweeft een geest van een tienermeisje. Ze heeft donker, sluik haar dat ze in twee staartjes heeft gedaan. Ze heeft een puisterig gezicht met een confituurglazen-bril. Ook al kan Albus de kleur niet zien, hij merkt de raaf op haar gewaad dus ze was in haar leven een leerlinge van Ravenklauw. ‘U moet Jenny zijn, niet?’ vraagt Albus met een zwak lachje want hij was zo geschrokken van haar dat zijn hart in zijn keel klopt. Jenny, of beter bekend als Jammerende Jenny is een geest die in de verboden meisjes wc woont. Ze stierf hier toen ze in de ogen van de basiliek keek die onder controle was van Marten Asmodom Vilijn, bekend als Voldermort. Albus’ vader heeft over haar vertelt. Door haar wist hij waar de Geheime kamer was, waar de basiliek leefde en Albus’ moeder werd gevangengehouden. Albus heeft het woordje “Jammerende” expres niet gebruikt want Jenny huilt enorm snel en Albus kan dat nu missen als kiespijn.
 ‘Ja, en wat is jouw naam?’ vraagt Jenny.
 ‘Albus Severus Potter,’ antwoord Albus.
Jenny begint te glimlachen. ‘Dus jij bent zijn zoon dan? Ow, het is al zo lang geleden. Ooit zat hij hier dat stomme drankje te brouwen…Maar wat kom jij hier dan doen?’
 ‘Ik ben op zoek naar een vriendin. Weet u waar ze is?’ vraagt Albus beleefd.
 ‘Jij bent een vriend van dat meisje? Pas maar op! De vorige keer bebloede ze een wasbak en vernielde ze met een oudere jongen bijna mijn wc,’ zegt Jenny en ze zweeft naar de wc hokjes. Ze blijft boven één zweven en draait zich terug om naar Albus. Ze wijst naar onder. Albus loopt naar het hokje, het enige dat op slot is. Een luid gesnik komt van achter de deur. Albus klopt op de deur.
 ‘Liana, ik ben het, wil je de deur…’
 ‘Ga weg!’ roept Liana.
 ‘Maar ik wil alleen….’
 ‘GA WEG!’ 
Albus zucht en pakt zijn toverstok. Hij richt hem op het slot en zeg: ‘Alahomora.’ Hij hoort het slot klikken. Voorzichtig doet Albus de deur open. Liana zit met haar knieën opgetrokken op het deksel van het toilet. Ze is zo hard aan het huilen dat ze Albus de deur niet eens had horen opendoen. Wanneer ze hem dan toch opmerkt schrikt ze haar dood en kijkt ze hem met bloeddoorlopen ogen aan.
 ‘Ik zei ga weg! Laat me toch alleen!’ roept ze nog steeds.
 ‘Ik wil je alleen maar helpen. We zijn toch vrienden?’ vraagt Albus.
  ‘Albus, je weet dat Maud gelijk had. Ik ben een monster! ‘ snikt Liana.
 ‘Dan wel een monster met een heel menselijk uiterlijk,’ zegt Albus en hij knielt vlak voor haar neer.
 ‘Vampiers zien er toch ook menselijk uit. Wel, voor zover ik weet zijn het nog steeds monsters!’
 ‘Maar ze hebben wel scherpe hoektanden,’ zegt Albus en hij toont zijn tanden in de hoop haar te doen lachen, tevergeefs. Liana trekt haar mouw omhoog en toont haar arm met het verband er rond. ‘Dit zijn mijn “hoektanden”!’
Albus kijkt naar de grond. Gaat ze nou echt ieder woord dat hij zegt in de wind slaan? Hij wil haar helpen. Hij wil haar doen lachen. Hij wil dat ze zich op haar gemak voelt als ze bij hem is.
 ‘Vampiers willen mensen vermoorden om te kunnen overleven. Voldermort wou mensen vermoorden om de macht te grijpen maar jij niet Liana. Jij wil juist niemand vermoorden en ik weet dat want ik zie het aan je ogen. Ik zie het omdat ik je vriend ben,’ zegt Albus serieus maar toch met tranen in zijn ogen.
 ‘Maar ik heb Voldermorts bloed in me Albus…’
 ‘Maar jij bent hem niet! Iedereen vergelijkt me met mijn vader, maar ik ben hem niet. Iedereen noemt me “Harry Potters zoon” maar ik ben meer dan zijn zoon. Ik ben Albus, niet mijn vader. Jij bent Liana, niet Voldemort. Ja, het kan dat je trekjes van hem hebt overgeërfd maar ik in die korte tijd dat ik je ken heb ik wel al één groot verschil opgemerkt: Jij bent niet in staat iemand te vermoorden. Jij weet wat goed is en wat slecht. Jij bent iemand die op de achtergrond probeert te blijven terwijl dat Voldemort alle aandacht voor zichzelf wou!’
 ‘Maar wie zegt dat ik niet in staat bent tot moord? Misschien is er een kant in mij dat het wel kan Albus! Hoe kan jij zeker zijn dat ik die kant niet heb?’
‘Omdat ik je vriend ben en ik dat ook zal blijven,’ zegt Albus. Liana blijft naar hem staren, een beetje verbaasd. ‘Ik wil je helpen als je problemen hebt. Ik wil je troosten als je verdrietig bent. Ik wil bij je zijn als je je alleen voelt. Ik wil er voor je zijn Liana. Ik wil je leren kennen, beter dat dat ik dat nu al doe! Ik wil jouw vriend zijn.’
Liana’s gesnik wordt harder en ze valt tegen Albus. Ze begint harder te huilen terwijl haar gezicht tegen zijn borstkas ligt. Voorzichtig legt Albus zijn armen om haar heen. Hij laat er gewoon uithuilen terwijl hij haar blijft omarmen. Na een paar minuten neemt Liana voorzichtig een stap terug maar ze kijkt Albus niet aan.
 ‘iedereen gaat weg van me Albus. Ik wil dat niet meer, ik kan dat niet aan,’ zegt ze, nog wat nasnikkend.
 ‘We krijgen Maud wel terug. Het kan niet dat ze plots zo verandert. Er moet meer aan de hand zijn,’ zegt Albus terwijl hij rechtstaat. ‘En wij gaan uitzoeken wat.’ Albus steekt zijn hand uit en helpt Liana recht.
 ‘Wees maar blij dat je tenminste vrienden hebt. Als ik hier zit te huilen komt er nooit iemand om me te troostten,’ zegt Jenny die al de hele tijd op de rand van het wc-hokje zit te zweven. ‘Nooit gedacht dat Voldermort kinderen zou hebben.’
Liana blijft even geschokt staan, net als Albus. Hij was Jenny helemaal vergeten en ze hadden daar openlijk zitten babbelen over het feit dat Liana familie van hem is.
 ‘Alstublieft juffrouw Jenny, vertel het niet aan iemand door. Ik smeek u,’ zegt Liana weer uiterst beleefd zoals ze altijd tegen vreemde praat.
 ‘Aan wie zou ik het moet doorvertellen?’ vraagt Jenny en ze zucht verdrietig. ‘Niemand komt ooit met me praten.’
Albus weet wel waarom niemand met haar komt praten. Eén woord verkeerd en ze begint te huilen als een gek.
 ‘en als ik nou soms met u kom praten? U lijkt me een aardig persoon,’ zegt Liana met een vriendelijke, schattige glimlach.
Jenny lacht even maar kijkt dan weer bedroefd. ‘Je zit te jokken,’ zegt ze.
 ‘Ow nee hoor. Mijn over-overgrootvader is verantwoordelijk voor uw dood en zoals ik al zei, u lijkt me erg aardig dus het is het minste wat ik kan doen,’ zegt Liana.
Nu blijft Jenny’s glimlach en ze gaat enorm dicht bij Liana zweven. ‘Echt waar?’ vraagt ze voor alle zekerheid.
 ‘Tuurlijk, het is toch maar een kleine moeite om een paar keer te komen. Ik kom minimum twee keer in de week, is dat goed?'
Jenny knikt overenthousiast en draait een paar keer rond. Dit had Albus niet verwacht, een blije Jammerende Jenny. Hij lacht een beetje en pakt dan Liana’s hand.
 ‘De anderen staan buiten op ons te wachten, we moeten nu echt gaan,’ zegt hij.
Liana knikt en kijkt dan naar haar hand die Albus vast heeft en ze begint te blozen. Albus beseft dan pas wat hij aan het doen is en trekt zijn hand terug. Hij draait zich om zodat hij kan verbergen dat hij bloost en terwijl vraagt hij zich waarom hij dat eigenlijk deed.
 ‘Euhm…zullen we dan maar gaan?’ vraagt hij dan aan Liana en hij ziet haar knikken en zwaaien naar Jenny. Ze verlaten samen en in stilte het toilet en wanneer de deur opengaat vliegt Lisa Liana om haar hals. ‘Alles ok met je?’ vraagt ze bezorgt aan haar terwijl ze nog steeds Liana knuffelt.
Liana duwt voorzichtig Lisa van haar af en lacht een beetje. ‘Ik heb me wel al eens beter gevoelt maar het gaat wel,’ antwoordt ze.
 ‘Ok, goed want we hebben wat ontdekt,’ zegt Hunter.
Rose kijkt Hunter aan. ‘Wat val jij met de deur in huis zeg,’ zegt ze tegen hem. ‘En trouwens, het is Seth die iets vermoed.’
 ‘Ik ben het eigenlijk zo goed als zeker,’ zegt Seth.
 ‘Wat is er dan?’ vraagt Albus want hij heeft het gevoel dat als hij er zelf niet achter vraagt dat ze het nooit zullen weten.
 ‘Maud is waarschijnlijk vervloekt,’ zegt Rose.
 ‘Ze IS vervloekt,’ zegt Seth.
 ‘Maar jij bent de enige die het gezien heeft en één iemand is geen sluitend bewijs Seth,’ zegt Rose.
Seth wil zijn mond opendoen maar Albus onderbreekt hem. ‘Mogen we ook weten waarom je dat denkt Seth?’ vraagt hij.
 ‘Niet denken, ik ben het zeker. Mauds oogkleur is verandert van bruin naar paars en dat kan niet zomaar gebeuren dus ik denk dat Phaedra haar vervloekt heeft achter de les want zij is de enige die met Maud gesproken heeft voor ons,’ legt Seth uit.
 ‘Wat we ook niet zeker zijn,’ onderbreekt Rose.
Seth kijkt weer enorm boos naar Rose. ‘Ik heb tenminste een idee wat er met onze vriendin gebeurd is! Heb jij al een idee gehad? Nee!’ zegt hij boos tegen haar.
Rose word hier ook niet bepaald blij van en begint dan ook maar te schreeuwen. ‘We kunnen niet zomaar van iets uitgaan als er maar één iemand is die het gezien heeft. We hebben zekerheid nodig Seth!’
 ‘Hou op, jullie alle twee!’ schreeuwt Liana plots en Albus kijkt haar verbaasd aan. Hij had het eigenlijk gewoon niet verwacht van haar. Liana is blijkbaar ook duidelijk geschrokken van haarzelf want ze kijkt enorm verbaasd maar toch gaat ze verder. ‘Het is de enige denkpiste die we hebben Rose. We kunnen het op z’n minst onderzoeken.’
Seth kijkt Rose aan met een “zie je wel” blik terwijl Rose verslagen van hem wegkijkt.
 ‘Ik stel voor om naar de bibliotheek te gaan en het te onderzoeken en vanavond bij het eten letten we onopvallend op Maud haar ogen,’ stelt Albus voor en iedereen stemt in. Zo gingen ze dus met z’n allen naar de bibliotheek maar ze zeiden geen woord, gewoon omdat niemand wist wat te zeggen. Albus kijkt soms naar Liana en de ene keer lijkt ze afwezig en de andere keer lacht ze naar Albus. Hij wil weten wat ze denkt, wat er in haar omgaat maar er is ook iets in hem dat zegt dat hij het al weet en dat maakt hem alleen verwarder. Waarom is er die drang om haar te beschermen?
Niet veel later zitten ze met z’n allen, min Maud, in de bibliotheek omringt door stapels boeken. Albus heeft al veel bezweringen gelezen maar niks lijkt op dat van Maud. Ieder boek heeft een verschillend effect op hen. Lisa en Hunter zijn ondertussen zo verveeld dat Lisa maar blijft gapen en Hunter ligt met zijn hoofd op de tafel en houd het boek voor hem maar Albus heeft het gevoel dat hij meer staart naar de letters dan echt te lezen wat er staat. Seth, Rose en Albus zelf worden zenuwachtiger want hoe langer ze aan het lezen waren hoe hopelozer de situatie leek. Seth smijt de boeken zowat in het rond en Rose bladert erdoor met een snelheid dat zelfs Albus haar niet meer kan bijhouden. Albus zelf hoort hoe hij zucht en klaagt en ondertussen al wat begint te trillen van de stress. Liana lijkt er het minst moeite mee te hebben en blijft rustig verder lezen maar Albus voelt gewoon dat ze zich nog steeds slecht voelt.
Dan gooit Rose haar boek met zo’n harde klap dicht dat iedereen enorm schrikt en Hunter zelfs van zijn stoel valt.
 ‘Dit is hopeloos. Er zijn miljoenen bezweringen en we hebben te weinig aanwijzingen om ons onderzoeksveld te verkleinen. Tegen de tijd dat we weten wat Maud bezielt zijn we bejaard,’ zegt ze gefrustreerd.
Albus heeft eigenlijk hetzelfde gevoel maar hij weet gewoon dat hij de hoop niet mag opgeven, voor Maud.
 ‘We kunnen de hoop niet opgeven! We moeten iets vinden! We moeten Maud redden!’ roept Seth.
 ‘Ja maar…ok, ik weet dat dit gemeen gaat klinken maar wat nou als Maud niet vervloekt is door Phaedra. Ik bedoel, ik denk niet dat Phaedra echt al in staat is om iemand te vervloeken. Volgens mij zijn alleen Rose en Seth daar slim genoeg voor,’ zegt Lisa.
 ‘Lisa heeft gelijk. We hebben in nog geen enkele les gezien hoe we mensen van gedachten kunnen laten veranderen dus hoe kan Phaedra dan weten hoe ze moet vervloeken?’ vraagt Hunter. ‘Ze is niet zo’n boekenfreak gelijk Seth en Rose, voor zover dat ik weet toch.’
Phaedra is niet dom maar ze is ook weer niet zo slim als Rose of Seth, dat heeft Albus ook al gemerkt.
 ‘Nee, Phaedra is instaat tot vervloekingen,’ zegt Liana en Albus ziet dat Liana nerveus word. Ze kijkt om haar heen om te zien of dat er niemand is en kijkt hen dan terug aan. ‘Jullie mogen dit aan niemand vertellen maar Phaedra…Phaedra is…’
 ‘Phaedra is wat Liana?’ vraagt Albus ongeduldig.
 ‘Phaedra is één van de nieuwe dooddoeners,’ zegt Liana in één adem zodat ze er rap vanaf is.
 ‘Pardon?’ vraagt Rose verbaasd en ze is niet de enige die het niet snapt want Albus is ook niet mee.
 ‘Phaedra is één van de laatste telgen van de Black familie. Ik weet ook niet hoe het precies zit maar zowat heel haar familie zit bij de dooddoeners en hebben haar al wat zwarte magie geleerd’, zegt Liana.
Albus blijft er even over nadenken. ‘Ze weet al van het begin wie je bent,’ zegt mompelt hij. ‘Bij de sorteerceremonie pakte ze je arm toch?’
Liana knikt. ‘Ik weet niet hoe ze het weet maar ja ze weet wie ik echt ben.’
 ‘Maar dan weten de dooddoeners toch waar je bent?’ vraagt Rose.
Weer knikt Liana. ‘Ivan en Mira hebben het al aan professor Anderling gezegd en die heeft ze verzekerd dat Zweinstein enorm goed beveiligd is en thuis is er ook een sterke beveiliging dus er zou geen probleem moeten zijn maar… Ik heb tot net nog niemand verteld dat Phaedra een dooddoener is, alleen dat ik er zeker van ben dat er één in mijn beurt is.’
 ‘Liana, met Phaedra in de buurt loop je enorm groot gevaar! Als Phaedra een boosdoener is en tussen hen is opgegroeid dan is ze gevaarlijk en de bevlieging van Zweinstein gaat je niet helpen als ze je iets aandoet want ze is binnen,’ zegt Albus bezorgd.
 ‘Phaedra is nog niet gevaarlijk, of toch nog  niet levensgevaarlijk.  Phaedra blijft een eerstejaars net als wij dus haar zwarte magie is nog niet zo ver gevorderd en trouwens, Phaedra is ook bang dat haar geheim uitkomt, net als mij. Als haar geheim uitkomt gaan er zeker veel mensen zijn die zich tegen haar gaan keren en misschien zelfs wegjagen uit Zweinstein en ze wil hier ook heel graag blijven. Dat betekent dus dat ze geen aanval kan doen op grote schaal want dat gaat teveel opvallen en dan is haar geheim ook meteen bekent. En met jullie in mijn buurt is het moeilijk om me alleen te benaderen en in de afdeling is er ook altijd wel iemand in de buurt zelfs al zit ik alleen een hoekje,’ legt Liana uit. ‘Nu klinkt het alsof ik jullie gebruik voor mijn eigen veiligheid niet?’
Albus schud zijn hoofd. ‘We zijn bij je omdat we dat willen zijn,’ zegt hij tegen haar en Liana lacht naar hem. Dan hoort Albus hoe Hunter iets zit te mompelen en druk door zijn boek zit te bladeren. Albus gaat we dichter bij hem staan en hij hoort Hunter nu duidelijk ‘Bang….bang…’ mompelen en dan plots veert Hunter recht en roept hij: ‘Ik heb het gevonden!’
 ‘Wat heb je gevonden?’ vraagt Lisa.
 ‘Wat er is met  Maud. Luister. “De Falatès betovering is een ritueel die de huidige angst van een persoon zodanig versterkt dat een persoon anders op die angst gaat reageren. Meestal is de reactie van die persoon een agressieve reactie of word de persoon totaal bezeten van die angst dat het zijn of haar leven gaat beheersen. Degene onder invloed van de Falatès betovering ondergaat een lichte fysieke verandering, namelijk de kleur van de ogen verandert in de kleur geel, paars of appelblauwzeegroen. Om deze betovering uit de voeren moet een persoon laten ruiken aan een mengsel van een hart van een pad, een hart van een rat, sap van duivelstrik en alruinwortel. De maker moet er dan voor zorgen dat de angst die hij wil versterken op dat moment de grootste angst is van de persoon die hij wil betoveren.” Het klopt met wat Maud heeft toch?’
 ‘Best wel, geef me dat boek eens,’ zegt Seth en voor Hunter het boek kon geven aan hem had Seth het boek al in zijn handen en begon het te lezen.
 ‘Maar dan moet Maud toch bang zijn van Liana? Liana ziet er toch niet eng uit of ze doet toch niet eng,’ zegt Lisa.
Albus kijkt even naar Liana en zijn ogen glijden naar haar arm. ‘Maud is niet bang van Liana zelf maar van het feit dat ze familie is van Voldermort. Ze is bang dat Voldemort gaat ontwaken via Liana en ons gaat vermoorden,’ zegt hij.
 ‘Kom op zeg, dat gaat nooit gebeuren!’ zegt Lisa.
 ‘Lisa, dat zijn we niet zeker. Ik geef het zelf toe dat ik daar bang voor ben en ik denk dat iedereen dat hier is.’ Albus ziet hoe Liana angstig naar Albus kijkt. ‘Begrijp me niet verkeerd maar die angst is er gewoon diep vanbinnen en ik ben er echt zeker van dat iedereen daar bang voor is maar dat betekent niet dat we Liana gaan laten vallen daarvoor. Integendeel juist, het is daarom dat we haar moeten beschermen. We moeten ervoor zorgen dat Liana Liana blijft en niet opeens Voldemort word. Niet alleen voor ons eigen veiligheid of die van onze families maar vooral voor Liana, voor onze vriendin die we niet kwijt willen.’ Het blijft even stil en iedereen staart Albus verbaasd aan. Alleen Liana glimlacht naar Albus en dat stelt hem op zijn gemak. Na een lange stilte is het uiteindelijk Rose die de stilte verbreekt.
 ‘Dus…Phaedra heeft zo op Maud ingepraat dat het op dat moment haar grootste angst was,’ zegt ze en Albus knikt.
 ‘Dan zijn er nog een paar belangrijke zaken . Hoe verbreken we de betovering en hoe komt Phaedra aan die producten?’ vraagt Lisa.
 ‘Nu je het zegt, hoe komt ze eraan?’ vraagt Rose en ze kijkt naar Liana in de hoop dat zij het antwoord weet maar Liana haalt haar schouders op. ‘Hoe moet ik dat nou weten,’ zegt ze.
 ‘Wel, in ieder geval, er staat hier hoe je het moet genezen. Met de geur van een Maanbloem,’ zegt Seth.
 ‘En waar vinden we dat?’ vraagt Albus.
 ‘Dat staat er niet in,’ zegt Seth kortaf en hij zucht teleurgesteld.
 ‘Nu zitten we weer vast! Dat schiet hier echt fantastisch op!’ roept Hunter en Albus ziet hoe sommige andere leerlingen nu naar hen staren.
 ‘Stiller kan ook,’ zegt Albus als waarschuwing want hun gesprekken mogen absoluut niet door anderen gehoord worden.
 ‘We kunnen het aan professor Magno vragen of aan professor Lubbermans. Zij zullen toch wel weten waar we die bloem kunnen vinden toch?’ stelt Lisa voor maar Rose ketst het idee meteen af. ‘Lisa, denk toch even na! Hoe wil je dat gaan vragen? “ Ow professor, weet jij waar we een bloem kunnen vinden waarmee we onze betoverende ex-vriendin kunnen terughalen?”’
 ‘Zo slecht klinkt dat nu toch niet? Ik vind eigenlijk dat we Phaedra moeten aangeven hoor. Ze is een gevaar! Maud is het bewijs! Ze mag dan niet zo enorm sterk zijn, ze is ons wel al uit mekaar aan het drijven en als Liana alleen is zijn we verloren, toch? Wat maakt het nu uit dat Phaedra hier op school wil zitten, ze hoort hier niet! Dus als we zeggen aan de professoren wat er aan de hand is gaat Phaedra weg dus ook het gevaar van binnenuit en ze kunnen ons helpen Maud bij zinnen te krijgen,’ zegt Lisa die duidelijk haar geduld aan het verliezen is. Albus is best verbaasd dat Lisa zo reageert. Lisa is normaal gezien erg stil en ze begint dan wel langzaam uit haar schelp te komen ze reageert nooit fel.
 ‘We kunnen Phaedra echt niet aangeven Lisa,’ zegt Liana.
 ‘Liana, je bent te vriendelijk, echt waar. Onze problemen zullen toch opgelost zijn als Phaedra weg is?’ zegt Lisa maar Liana schud haar hoofd. ‘Als we Phaedra verraden zal mijn geheim ook uitkomen en dan moet ik ook weg en dat wil ik echt niet,’ zegt ze.
 ‘Ja maar het hoeft toch niet gezegd te worden dat Phaedra een dooddoener is die jouw probeert te vangen?’ vraagt Lisa en weer schud Liana haar hoofd. ‘Mensen zullen proberen uitzoeken waarom  Phaedra is weggestuurd als ze de precieze oorzaak niet te horen krijgen en dan zullen ze erachter komen. Onze geheimen zijn met mekaar verbonden. Word de één bekend gemaakt dan zal de andere ook worden bekendgemaakt.’
Lisa zwijgt omdat ze er niks meer op kan zeggen. Albus snapt Liana’s redenering volledig maar het maakt de situatie alleen maar ingewikkelder. Hoe kunnen ze zonder de geheimen te verraden Maud terugkrijgen?
Het blijft weer een tijdje stil totdat Rose iets zegt. ‘Weet je, ik denk dat ik aan een professor kan vragen waar we zo’n bloem kunnen vinden zonder iets te verraden. Ik heb alleen dat boek nodig. Seth, mag ik het hebben?’
Seth knikt en geeft het boek aan Rose. Ze loopt er mee weg, waarschijnlijk om te gaan vragen of ze het mag lenen en komt na een tijdje weer terug.
 ‘Ik ga het straks proberen vragen bij het eten. Wat kunnen we nu doen?’ vraagt ze terwijl ze boek stevig tegen haar houd.
 ‘Huiswerk?’ stelt Seth voor en Hunter kokhalst weer.
 ‘Heb je echt geen beter idee man?’ vraagt hij.
 ‘We kunnen beter iets zinnigs doen. Je gaat het toch moeten maken hoor,’ zegt Seth.
Liana staat op en zegt:’ Het spijt me maar ik kan me nu niet concentreren. Ik ga wat gaan wandelen.’
Albus staat ook op en gaat naast Liana staan. ‘Het is geen goed idee om nu alleen te lopen vind ik, met Phaedra en Maud. Ik zal met je meegaan, als je het niet erg vind,’ zegt hij en Liana knikt. ‘Lijkt me fijn,’ zegt ze.
 ‘Ik zal ook met jullie meegaan!’ zegt Hunter.
 ‘Wou je niet dat ik je help met dat opstel voor Toverdranken. Wel, ik help je nu of ik help je nooit,’ zegt Rose.
Hunter zucht. ‘Jij bent zo’n bitch Rose, serieus,’ mompelt hij en terwijl wandelt Liana al weg.
Albus haalt haar snel in en ze wandelen in stilte naast elkaar. Albus volgt Liana gewoon. Hij wil de stilte verbreken maar hij weet echt niet hoe. Liana is uiteindelijk degene die de stilte verbreekt. ‘Ik lijk echt een depressief kind he?’ vraagt ze zonder Albus aan te kijken.
 ‘Helemaal niet. Je hebt gewoon een moeilijker leven dan ons, dat is alles. Maar we helpen je er wel door heen’ zegt hij en Liana haalt gewoon haar schouders op.
 ‘Ik vraag me echt af hoe mijn vader het heeft kunnen volhouden, of mijn grootvader, of mijn overgrootvader. Ik weet eigenlijk amper iets over hen.’
 ‘Heeft je vader je nooit iets verteld over Zweinstein?’ vraagt Albus. Zijn vader had dat wel gedaan.
 ‘Alleen maar de goede dingen. Je vertelt geen slechte dingen aan een kind. Nou ja, ze hadden me wel verteld over Voldermort maar dat konden ze ook moeilijk geheim houden,’ vertelt Liana. Ze stopt met wandelen en kijkt uit het raam. ‘”In ons schuilt er slecht bloed Liana maar dat betekent niet dat we zelf slecht zijn. Wij beslissen zelf wie we worden, helemaal zelf. Wat voor ons voorbestemd lijkt hoeft het niet te zijn” zei mijn vader tegen me.”
 ‘Jouw vader is wel een diepzinnige man,’ zegt Albus en Liana moet er om lachen.
 ‘Eigenlijk wel ja. Hij dacht veel na over dingen. Dan zat hij buiten tegen een muur van ons huis en ik mocht hem dan nooit storen van mijn moeder maar ik wou zo graag met hem spelen.” Liana grijpt naar de hanger om haar hals. ‘Ik mis ze heel erg. Ik had langer bij hen willen zijn, met hen willen praten, hen leren kennen maar dat gaat nu niet meer. Ik ben zo jaloers op je Albus, dat je over hem gedroomd heb. Dat mijn vader met je gepraat heeft. Als ik over hen droom zijn het alleen de nare herinneringen die ik droom en ik heb hun stem nooit meer gehoord maar jij wel. Ik ben echt jaloers.’
 ‘Het spijt me,’ verontschuldigt Albus zich en Liana kijkt hem.
 ‘Waarom? Je kan er toch niks aan doen,’ zegt ze en dan kijkt ze weer naar de lucht. ‘Ik weet dat dit raar klinkt maar al van op de trein heb ik het gevoel dat wij…verbonden zijn. Ik snap niet waarom, misschien omdat we elkaars tegenpolen zijn of zo.’
 ‘Elkaars tegenpolen?’ vraagt Albus.
 ‘Jij bent de zoon van Harry Potter, ik het achterachterkleinkind van Voldermort. Jij zit in Griffoendor, ik in Zwadderich. Jij hebt een grote familie, ik ben de laatste van mijn echte familie. Jij hebt donker haar, ik heb licht haar. Jij bent een jongen en ik een meisje,’ somt Liana op en Albus begint te lachen om haar.
 ‘Die laatste twee dingen slaan nergens op,’ lacht hij en Liaan lacht ook.
 ‘Weet ik maar het is wel zo,’ lacht zij op haar beurt en ze admet even diep in zodat ze stopt met lachen. ‘We lijken wel yin en yang. Elkaars tegenpolen maar toch vullen we mekaar aan.’
 ‘Je hebt eigenlijk wel gelijk. Ik heb ook het gevoel dat we verbonden zijn. Alsof ik je eigenlijk al langer ken,’ zegt Albus.
 ‘Ja. Alsof je al mijn hele leven bij me was maar ik je gewoon niet kon zien, zoiets.’
 ‘Best raar eigenlijk.’
 ‘Ach, bestaat normaal eigenlijk wel? Toch niet in mijn leven.’
Er valt maar weer eens een stilte en Albus kijkt naar de wolken. Liana voelt het dus ook, die verbondenheid, maar wat betekent het? Is het niks of heeft het toch een betekenis?
Albus en Liana worden beiden wakker geschud door een hels lawaai dat ook naar buiten komt. Het zijn James en professor Magno die hevig in discussie zijn met elkaar.
 ‘Potter, wil je alsjeblieft blijven staan!’ roept professor Magno boos.
 ‘waarom zou ik? U staat me hier vals te beschuldigen! Ik heb niks gejat zeg ik!’ roept James.
 ‘Ik ken je langer dan vandaag Potter!’ snauwt professor Magno en hij grijpt James bij zijn schouder. Hij moest nu wel blijven staan.
 ‘Als je mijn spullen terug geeft dan kom je er nog van af met een lichte straf,’ zegt professor Magno.
 ‘Maar ik heb niks gestolen, ik zweer het! Ik heb allen nog maar dingen gepakt van mensen uit Griffoendor en ze hebben hun spullen terug. Ow ja, ook nog de mantel van een eerstejaars Huffelpuf maar hij heeft hem ook terug. Ik had hem gewoon in een boom gegooid. Het zijn maar grapjes die ik uit haal hoor! Als ik al iets pak geef ik het terug. Ik ben geen dief!’ verdedigt James zich.
 ‘Ja vooral. Je bent een brave jongen die alles teruggeeft. En mijn lokaal dan?!’
 ‘Wat heeft dat er nu mee te maken? Ik heb het een beetje laten ontploffen maar ik heb er niks uit gestolen hoor!’
 ‘Een beetje laten ontploffen?!’ Professor Magno begint rood te zien van woede en Albus besluit dan maar wat te gaan helpen.
 ‘Professor, ik denk dat James gelijk heeft hoor. Als hij liegt zou hij nu proberen zijn alch te inhouden en dat doet hij niet. Geloof me, ik ken mijn broer,’ verdedigt Albus James en zowel Magno als James kijken hem verbaasd aan. Professor Magno kijkt dan eens serieus naar James die op zijn beurt redelijk boos kijkt.
 ‘Ik geef je voordeel van de twijfel. Maar als ik er achter kom dat jij het was dan heb je de poppen aan het dansen Potter! Euh…de oudste he, voor alle duidelijkheid,’ zegt professor Magno en hij stampt woedend en verslagen weg.
 ‘Wat was er nou precies?’ vraagt Albus en James zucht.
 ‘Hij verdenkt mij dat ik gerief uit zijn voorraadkast heb gepikt maar ik heb het echt niet gedaan. Ik ga hem niet nog meer gaan uitdagen, nu nog niet,’ legt James uit.
 ‘Wat is er dan weg?’ vraagt Albus door, maar eigenlijk heeft hij al een vermoeden.
 ‘Bwa, wat was het weer? Oh ja, een hart van een pad, een hart van een rat, een stukje duivelstrik en nog iets…ow ja, alruinwortel. Waarom wil je dat weten eigen?’
 ‘Oh zomaar,’ liegt Albus want zijn vermoeden is bevestigt. James is inderdaad onschuldig, Phaedra is de dader.!
 ‘Nou ja, merci broertje. Zonder jouw zat ik waarschijnlijk nu bekers te poetsen of zo. Deze hou je nog te goed,’ zegt James en hij haalt Albus’ haar door te war en gaat dan weg.
 ‘Zo komt Phaedra aan die ingrediënten,’ zegt Liana die in de tussentijd achter Albus is gaan staan.
Albus knikt. ‘Alle puzzelstukjes beginnen in mekaar te vallen,’ mompelt hij.
 ‘Ja…Zullen we ook wat huiswerk maken? Het is nog een uur tot het avondeten dus dan doen we beter iets zinnigs,’ zegt Liana.
 ‘Ik dacht dat je geen concentratie had?’ zegt Albus en Liana knikt.
 ‘Maar nu gaat het wel weer. Je had toch problemen met Verweer tegen Zwarte kunsten, laat me je helpen.’
Zo komt het dat Albus en Liana een uur lang lachend hun huiswerk maakten, alleen zij twee. Het lijkt alsof er die dag niks gebeurt was en Albus vind dat fijn. Ze hoefden zich niet de hele tijd zorgen te maken, alles zal wel goed komen. Dat hoopt hij toch. Na hun huiswerk gingen ze naar de eetzaal terwijl Albus grappige verhalen vertelt over zijn familie. Liana blijft er de hele tijd om lachen tot dat ze Maud en Phaedra zien. Maud kijkt nog steeds met walging naar Liana terwijl Phaedra een sluwe glimlach toont. Alle vier blijven ze even zo naar elkaar kijken tot Liana de mouw van Albus grijpt en hem zachtjes meetrekt.
 ‘Laten we niet treuzelen. Ik heb honger,’ zegt ze met een glimlach.
Albus laat zich meetrekken maar kijkt een beetje verbaasd naar Liana. Het lijkt haar nu niks te doen, in tegenstelling tot een paar uur geleden. Liana kijkt even naar Albus en ze ziet blijkbaar dat hij er niks van begrijpt.
 ‘Mijn vader heeft me ooit vertelt dat je aan je vijanden niet mag tonen dat je bang bent of dat je merkt dat je verliest. Het maakt hen sterker en verzwakt jouw,’ legt ze uit. ‘Handige truc eigenlijk. Ik was het vergeten vanmiddag. Het had ons een hoop drama bespaart als ik het me wel had herinnerd.” Liana laat dan Albus mouw los. ‘Eet smakelijk,’ zegt ze en ze gaat naar de tafel van Zwadderich.
Albus wandelt nog steeds een beetje verbaasd naar de tafel van Griffoendor en voegt ze bij Rose, Lisa en Hunter die er blijkbaar al zijn.
 ‘En, hoe was je date?’ vraagt Hunter plagerig aan Albus.
 ‘Het was geen date, we hebben gewoon gebabbeld en huiswerk gemaakt,’ zegt Albus terwijl hij wat puree op zijn bord schept.
 ‘Klinkt nog steeds als een date,’ zegt Hunter en Albus geeft het gewoon op. Hij wil er niet verder op in gaan.
 ‘Ow ja,’ zegt Albus en hij gaat dan op fluistertoon verder. ‘We zijn er achter gekomen hoe Phaedra aan al die spullen komt. Ze heeft ze gewoon gestolen uit de voorraadkast van professor Magno.’
 ‘Hoe weet je dat nou weer?’ vraagt Lisa op fluistertoon.
 ‘Lang verhaal, vertel ik nog wel eens.,’ zegt Albus en hij gaat weer verder op gewone toon. Als ze blijven fluisteren valt het teveel op ook al houd niemand zich echt met hen bezig.
 ‘Het is inderdaad waarschijnlijk die falatès-vloek. Je moet naar Maud haar ogen kijken. Seth had gelijk, ze zijn paars van kleur,’ zegt Rose terwijl ze richting Maud knikt.
Albus kijkt voorzichtig richting de tafel van Huffelpuf en probeert Mauds ogen te zien. Als je er op let zijn haar ogen inderdaad paars.
 Rose gaat verder. ‘Ik ga straks vragen aan professor Lubbermans waar we die bloem kunnen vinden. Ik heb het boek bij me, het moet me wel lukken.’ En ze toont even het boek dat op haar schoot ligt.
 ‘Je mag echt geen argwaan wekken he Rose,’ waarschuwt Albus zijn nichtje.
 ‘Heb eens wat vertrouwen in mij Albus. Dit word zo gemakkelijk, net als snoep afpakken van een baby,’ zegt Rose.
 ‘Alsof jij ooit snoep zou afpakken van een baby,’ grinnikt Hunter
 ‘Dat doet er niet toe. Ik gebruikte het als metafoor,’ zegt Rose.
Albus zit eigenlijk meer te prutsen met zijn eten dan dat hij het opeet. Hij blijft maar denken aan al de problemen die zich in korte tijd voordoen. Hij moet zich nu concentreren op Maud, zij is nu het belangrijkste.
Na het eten zegt Rose dat ze op haar moeten wachten  en dat doen ze dan maar in de hal. Liana en Seth hebben zich bij hen gevoegd en ze wachten in stilte op Rose tot Maud en Phaedra weer voor hen komen staan.
 ‘Aaaah Liana, heb je je deze keer niet gesneden? Flink hoor want dat mag je niet meer doen. Zo stout van je om je broer en zus met je te laten vechten,’ zegt Phaedra tegen Liana op een kinderachtige toon.
Albus hoort hoe Hunter licht begint te grommen. Zelf word hij ook woedend maar hij laat het niet merken. Liana lijkt er haar deze keer niks van aan te trekken.
 ‘Best wel erg niet, dat je Griffin en Eleonore jouw vuile werk te laten opknappen. Hoe verschrikkelijk moet het wel niet voor hen zijn om hier op een monster te passen?’ zegt Maud en ze lacht.
 ‘Ik heb Griffin en Eleonore tot niks verplicht en zal dat ook in de toekomst niet doen. Ze hebben mij uit vrije wil tegengehouden die dag, waarvoor ik hen dankbaar ben,’ zegt Liana. In haar toon is geen enkel spoor van Angst en verdriet. Ze volgt dus deze keer wel de raad van haar vader op.
 ‘Misschien heb jij hen niet verplicht maar hun ouders wel. Hun echte ouders hebben hen verplicht om op te passen op het meisje dat ze alleen uit medelijden in huis namen,’ gaat Phaedra verder.
 ‘Ga toch weg jullie!’ gromt Hunter.
 ‘Hou je mond! Wij mogen gaan en staan waar we willen!’ snauwt Maud.
Opeens raakt een rode lichtflits Maud en ze word door weg gegooid. Ze valt hard op de grond en kijkt verbaast naar haar aanvaller. Net als Albus trouwens. Lisa staat woedend met haar toverstaf in haar handen.
 ‘Hou je zelf je mond!’ schreeuwt ze naar Maud en terwijl krabbelt Maud recht.
 ‘Kreng, waar was dat voor nodig!’ roept Maud boos terug en Lisa antwoord met weer een expelliarmus-spreuk.
Phaedra wil Maud te hulp schieten maar Hunter heeft het gezien blijkbaar en houd zijn staf onder Phaedra’s kin. ‘Ik zou dat maar uit je hoofd laten,’ gromt hij op waarschuwende toon.
Liana wil hen ook te hulp schieten maar Albus en Seth grijpen haar beiden vast.
 ‘Je gaat het alleen erger maken,’ zegt Seth en hij kijkt ongerust naar Lisa en Hunter.
 ‘Hou op jullie! Dit is toch niet nodig?!’ roept Albus die niet wil dat ook maar iemand gewond raakt maar ze luisterden niet. Lisa en Maud beginnen aan een duel. De ene lichtflits na de andere botsten op elkaar en Albus is erg bezorgd maar ook verbaasd dat twee eerstejaars dit kunnen. Na enkele tellen beginnen ook Hunter en Phaedra met elkaar te duelleren. Leerlingen staan in een kring rond de vier vechtende eerstejaars. Er klinken zowel aanmoedigen als kreten van angst en verwondering en Albus kan alleen maar toekijken. Hij kan alleen maar toekijken naar dot pijnlijke tafereel.
Opeen schiet een vijfde lichtflits midden in het gevecht en Lisa, Maud, Phaedra en Hunter vallen op de grond. De vijfde lichtflits komt van Griffin. Natuurlijk, hij is hoofdmonitor, hij moet er wel iets aan doen.
 ‘Hoe komt het in jullie hoofd om hier zomaar even een gevechtje te starten?!’ vraagt hij woedend.
 ‘Zij begonnen ons aan te vallen hoor!’ zegt Maud en ze wijst naar Lisa en Hunter.
 ‘Zij begonnen wel je zusje te pesten!’ verdedigt Hunter zucht en Griffin kijkt meteen naar Liana die nog steeds vast zit in de grip van Albus en Seth. Griffin kijkt naar dan rap weer naar de vier duellisten.
 ‘Het kan mij niet schelen wie er begonnen is. Jullie zijn alle vier even schuldig en geloof me maar, jullie zitten allemaal diep in de nesten!’ zegt Griffin en dan komt professor Lubbermans er bij staan, gevolgd door Rose.
 ‘Wat is er hier aan de hand?’ vraagt professor Lubbermans.
 ‘Deze vier zijn beginnen duelleren met elkaar professor,’ legt Griffin kort uit.
 Lubbermans kijkt naar de vier en er breken een paar zenuwslopende seconden in die voor Albus als minuten lijken.
 ‘Griffin, breng juffrouw Black naar professor Magno en breng juffrouw Soren naar professor Joliegold alstublieft. .Juffrouw Loverheart en meneer Cross gaan met mij mee,’ zegt professor Lubbermans en Griffin knikt. Hij trekt Phaedra en Maud recht en sleept ze door de hal. Weg zijn ze. Professor Lubbermans doet teken dat Lisa en Hunter ook moeten rechtstaan en dat doen ze om even later ook dor de massa te verdwijnen met de professor.
 ‘Wat is er gebeurd?’ vraagt Rose niets begrijpend.
 ‘Een korte samenvatting. Maud en Phaedra beledigden Liana. Lisa flipte en begon te vecht met Maud en Hunter vlak daarachter met Phaedra,’ zegt Seth en terwijl hij Liana loslaat kijkt hij haar aan. ‘Je bent deze keer niet beginnen huilen, je gaat vooruit,’ zegt hij tegen haar.
 ‘Hun woorden doen me pijn maar ik wil niet dat ze het zien. Ze hebben het al genoeg gezien vind i. Hopelijk komt het goed met Lisa en Hunter,’ zegt Liana.
 ‘Ze zullen wel gewoon strafwerk krijgen,’ zegt Albus en hij draait zich dan om met Rose. ‘Hopelijk ging het wel goed met jouw plan.’
Rose knikt trots wat een opluchting is voor Albus. ‘De bloem groeit bij volle maan in bosrijke gebieden. De enigste plaats waar wij dus aan zo’n bloem geraken is het verboden bos want professor Lubbermans blijkt er geen te hebben, professor Magno ook niet,’ vertelt Rose.
 ‘Maar het is vannacht volle maan,’ zegt Seth.
Rose knikt. ‘De bloem kan je alleen ’s nachts vinden want overdag zit hij volledig in de grond en na de volle maan verwelkt hij. Als we Maud willen redden moeten we dus vannacht naar het verboden bos want morgen is de volle maan voorbij,’ zegt Rose.
 ‘Maar het verboden bos is levensgevaarlijk, en dan al helemaal ’s nachts,’ zegt Liana.
Liana heeft een punt maar ze kunnen Maud ook niet betoverd laten. ‘Samen lukt het ons,’ zegt hij. ‘Vannacht gaan we om die bloem en helpen we Maud!’

Hoofdstuk 7 is na een veel te lange tijd klaar! Het zal waarschijnlijk wel weer lang duren voor het volgende hoofdstuk af is dus ik hoop gewoon dat ik er geen halfjaar ga over doen ofzo. Als ik geen inspiratie heb of niet in de moed ben gaat het heel traag en daarom wil ik jullie een vraag stellen. Wat willen jullie dat er gebeurt? Misschien krijg ik door jullie ideeën wel inspiratie en dan gaat het schrijven nog vlotter gaan. Het is niet dat als jullie iets zeggen dat ik het ook ga gebruiken maar de kans bestaat wel. Ik ben ook echt benieuwd wat jullie denken, welke Harry Potter ideeën er in jullie hoofd sluipen dus als je een idee hebt zeg het maar! 
In het volgende hoofdstuk zal er dus een avontuur zijn in het verboden bos. Hopelijk kijken jullie er naar uit. Bedankt dat jullie mijn verhaal lezen!
groetjes
MissCherryblossom

Albus Potter : de reünieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu