Hoofdstuk 10

969 32 18
                                    

Hey allemaal! Hoofdstuk 10 is er! Ik had de laatste tijd veel inspiratie omdat ik in de krokusvakantie een Harry Potter marathon heb gehouden met een vriendin van me. We moeten nog wel de laatste zien, de ultieme finale! Maar ik had  er wel veel inspiratie door maar wel weinig tijd L.  Ik heb wel in de tussentijd even tijd gehad om me op Pottermore aan te melden. Geweldige site! Er staat ook veel informatie op die J.K. Rowling heeft geschreven maar dat nooit in de boeken stond dus het is een kei handige site. Je bent dan ook in een afdeling ingedeeld en ik zit in Huffelpuf, woohooo. De meesten denken dat het een afdeling is waar sukkels in zitten maar ik vind dat niet. In Huffelpuf word je niet beoordeeld om je moed, intelligentie of sluwheid maar gewoon om je vriendelijkheid en om doorzettingsvermogen. Helga Huffelpuf wou iedereen magie laten leren zolang ze er maar voor wilden werken, ik vind dat echt een lief gebaar van haar. Plus Huffelpuf is superleuk want de leerlingenkamer is in de buurt van de keuken! Food!!!
Wel, genoeg gepraat over mijn liefde voor Huffelpuf, op naar hoofdstuk 10!  Veel plezier!

Lieve Albus,

We snappen dat je je zorgen maakt om Liana’s situatie en ik ben ook blij dat je daar met mij over praat. Om eerlijk te zijn ben ik ook best ongerust. Ik ben samen met je moeder, oom Ron, tante Hermelien en nog een paar vrienden van mij meer aan het uitzoeken over Liana’s echte familie maar tot nu toe vonden we best weinig. We hebben geprobeerd wat los te krijgen uit de Nakarovs maar zij willen niks zeggen totdat Liana toestemming geeft. Ik vind dit echt verschrikkelijk vervelend maar er valt niks aan te doen. Liana lijkt me ook niet op het eerste zicht levensgevaarlijk en jij vertrouwt haar dus ik ook. Blijf wel een oogje in het zeil houden en als er iets moet je het mij onmiddellijk melden, goed?
Voor de rest gaat ook alles goed met ons. Je opa en oom Bill moeten nog steeds wennen aan het idee dat Teddy samen is met Victoire maar dat komt helemaal goed. Lily blijft ondertussen Teddy ondervragen over zijn relatie met je nicht maar zo kennen we haar, niet? Veel interessants is er echter niet gebeurd op het feit na dat ik per ongeluk de keuken in brand heb gestoken. Ik heb alles netjes opgeruimd en je moeder weet van niks dus dit blijft tussen ons.
Doe je best nog de komende maanden. Ik kan niet wachten tot ik jullie zie tijdens de kerstvakantie.

Liefs
Papa

Deze brief had Albus een paar maanden geleden gekregen en omdat hij rap door moest verstopte hij hem in zijn boek van Verweer tegen Zwarte kunsten want die had hij toen toevallig bij. Maanden heeft deze brief in zijn boek gezeten en nu is hij er plots uitgevallen.  De maanden waren snel voorbij gegaan en de winter is ondertussen al begonnen. De wintermantels zijn bovengehaald en ’s avonds probeert iedereen in de buurt van het haardvuur te zitten om te kunnen genieten van zijn warmte. Nu de kerstvakantie in de buurt is lijken de leerkrachten het leuk te vinden om zoveel mogelijk huiswerk te geven en de leerlingen zitten vaak tot ’s avonds laat te leren en opstellen te schrijven. Voor de rest is er niet veel gebeurd. Maud is al een tijdje terug bij hen en is nu samen met Seth. Of toch soort van want buiten elkaars hand eens vasthouden doen ze niet veel. Phaedra houd zich kalm. Ze houd het nu alleen maar bij plagen en opmerkingen en dit samen met haar goede vriend Scorpius. Bij Liana was er ook niks op te merken de vorige maanden. Ze doet normaal, geen rode ogen of verboden vloeken maar ze lijkt nu echt op een gewoon schoolmeisje, tot Albus opluchting. Omdat hij er zo mee zat de vorige keer schreef hij zijn vader maar een brief in de hoop dat hij hem zou geruststellen. Eigenlijk heeft de brief helemaal niks geholpen en blijft Albus’ met vragen zitten. Vragen die hij maar niet kan oplossen.
Albus leest de brief nog eens tot hij opeens uit zijn handen word gerukt. Professor Vonhausen laat zijn ogen over de brief glijden.
 ‘Is een brief van je beroemde vader belangrijker dan mijn lessen, meneer Potter?’ vraagt hij terwijl hij Albus met een koude blik aankijkt.
 ‘Aaaaaah, mis je je pappie?’ grinnikt Scorpius en de meeste Zwadderaars beginnen met hem mee te lachen.
 ‘Meneer Malfidus, als je die rijkeluisbek van je niet houd dan zorg ik ervoor dat je je vakantie hier doorbrengt en met een tandenborstel alle gangen poetst’, waarschuwt Vonhausen serieus en Malfidus houd meteen zijn mond. Dan kijkt Vonhausen terug naar Albus. ‘Wel, is deze brief belangrijker dan mijn lessen meneer Potter?’ vraagt hij opnieuw.
 ‘Nee professor’, antwoord Albus, bang dat Vonhausen nu een boek naar hem gaat gooien; de professor zijn favoriete bezigheid.
 ‘Ach zo, dan is het geen probleem dat ik dit doe.’ Vonhausen pakt zijn toverstaf, houd hem tegen het papier en in een paar seconden staat het papier in brand en valt de as op de grond. ‘Lees je brieven in je eigen tijd in het vervolg’, zegt Vonhausen en Albus knikt. ‘Ja professor’, antwoord hij als een mak lammetje. Hij wil echt geen ruzie zoeken met een professor en al zeker niet met Vonhausen.
 ‘Goed dan’, zegt Vonhausen en hij buigt zich naar Albus. ‘En nu, pagina 206.’ Vonhausen gaat weer volledig rechtstaan en wandelt terug naar voren.
Wat beledigt draai Albus traag zijn pagina’s om om naar pagina 206 te gaan.
 ‘Trek het je niet aan Albus. Hij is gewoon een harteloze sukkel’, fluistert Hunter die, zoals gewoonlijk, naast Albus zit.
Albus grinnikt maar ziet dan dat er een schaduw over zijn boeken komt. Hij en Hunter kijken naar boven en zien hoe een stapel boeken boven Hunter zweeft.
 ‘Deze “harteloze sukkel”, meneer Cross, heeft een perfect stel oren en kan bovendien ook beter toveren dan jou’, grijnst Vonhausen die er meer plezier aan lijkt te beleven dan dat hij beledigt is door Hunter. ‘Wilt u dus nog wat zeggen tegen mij?’
Hunter schud met zijn hoofd. ‘Nee professor. U bent de beste professor die er is meneer’, zegt Hunter.
Vonhausen grinnikt.  ‘Slijmbal’, zegt hij voor hij zijn staf laat zakken en de boeken op Hunters hoofd vallen. Hunter slaakt het even uit en wrijft dan over zijn zere hoofd.
 ‘Tegen morgen vijf pagina’s over tegenvloeken meneer Cross’, beslist Vonhausen dan en hij begint dan wat op het bord te schrijven.
 ‘U laat me eerst bedelven onder boeken en nu moet ik strafwerk schrijven?!’ roept Hunter die niet meer kalm kan blijven, als hij dat eigenlijk wel ooit heeft gekund.
 ’10 pagina’s.’
 ‘Ik hou mijn mond al’, mokt Hunter en hij gaat er wat verslagen bij zitten.
 ‘Eindelijk een slim idee van u, meneer Cross’, zegt Vonhausen en hij wil zich weer omdraaien naar zijn bord toen Liana opeens haar mond ook opendoet.
 ‘Hunter heeft wel gelijk professor. U doet hem eerst pijn en nu moet hij super veel strafwerk schrijven? Ok, hij heeft iets gemeens gezegd maar overdrijft u niet een beetje?’ zegt ze.
Vonhausen draait zich weer om en grijnst weer. ‘Het lijkt erop dat u ook strafwerk wil, juffrouw Nakkarov. Vijtien pagina’s tegen morgen over de verboden vloeken.’
 ‘U laat een leerling haar mening niet geven? Hoe bent u ooit professor kunnen blijven?’ vraagt Liana en ze kijkt de professor serieus aan.
Vonhausen buigt niet voor Liana en hij geeft haar maar nog meer straf: ‘Kom vanavond om acht uur naar de leraarskamer juffrouw Nakarov. Dan kunt u beginnen aan u week strafwerk.’
Liana kijkt Vonhausen boos aan maar ze zucht gewoon en knikt. ‘Zoals u wilt’, zegt ze erbij.
Eindelijk kan Vonhausen zijn les herbeginnen en Albus kijkt richting Liana. Na een paar minuten pakt ze haar staf en houd ze hem onder tafel. Ze kijkt even naar Albus en lacht naar hem. Albus schud zijn hoofd als teken dat ze moet stoppen maar Liana let er niet op en zwaait met haar staf. Opeens vliegt er een stapel notities van Vonhausen door het klaslokaal. Vonhausen draait zich weer om en begint te vloeken terwijl hij zijn papieren rap bij elkaar probeert te rapen. Sommige leerlingen beginnen wat te giechelen, vooral weer de zwadderaars. Liana verbergt snel haar staf maar Vonhausen verdenkt haar toch meteen. Boos stampt hij op haar af.
 ‘Wilt u soms van school, juffrouw Nakarov, want geloof me, ik kan dat regelen!’ schreeuwt hij boos naar haar.
 ‘Maar ik heb het helemaal niet gedaan’, liegt Liana maar het komt wel zeer overtuigend over.
 ‘Ik vertrouw je voor geen haar’, gromt Vonhausen en dan gaat de bel, gelukkig maar. Iedereen pakt snel zijn spullen en probeert het klaslokaal zo snel mogelijk uit te komen. Ook Liana probeert te ontsnappen maar helaas, Vonhausen pakt haar gewaad beet. ‘Wij moeten praten Nakarov’, zegt hij, nog steeds woedend.
Liana kijkt hem boos aan en kijkt dan naar Albus. Hij ziet hoe ze wijst naar de deur. Moeten ze wachten op haar aan de deur? Albus knikt maar gewoon en doet wat ze zegt. Hij, Hunter, Rose en Lisa gaan als laatste de klas uit en sluiten de deur. Zonder ook maar iets te zeggen legt Hunter zijn oor al tegen de deur.
 ‘Dat is onbeleefd Hunter’, zegt Rose.
 ‘Nou en, of dat Vonhausen beleefd is’, zegt Hunter.
Albus vind het ook niet mooi om mensen af te luisteren maar zijn nieuwsgierigheid neemt de bovenhand en ook hij legt zijn oor tegen de deur. Lisa doet ook mee en Rose, die niet als enige wil achterblijven, doet dan ook maar mee. Ondanks de dikke deur kunnen ze Liana en Vonhausen duidelijk horen.
 ‘Je gedrag is gewoon onacceptabel. Wat bezielt je?!’ vraagt Vonhausen boos.
 ‘Uw gedrag was ook allesbehalve acceptabel. U ging veel te ver!’ verdedigt Liana zich.
 ‘Ik geef al jaren zo les. Ga jij mij nu zeggen wat ik moet doen meisje?!’
 ‘Natuurlijk niet. Ik gaf gewoon mijn mening, is dat dan oneerlijk? Ok goed, ik ben te ver gegaan maar ik hield het gewoon niet meer uit. U doet al sinds het begin van het jaar bot tegen mij en in het begin kon ik het verdragen maar toen ik u zo tegen Hunter en Albus zag doen kon ik gewoon niet meer. U bent gewoon gemeen tegen uw leerlingen, bot en brutaal!’ Liana lijkt er alles uit te gooien en haalt even adem voor ze zegt: ‘Geen wonder dat mama u afwees.’
Wat? Heeft Liana’s moeder Vonhausen afgewezen? Albus kijkt naar Rose maar ziet dat zij er ook niets van begrijpd.
Even is er een stilte en dan zegt Vonhausen: ‘Hoe weet jij dat…?’
 ‘Mijn ouders lieten mij dagboeken na. U zat twee jaar hoger dan mijn ouders en toen u mijn moeder uitvroeg in hun 4de, uw 6de jaar wees ze u af. Even later ging ze met mijn vader en sindsdien heeft u altijd mijn vader gehaat, één jaar later daagde u hem zelfs meermaals uit in een duel om mijn moeder. Mijn vader accepteerde ze alleen maar omdat U hen bleef lastig vallen en alle duels die plaatsvonden zijn makkelijk gewonnen door mijn vader. U heeft mij niet uitgekozen als slachtoffer omdat ik één van de beste ben in uw vak maar omdat ik de dochter ben van de man die u liefde “afpakte” of niet soms?’
Weer viel er een stilte. Albus zou ook niet weten wat te zeggen als hij in zo een situatie zou zitten.
Het is Liana die de stilte dan verbreekt. ‘Ik las dit vorige week en vroeg mijn adoptieouders of ze meer hierover wisten en dat was ook zo. Voor u hier werkte was u een schouwer en een heel erg goede ook. U was bijna één van de beste, op Harry Potter na dan, maar toen hoorde u het nieuws dat mijn moeder, die al jaren vermist was, dood was terug gevonden en zelfs een kind had van de man die u zo haatte. U ging er aan kapot en u verwaarloosde u werk zodat Harry Potter geen andere oplossing had dan u te ontslaan. Gelukkig heeft hij een goed hart en regelde hij deze baan voor u en accepteerde’, vertelt ze.
Weeral een doods stilte.
 ‘Het lijkt wel een verhaal uit een roman’, fluistert Lisa en Albus knikt gewoon.
 ‘Of een verhaal uit mijn vaders leven,’ zegt Albus die zicht het verhaal van Severus Sneep en zijn grootmoeder maar al te goed herinnerd.
 ‘Je zal tot de kerstvakantie de prijzenkamer poetsen plus ik wil tegen vanavond je strafwerk over de drie verboden vloeken hebben’, zegt Vonhausen dan plots.
 ‘Geen probleem professor’, zegt Liana.
 ‘En verdwijn nu uit mijn ogen!’
 ‘Zoals u wilt.’
 ‘En trouwens, ik hou niet meer van haar. Ik haat haar, als je het maar weet,’ zegt Vonhausen dan.
 ‘Kan mij niks schelen professor, nog een prettige dag verder,’ zegt Liana.
Dat is het sein dat Albus en zijn vrienden van de deur weg moeten. Als ze net een stap achteruit zetten opent Liana de deur en lacht ze naar hen. Nog net voor ze de deur sluit vangt Albus een glimp op van een verslagen Vonhausen.
 ‘Dat had je ook niet eens eerder kunnen vertellen’, zegt Hunter die meteen verraad dat ze hen afluisterde.
 ‘Ik heb de brief van Ivan en Mira pas vanmorgen gekregen dus ik weet maar sinds kort alle details.
 ‘Je vind het blijkbaar niet erg dat we je afluisterde’, merkt Rose op.
 ‘Helemaal niet, je zou er toch achter gekomen zijn’, zegt Liana.
 ‘Wow, het moet ook wel lukken dat je les krijgt van iemand die verliefd was op je moeder’, zegt Lisa, nog steeds verbaasd.
 ‘Mijn vader heeft ook les gekregen van iemand die verliefd was op zijn moeder,’ zegt Albus.
 ‘Ow ja,’ zegt Rose die het zich ook herinnert.
 ‘Ach, het leven bestaat uit toevalligheden niet? En trouwens, professor Magno was een goede vriend van mijn vader dus uiteindelijk is het niet zo speciaal dat Vonhausen verliefd was op mijn moeder en nu mijn professor is.’
 ‘Wat, dat ook nog?’ vraagt Lisa verbaasd en Liana knikt.
 ‘Maar het is wel iets totaal anders. Een vriend van je vader of iemand die verliefd was op je moeder’, zegt Albus.
 ‘Vind je? Ik niet’, zegt Liana en dan kijkt ze achter Albus. ‘Hey Maud, Seth’, lacht ze en Albus draait zich om. Seth en Maud komen hand in hand op hun af.
 ‘Waarom staan jullie hier nog? We dachten jullie tegen te komen in de gang maar jullie staan nog bij jullie lokaal’, zegt Maud.
 ‘Ik had een gesprek met Vonhausen’, verklaart Liana.
 ‘En ze heeft een hoop strafwerk, net als ik’, zegt Hunter wat nijdig.
 ‘Wat hebben jullie gedaan dan?’ vraagt Seth.
  ‘Niks bijzonders hoor’, zegt Liana en ze loopt wat verder de gang in. ‘Komen jullie nog?’ vraagt ze.
Ze lopen door de gangen, op weg naar de bibliotheek. Ze praten wat over onbenullig dingen. Het strafwerk, het gewone huiswerk, het weer…
 ‘Wow, moet eens kijken hoe hard het sneeuwt’, zegt Lisa. Albus kijkt door het raam. Hij heeft niet eens doorgehad dat het sneeuwt, laat staan zo hard. Je kan amper nog wat zien door de sneeuwvlaag die buiten Zweinstein plaatsvind.
 ‘Ja, ze hadden een sneeuwstorm voorspeld, niet gelezen?’ vraagt Rose.
 ‘Denk je dat wij de krant lezen ’s morgens?’ vraagt Maud terug.
 ‘Ik lees de krant’, ze Seth en Maud klopt op zijn schouder. ‘Ja maar jij bent een Ravenklauw dus die lezen alles’, zegt ze dan.
 ‘Gelukkig dat Vonhausen je geen strafwerk buiten heeft gegeven he Liana…euh, Liana?’ zegt Hunter terwijl hij naar Liana kijkt. Liana lijkt nogal angstig uit het raam te staren. Albus zwaait voor haar ogen maar ze knippert zelf amper. ‘Liana, hallo? Wat is er?’ vraagt Albus. Ze reageert niet.
 ‘Hey blondie!’ roept Hunter dan maar nog geen reactie.
 ‘Dat kan je ook liever zeggen’, zegt Rose.
 ‘Wat, ze is blond!’ zegt Hunter maar Liana lijkt het nog niet te horen en blijft maar angstig uit het raam staren. Albus denkt opeens terug aan de rode ogen die hij een paar maanden geleden zag. Is dit weer zoiets? Nog iets dat haar linkt aan Voldermort?
Opeens word Liana naar achter getrokken. Albus wil in een reflex zijn staf pakken, denkende dat Phaedra weer iets aan het uithalen is maar het is Phaedra niet, het is Griffin. Griffin zwiert zijn adoptiezusje de gang door en Liana volgt hem als een lappenpop. Na een paar tellen lijkt ze wakker te worden en danst ze mee met Griffin waardoor het gezwier al veel eleganter word. Uiteindelijk tilt Griffin haar op, draait met haar rond en zat haar terug op de grond. Liana begint te lachen. ‘Wat doe je nu?’ vraagt ze.
 ‘Ik oefen al voor oudjaar’, lacht Griffin. ‘Ik kreeg vanmorgen een brief van pa. Bijna alle voorbereidingen zijn rond en jou wensen zijn ook ingewilligd mijn juffrouw.’
 ‘Echt waar?! Dat is fantastisch!’ zegt Liana blij en ze begint te glunderen. Albus snapt er voor de triljoenste keer niks van en Liana ziet het.
 ‘De Nakarovs geven op de wisseling van oud naar nieuw een groot bal en ik heb gevraagd of jullie families ook mogen komen’, legt ze uit.
 ‘Echt waar? Uitgenodigd voor een bal? Dat klinkt fantastisch!’ zegt Maud blij.
Het klinkt inderdaad wel leuk vind Albus, maar met oud en nieuw komt Teddy altijd op bezoek. Kunnen ze wel gaan?
 ‘Is er iets Albus?’ vraagt Liana.
 ‘Ow niks maar Teddy komt altijd op oudjaar dus…’
 ‘En ik ga naar mijn grootouders aan mijn moeders kant’, zegt Rose.
 ‘Geen probleem, zij mogen dan ook komen’, zegt Liana met een glimlach.
 ‘Maar Rose, de ouders van je moeder zijn toch dreuzels?’ merkt Seth op. ‘En mijn ouders ook.’
 ‘Zij weten van onze wereld dus ze kunnen gerust komen’, zegt Griffin. ‘Zolang ze het niet erg vinden dat er veel magie zal worden gebruikt.’
 ‘Om mijn god, we zijn uitgenodigd voor een echt bal’, herhaalt Maud nogmaals. Ze begint met Lisa al te praten over wat ze gaan aandoen en wat er misschien allemaal gaat gebeuren. Liana moet er van lachen en zelfs Albus vind het amusant maar dan ziet hij Liana weer bang naar buiten kijken. Griffin kijkt er ook maar verdrietig bij en haalt dan Liana’s haar door de war.
 ‘Ik moet dringend gaan. Ik heb met een paar vrienden afgesproken. Als er iets is moet je me maar zoeken’, zegt hij dan en hij pakt Liana’s hand en kust het. ‘Ik niet wachten op onze dans’, zegt hij en hij lacht naar Liana. Ook Liana lacht en dan verdwijnt Griffin de gang in.
Albus wil vragen waarom Liana de hele tijd bang staat te kijken maar Maud verhinderd hem door rond zijn hals te vliegen en voor de derde keer te zeggen: ‘We mogen naar een echt bal!’
 ‘Ja ja, we mogen naar een bal, als onze ouders toestemming geven’, zegt Albus terwijl Maud hem los laat.
 ‘Natuurlijk geven ze toestemming! Ik dwing ze gewoon!’ zegt Maud.
 ‘Ik…Ik denk dat ik geen toestemming krijg…’ mompelt Lisa net hard genoeg dat iedereen het kan horen.
 ‘Waarom denk je dat Lisa?’ vraagt Albus.
 ‘Ze willen niks met de tovernaarswereld te maken hebben. Het is al een wonder dat ik hier naar school mag. Er is zelfs een leraar moeten komen om mijn ouders te overtuigen’, legt Lisa uit.
 ‘Maar waarom dan? Je moeder was toch een heks?’ vraagt Liana.
 ‘Ze heeft het verborgen kunnen houden tot ik de toelatingsbrief kreeg.’
 ‘Waarom heeft ze dat gedaan?’ vraagt Rose.
Lisa zucht en haalt haar schouders. ‘Ik weet het niet.’
Even is het stil want niemand weet er wat op te zeggen. Albus vraagt zich af hoe dat Lisa’s moeder het heeft kunnen volhouden om haar magie niet te tonen en waarom heeft ze het überhaupt gedaan?
 ‘Wel, als een leraar jouw ouders heeft kunnen overtuigen dan kunnen de Nakarovs dat ook. Mijn adoptieouders zijn best volhardend. Desnoods komen je ouders niet mee maar ik wil zo graag dat je komt Lisa’, zegt Liana.
 ‘Ja maar, als mijn ouders…’ zegt Lisa twijfelend.
 ‘Wil je komen?’ vraagt Liana.
 ‘Ja maar…’
 ‘Niks te “maar”. Als je wilt komen dan zorg ik er voor dat je komt. Het grootste voordeel aan deel te zijn van een rijke familie is dat ik alles krijg wat ik wil’, zegt Liana.
 ‘Krijg je echt alles wat je wilt?’ vraagt Maud.
 ‘Zo goed als. Als ik zeg dat ik Lisa op het bal wil dan komt Lisa ook naar het bal.’
 ‘Kan je er echt voor zorgen dat ik mag komen?’ vraagt Lisa met een sprankje hoop in haar ogen.
 ‘Tuurlijk’, glimlacht Liana en Lisa begint dan ook te glimlachen. Liana pakt dan Lisa’s handen beet en draait met haar rond. ‘En dan dansen we de hele avond en maken we veel plezier. Het word echt  fantastisch’ zegt ze.
 ‘Wacht, maar ik kan niet dansen’, zegt Lisa. Albus kan eigenlijk ook niet dansen maar hij zal wel ergens aan de kant gaan staan zodat niemand met hem wil dansen.
 ‘Dansen is niet moeilijk. Je luistert naar de ritme van de muziek, laat het tot je door dringen en dan beweeg je’, zegt Liana en dan begint ze een melodietje te neuriën. Sierlijk danst ze door de gangen en negeert de blikken van de voorbijgangers. Maud doet dan net hetzelfde als Liana, het ziet er misschien iets stunteliger uit dan bij Liana maar ze lijkt er plezier in te hebben. Liana draait dan naar Lisa en trekt haar wat naar voren. Een teken dat Lisa ook moet meedoen. Eerst lijkt Lisa wat te twijfelen maar uiteindelijk danst ze toch mee op het lied dat Liana neuriet. Rose stapt dan wat twijfelachtig bij de andere meisjes maar uiteindelijk danst ook zij mee. Ze lachen alle vier terwijl Hunter zuchtend met zijn hoofd schud. ‘Wat een belachelijke vertoning!’
Het is inderdaad niet gebruikelijk maar het ziet er wel heel leuk uit. Maud sleept uiteindelijk Seth ook mee in de dans en Seth, die eerst wat onwennig doet,  danst dan lachend met hen mee. Dan pakt Liana Albus’ handen beet en trekt hem mee. Hij kijkt naar de andere dansers die er zoveel plezier in lijken te hebben. Albus doet dan gewoon maar mee en trekt zich niks aan van de andere. Hij luister naar wat Liana heeft gezegd en laat haar melodie tot hem doordringen en draait mee. Hij ziet hoe Liana het nu bij Hunter probeert maar blijft bij wat hij zegt en danst niet mee. Liana geeft het dan op en verandert haar geneurie naar woorden:
 ‘Zweinstein, Zweinstein, zwijnig Zweinstein,
Leer ons toch volop.
Of we nu oud en kaal zijn,
Of jong met een puistenkop.
Prop onze hoofden vol met weetjes,
Hopelijk voelen ze zich daar thuis,
Want nu zijn ze leeg en tochtig,
Vol vliegjes, stof en gruis.
 Leer ons wat het weten waard is,
Maak ons ietsje minder dom,
Doe je best, dan doen wij de rest,
En studeren onze hersens krom!’
Allemaal stoppen ze met dansen wanneer Liana ophoud met zingen en ze proberen terug op adem te komen maar dat ging heel moeilijk. Ze lachten namelijk nog steeds.
Rose is de eerste die wat kan zeggen. ‘Wow Liana, je zingt heel erg mooi!’
 ‘Dank je’, glimlacht Liana. ‘Muziek is een passie van me dus het betekent veel voor dat je dat zegt.’
 ‘Ow mijn god, dit was echt leuk’, zegt Maud.
 ‘Jajaja, lachen, gieren brullen. Kunnen we dan nu naar de bibliotheek want ik weet niet of jij het nog weet Liana maar wij hebben strafwerk te schrijven en ik denk dat we enorm veel zullen moeten opzoeken, tenzij jij alles weet’, zegt Hunter.
 ‘Misschien niet alles maar wel veel’, zegt Liana en ze haalt heel even haar mouw op zodat Hunter het verband kan zien.
 ‘Heb jij een geluk dat je het over verboden vloeken moet doen’, zegt Hunter.
Even later zijn ze op weg naar de bibliotheek want niemand kon Hunters gezaag meer aanhoren. Maud, Lisa en Liana zingen het schoollied nogmaals en Albus luistert naar hen terwijl hij Hunter hoort smeken om hulp van Seth en Rose bij zijn strafwerk. Ze lopen de trap op. De bibliotheek is maar één verdieping hoger maar de trappen hebben een ander plan voor hen. Wanneer ze op het midden van de trap zijn beweegt hij. Iedereen schrikt en houd zich in een reflex aan de leuning vast. De trap stijgt en blijft maar stijgen.
 ‘Ow dit meen je niet. Wie heeft eigenlijk het idee gekregen om die trappen te betoveren?’ vraagt Hunter kwaad want hij ziet weer kostbare tijd vervliegen.
 ‘Ik weet niet, misschien de stichters’, zegt Rose die het natuurlijk wel weet.
De trap stopt uiteindelijk  aan de zevende verdieping en Hunter begint dan op de treden te springen.
 ‘Ga terug, ga terug stomme trap!’ roept hij.
 ‘Dat gaat niks helpen idioot’, zegt Rose.
Albus hoort dan opeens een luid gegiechel en kijkt dan richting de gang. Hij ziet een paar meisjes druk om hen heen kijken en lachen.
 ‘Wat zijn zij aan het doen?’ vraagt Albus.
 ‘Geen flauw idee’, zegt Seth.
 ‘Kom op, hier blijven staan helpt toch niks’, zegt Rose en ze lopen dan met zijn allen de gang in, ook al moeten ze Hunter ernaar slepen want hij wil de trap niet verlaten. Wanneer ze de gang in zijn verdwijnen de meisjes de hoek om.
 ‘Hey, zaten daar geen Griffoendors bij?’ vraagt Hunter.
 ‘Ja, ik herkende Julie en Sandy uit het derde’, zegt Lisa.
 ‘Ik zag iemand uit Huffelpuf, Kathy. Lief meisje maar ze hangt iets te vaak rond…’ zegt Maud maar Rose laat haar haar zin niet afmaken omdat ze Maud tot stilte sist. Iedereen staart naar Rose die heel voorzichtig naar een wandtapijt aan de muur gaat. Ze grijpt hem beet en schuift hem heel voorzichtig opzij. Tot ieders verbazing, behalve Roses dan, zat er een jongen achter. Hij heeft goudblond, helderblauwe ogen en zelfs Ablus moet toegeven dat er hij heel goed uitziet. Aan zijn gewaad kan je zien dat hij van Huffelpuf is maar zelf zonder zijn gewaad wist Albus het.
 ‘Louis! Wat zit jij hier te doen?’ vraagt Albus.
Louis is Albus’ en Roses neef, is het derde, jongste kind en enige zoon van hun oudste oom Bill en tante Fleur en is ook de enige Huffelpuf in de familie. Hij is 1/8ste Veela en dat zorgt blijkbaar vaak voor problemen. Zijn uiterlijk zorgt er namelijk voor dat veel meisjes hem achtervolgen op school tot vervelens toe of dat heeft oom Bill toch gezegd.
Louis kijkt naar Albus en Rose en glimlacht. ‘Hey Albus, hey Rose, hoe gaat het met jullie?’ vraagt hij.
 ‘Met ons gaat het goed, met jou blijkbaar niet zo’, zegt Rose.
 ‘Ow nee hoor, met mij is alles ook goed’, zegt Louis.
 ‘Waarom zit je hier dan?’ vraagt Albus die zijn neef niet geloofd.
 ‘Wel…euhm…’
 ‘Je werd weer achtervolgd of niet? We hebben net je fanclub gezien’, zegt Rose en Louis knikt verslagen.
 ‘Zeg wacht eens even’, zegt Liana plots. ‘Jij bent een vriend van mijn zus! Jij bent al vaak bij ons thuis geweest!’
Louis kijkt naar Liana en lacht. ‘Lang niet zien Liana. Hoe gaat het met je? Heb je niet teveel last van de sneeuw?’ Maar wanneer Louis dat laatste zegt houd hij zijn hand voor zijn mond. ‘Sorry, dat had ik je niet mogen vragen’, verontschuldigd hij zich.
 ‘Het geeft niet. Het gaat wel. Griffin vertelde me net dat de uitnodigingen verstuurd zijn dus dat vrolijkt me enorm op’, lacht Liana.
 ‘Ow dat is leuk. Word ik dit jaar weer uitgenodigd?’ vraagt Louis.
 ‘Tuurlijk, je bent de beste vriend van mijn zus!’ zegt Liana en Louis lacht.
 ‘Daar ben ik blij om’, zegt hij en dan kijkt hij een beetje verdrietig. ‘Ze zal nu wel boos zijn op me. Ik was op haar aan het wachten aan de bibliotheek toen ik die meisjes zag en ik ben weggerend’, verteld hij.
 ‘Wij moeten trouwens ook naar de bibliotheek!’ herinnert Hunter hen.
 ‘Jaja, we gaan straks, heb toch even geduld!’ zegt Rose en ze draait zich weer om naar Louis. ‘Heb je ze ooit al verteld dat je het niet leuk vind dat ze je volgen?’ vraagt ze aan hem.
Louis schud zijn hoofd. ‘Ik ben daar niet dapper genoeg voor. Ik ben niet zoals mijn zussen. Daarom zit ik ook in Huffelpuf en niet In Griffoendor zoals zij, zoals jullie’, zegt hij.
 ‘Maar het kan toch ook zo niet meer verder?’ zegt Rose.
 ‘En nu klinkt het alsof Huffelpuf minderwaardig is. Je zit niet in Huffelpuf omdat je geen moed hebt maar omdat je vriendelijk bent en hard werkt en dat zijn toch hele mooie eigenschappen? Ik zou supergraag in Huffelpuf hebben gezeten’, zegt Liana.
 ‘Ik weet dat je graag in Huffelpuf zou hebben gezeten. Ellie heeft het me verteld. Ik zeg toch ook niet dat Huffelpuf minderwaardig is. Ik zeg gewoon dat ik geen moed heb om tegen die meisjes te zeggen dat ik het niet graag heb. Ik wil ze niet kwetsen’, legt Louis uit.
 ‘Ellie, wie is Ellie?’ vraagt Maud.
 ‘Eleonore’, zegt Liana en voor dat iemand iets kan zeggen horen ze een luid ‘Louis, Louis! Eindelijk heb ik je gevonden!’
Als je over de duivel spreekt, daar komt Eleonore aangerend. Ze vliegt Louis meteen om de hals.
 ‘Ow mijn god, ik was zo ongerust. Harold heeft me verteld dat hij je heeft zien wegrennen voor je fanclub. Ze hebben je toch niet teveel lastiggevallen?’ vraag ze.
 ‘Nee nee, ik heb me verstopt en toen vond mijn nichtje me’, zegt Louis en hij knikt naar Rose.
Eleonore kijkt Rose aan en kijkt dan naar de rest. ‘Soms vergeet ik dat je familie van hen bent Louis. Hey Liana, alles goed?’
 ‘Prima’, antwoord Liana.
 ‘Heb je Griffin gezien? Hij zocht je in verband met het bal en zijn bezorgdheid’, vraagt Eleonore met een grijns en Liana moet er blijkbaar om lachen.
 ‘Ja, we zijn hem daarnet tegengekomen en hij was inderdaad weer de grote broer aan het uithangen.’
 ‘Ok, genoeg!  Waarom moet Griffin bezorgd zijn over Liana en wat is er met haar en sneeuw?’ vraagt Hunter die er genoeg van heeft. Het is een vraag die Albus zelf gesteld zou hebben want hij wil het nu ook wel graag weten.
 ‘Je hebt ze het niet verteld?’ vraagt Louis. ‘Zelfs ik weet het!’
Liana schud haar hoofd.
 ‘Nou ja, ik weet wel waarom je het niet vertelde maar is het niet belangrijk dat ze het weten?’ vraagt Eleonore maar Liana haalt gewoon haar schouders op. ‘Het is niet dat er elke dag een storm is’, zegt ze erbij.
 ‘Krijgen we het nu nog te horen?!’ vraagt Albus dan die er nu zenuwachtig van word.
Iedereen kijkt hem verbaasd aan. Hij heeft het blijkbaar luider gezegd dan dat hij zelf dacht.
 ‘Wel, Liana is bang van sneeuw’, zegt Louis.
 ‘Wat? Van sneeuw? Waarom?’ vraagt Albus dan.
 ‘Wel, toen Liana’s ouders stierven is ze een sneeuwstorm in gerend en is ze onderkoeld geraakt. Sneeuw heeft dus slechtte herinneringen voor haar  maar eigenlijk is het alleen bij sneeuwstormen hoor. Als het stormt voelt ze haar niet zo goed maar als het gewoon rustig sneeuwt zeg maar dan is er niks aan de hand. We hebben zelfs al vaak samen in de sneeuw gespeeld, niet?’ legt Eleonore uit en Liana knikt.
 ‘Ik weet ook niet hoe het komt maar het is nu eenmaal zo en het stormt niet zo vaak dus daarom heb ik het jullie niet verteld. Ik wist ook niet dat het zou gaan stormen vandaag’, zegt ze.
Nu snapt Albus het en hij kijkt even naar buiten. Het sneeuwt inderdaad nog steeds enorm hard en zelf de ramen beginnen er van te trillen.
 ‘Dus als die storm gaat gaan liggen dan kunnen jullie een sneeuwballengevecht houden met haar of een sneeuwpop maken. Laat jullie dan maar los op de sneeuw’, lacht Eleonore en dan pakt ze Louis’ arm beet.
 ‘Kom, laten we gaan’, zegt ze.
Louis knikt en zwaait dan naar hun. ‘Tot de volgende keer’, glimlacht hij.
Wanneer ze Eleonore en Louis niet meer zien draait Hunter zich om naar Liana.
 ‘Jij bent bang van sneeuwstromen, serieus?’ vraagt hij.
 ‘Het is niet echt bang bang maar ik voel me er meer ongemakkelijk bij. Daarom deed ik ook zo tegen Vonhausen denk ik…Ik zag de sneeuwstorm beginnen door het raam in het lokaal dus… En trouwens, wat maakt het uit? Alsof jij nergens bang voor bent,’ zegt Liana.
 ‘Tuurlijk ben ik nergens bang voor, ik ben een Griffoendor!’ zegt Hunter trots.
 ‘Ik ben bang voor zoveel dingen en ik ben ook een Grifoendor,’ zegt Lisa.
 ‘Ja maar jij bent een meisje dus die zijn een uitzondering,’ zegt Hunter.
 ‘Pardon?!’ vraagt Rose waarschuwend.
Hunter kijkt wat bang naar Rose. ‘Ik heb niks gezegd,’ zegt hij dan. De rest, behalve Hunter en Rose beginnen te lachen en dan loopt Liana weer verder.
 ‘Kom, straks veranderen we nog in standbeelden als we hier  blijven staan,’ zegt ze. De rest volgt haar dan maar wanneer Hunter haar heeft ingehaald trekt hij haar terug. ‘We moeten nu echt naar de bibliotheek,’ zegt hij.
 ‘Sinds wanneer heb jij zin om huiswerk te maken?’ vraagt Liana.
 ‘Dat vraag ik me ook af,’ zegt Albus lachend.
Liana maakt haar los van Hunters greep en wil verder lopen maar Hunter trekt haar weer terug. ‘Ik heb geen zin om tot middernacht aan dat stom strafwerk te schrijven,’ zegt Hunter maar Liana rukt haar weer los.
 ‘Nog vijf minuutjes en dan gaan we naar de bibliotheek. Serieus, jij kan zagen,’ zegt Liana en dan…
Albus schrikt wanneer hij het merkt en hij blijft ernaar kijken.
 ‘Albus, wat is er?’ vraagt Rose.
 ‘Het lijkt of hij een spook heeft gezien,’ zegt Lisa.
 ‘Euhm Lisa…er zweven hier overal geesten dus dat is nogal een stomme opmerking,’ zegt Seth.
 ‘Ow mijn god,’ mompelt Maud. Zij heeft het dus ook gemerkt. Zowel Albus en Maud wijzen naar de muur achter Liana en Hunter en iedereen draait zich om. Opeens, uit het niets is er daar een enorme deur verschenen. Albus begrijpt het niet, hij is er zeker van dat die daarnet niet was.
 ‘Was die deur hier net ook?’ vraagt Lisa en Albus schud zijn hoofd. Niemand durft zich te verroeren dus het is Albus die als eerste de stap zet. Hij gaat traag naar de deur, klemt zijn hand om de klink en duwt hem naar beneden. De deur gaat open en is lichter dan dat Albus eerst dacht. Voorzichtig stapt hij naar binnen, de rest achter hem. Hij stapt een kamer binnen dat verlicht word met enorme ramen. Er zijn zetels met veel kussen aanwezig die er erg comfortabel uitzien en er zijn ook een paar tafeltjes. Voor de rest is er niks anders maar toch geeft de kamer een soort gezelligheid, ,net een leerlingenkamer.
Liana kijkt van de gang naar de kamer en weer terug en doet het dan nog eens.
 ‘Dit kan niet kloppen, daar sneeuwt het maar hier niet. Het lijkt zelfs wel zonnig te zijn,’ zegt ze.
Albus ziet het nu ook. Door de ramen in de kamer lijkt het wel een lenteweer maar door de ramen in de gang is de sneeuwstorm nog steeds bezig. Ze stappen dan met zijn allen naar binnen en sluiten de deur. Ze kijken rond en Maud en Lisa zijn de eersten die de zetels uitproberen.
 ‘Waaah, zo zacht!’ zegt Maud en Lisa begint wat te giechelen.
Albus luistert er zelfs maar half naar en hij kijkt een muur aan. Het voelt echt aan. Wat is dit dan?
 ‘Hey kijk, hier is er een foto,’ zegt Seth en iedereen gaat rond hem staan behalve Lisa en Maud die nog genieten van de zetels. Op de foto staan twee dansende meisjes en een menigte klappende mensen rond hen. Het ene meisje zingt ook. Ze heeft lichtblond, golvend haar, felblauwe ogen, is een beetje kleiner dan het andere meisje en draagt het uniform van Huffelpuf. Het andere meisje is blijkbaar van Ravenklauw, heeft vuilblond, warrig haar tot aan haar taille, zilverachtig, uitpuilende ogen en een vage blik. Albus herkent dit meisje.
 ‘Dat is Loena Leeflang, een vriendin van mijn vader,’ zegt hij terwijl hij naar haar wijst.
 ‘Deze foto is volgens mij gemaakt in het jaar dat Voldemort hier de baas was. Kijk, zien jullie die hangmatten op de achtergrond. Ze zaten toen in de kamer van Hoge nood dat dienst deed als schuilplaats,’ zegt Rose en ze draait zich om. ‘Dit is de Kamer van Hoge nood!’
Albus draait zich ook om en kijkt rond.’ Is dit echt de kamer van Hoge nood?’ vraagt hij.
 ‘Het moet wel. We zijn op de zevende verdieping en de kamer was er daarnet niet. Dit is de Kamer van Hoge nood!’ zegt Rose zelfverzekerd.
 ‘Ja maar, wat is de nood dan?’ vraagt Seth.
 ‘Ik weet niet hoe het met jullie zit maar ik moet dus echt niet naar de wc,’ zegt Hunter.
 ‘Dat is ook niet de enige “hoge nood” die er bestaat idioot,’ zegt Rose.
 ‘Ja maar, wat is het dan? Ik heb niks nodig,’ zegt Albus.
 ‘Misschien Hunter die nood heeft aan een rustige plek om te studeren,’ stelt Seth voor.
 ‘Hoe kan ik werken zonder boeken? Zie jij hier soms boeken?’ merkt Hunter op.
 ‘Rose?’ vraagt Albus.
 ‘Ik weet het niet. Mijn moeder dacht zelfs dat de kamer verdwenen was door een enorm vuur tijdens de slag om Zweinstein. De kamer is daarna nooit meer tevoorschijn gekomen,’ zegt Rose.
Albus hoort Liana zuchten. ‘Wat is er?’ vraagt hij aan haar.
Liana heeft de hele tijd naar de foto gestaard en pakt hem nu uit Seths handen. ‘Ik zweer dat ik niet weer de aandacht wil trekken. Echt waar, dat wil ik niet maar ik denk dat het iets met mij te maken zal hebben,’ zegt ze met een soort schuldgevoel.
 ‘Hoe bedoel?’ vraagt Albus.
 ‘Dat ander meisje waarmee die Loena danst, dat is mijn moeder,’ zegt ze.
 ‘Ben je het zeker?’ vraagt Seth en Liana knikt.
 ‘Het zal inderdaad gemaakt zijn tijdens de periode dat Voldemort aan de macht was. Mijn moeder had het erg moeilijk met het nieuwe beleid hier op school dus mijn vader dwong haar om haar hier te verschuilen. Hij kon zelf niet meekomen omdat hij in Zwadderich zat,’ vertelt Liana.
 ‘Ja maar, waarom heb je deze kamer dan nodig?’ vraagt Seth.
 ‘Ow ik weet het! Het sneeuwt hier toch niet? Hier hoeft Liana niet bang te zijn!’ zegt Hunter, trots opdat hij het raadsel denkt te hebben opgelost.
 ‘Het is nogal stom niet? Zo erg is het nu ook weer niet en mensen zijn voor zoveel dingen bang dus waarom zou de kamer dan verschijnen omdat ik sneeuwstormen haat? En trouwens, wat doet deze foto hier dan?’ zegt Liana.
Daar heeft ze wel een punt vindt Albus.
 ‘Misschien is de kamer beschadigt geraakt door het ongeluk van zoveel jaar geleden. Misschien verschijnt hij niet meer voor “Hoge nood” maar voor kleine dingetjes,’ zegt Seth.
 ‘Maar dan zou hij toch al veel vaker verschenen zijn?’ vraagt Rose. Dat is ook weer waar.
Albus kijkt om zich heen. Hij kijkt naar Lisa en Maud in de zetels, naar Liana met de foto in haar handen, naar de muren, naar de ramen.
 ‘Het lijkt wel of Zweinstein ons wil beschermen voor iets, niet? Een soort schuilplaats voor ons net als toen. We zijn met niet veel dus zo’n grote schuilplaats zoals in de tijd van Voldemort is niet nodig. Het is perfect voor onze groep,’ denkt Albus luidop.
 ‘Ja maar, voor wat zouden we dan moeten schuilen? Voor Phaedra?’ vraagt Liana.
Daar heeft Albus geen echt antwoord op.

Zo, dat was dan hoofdstuk 10. Hopelijk vonden jullie het goed! Ik vind het in ieder geval beter dan mijn vorige hoofdstuk maar dat is mijn mening natuurlijk. Ik heb eens een neef van Albus laten opdraven, is best leuk. In het volgende hoofdstuk komen er veel meer familieleden trouwens. Ik weet niet of het volgende hoofdstuk er snel zal komen. Het is nu dan wel paasvakantie voor mij maar ik heb veel te doen, na de paasvakantie ga ik met mijn klas naar Londen (Ik wil King Cross station zien! ) en dan moet leren voor mijn examens :(. Hopelijk kan ik snel het volgende hoofdstuk uploaden. Tot dan!
Groetjes,
MissCherryblossom.

Albus Potter : de reünieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu