CHAPTER 1

711 21 5
                                    

Ik word wakker door de zon die op mijn gezicht schijnt. Ik voel hoe warm ik wakker word door de warme dekens die zweten. Het gaat vandaag een warme dag worden. Ik stond op het is vandaag mijn eerste schooldag. Ik kan het niet echt een schooldag noemen, omdat ik alleen mijn rooster moet ophalen en naar mijn mentor moet. Had ik al verteld dat meneer Larren mijn mentor is? Helaas, ik moet weer hem als mentor hebben. Misschien is hij helemaal wel niet zo erg als de mensen zeggen. Ik heb denk ik gewoon een te groot vooroordeel. Ik stap mijn bed uit en voelde een koude wind. Altijd een fijn gevoel als je zo warm en bezweet wakker wordt. Ik kijk naar mijn klok en ik zie dat ik nog genoeg tijd heb voordat ik naar school moet. Met een rustig gevoel loop ik naar beneden. Mijn ouders zijn al naar hun werk vertrokken. Het zijn niet mijn echte ouders. Toen mijn ouders verongelukt raakten door een vrachtwagen. Toen hebben Tom en Lizz voogd over mij gekregen en zijn ze mijn ouders geworden. Het ongeluk gebeurde toen ik vijf jaar was dus ik kan me er niet veel meer van herinneren. Tom en Lizz zijn heel erg lief voor me en ik weet niet beter dan dat zij mijn ouders zijn. Het voelt ook echt zo. Er zijn nog wel wat oude foto's waar ik met mijn 'echte' ouders op sta. Dan heb ik soms wel echt het gevoel dat ik iets mis. En dan hoop ik stiekem altijd dat ze niet dood zijn en opeens voor me staan. Ik weet wel beter dat het nooit zal gebeuren. Sommige dingen gebeuren gewoon nooit hoe graag je het ook wil. Ik heb een voorbeeld vorig jaar was er een jongen waar ik verliefd op was. Jonas heette hij. Hij was erg lief en grappig. Ik had hem leren kennen op de camping waar ik stond in Frankrijk. We hadden het samen erg gezellig. Op een avond vroeg ik aan hem of hij verkering wilde. Hij zei nee. Ik was heel erg verdrietig en voelde me erg alleen. Ik had zo erg gehoopt dat hij ja zou zeggen, maar helaas kan je zoiets niet afdwingen. Hoe graag ik het ook wilde, hij vond me niet leuk. Misschien wel leuk, maar niet leuker dan leuk. Ik stopte met denken aan dingen die gebeurd zijn. Ik moet meer focussen op de toekomst. Ik wil heel graag advocaat worden. Ik zie het al helemaal voor me hoe ik iemand moet verdedigen in de rechtzaak. En het belangrijkste natuurlijk: dat ik win. Dat ik de rechtzaak win. Ik ben niet zo'n goede spreker nog. Ik ben aardig verlegen. Ik denk dat mijn verlegenheid het grootste probleem word. Dat is het enige wat me in de weg zou kunnen zitten. Anderen advocaten die goed kunnen spreken hebben meer voordeel en winnen vaker. Hoe vaker je wint, hoe meer klanten je zult krijgen. Logisch. Ik pak twee broodjes en pakte de chocoladepasta om er op te doen. Ik geniet van de lekkere chocolade smaak die me mond in gaat. Mijn maag verlangde er naar. Toen ik klaar was met eten pakte ik alles wat ik nodig had voor school. Niet veel dus alleen een tas. Nu maar wachten totdat het tijd is. Ik pak mijn telefoon en zet een alarm, zodat ik de tijd niet ga vergeten. Ik ga maar naar mijn kamer en lekker relaxen. Ik pakte een kussen en ik loop naar mijn vensterbank en ga er op zitten. Het verbaast me dat de vensterbank nog niet doorgezakt is. Ik zit er zo vaak op en ik ben nou niet eenmaal het lichtste persoon op de wereld. Helaas was er geen mens te bekennen. Iedereen was natuurlijk weer al aan het werk. Het is zo lekker weer dus ik had verwacht dat er op ze minst een persoon in het park zou zitten. Voordat ik het wist was het tijd om naar school te gaan. Ik pak mijn fiets en fiets naar school. Ik heb er zo geen zin in. Ik kon wel janken. Ik weet soms echt niet wat ik er elke dag doe. Elke keer weer die saaie lessen. Maar toch ben ik er elke dag weer. Altijd als ik er over na denk waarom ik er elke dag ben weet ik het antwoord niet. Het is soms zo nutteloos school. Helaas heb ik het nodig om advocaat te worden. En die leraren die altijd maar zeggen: "Er zijn kinderen in Afrika die naar school willen en jullie moeten toch eens blij zijn dat jullie naar school kunnen", fijn hoor ik weet dat zelf ook wel hoor. Alleen ik zit niet in die positie dat ik naar school wil dus wat heeft het er mee te maken. Ik weet dat ik het goed heb en dat ik niet moet klagen. Ik loop de school naar binnen en stuur Maddy mijn beste vriendin een whatsapp om te kijken of ze al op school is. Ze reageerde nog niet dus ik werd een beetje zenuwachtig. Nu ben ik helemaal alleen en ik heb verder geen vriendinnen. Help. Gelukkig kreeg ik antwoord terug. Ze is in de aula. Ik loop naar de aula toe en ik zie haar al op een stoel zitten. Ik loop snel naar haar toe. We begroeten elkaar en praten nog wat over onze vakantie. Na de toespraak van de afdelingsleider mochten we naar onze mentor. Hier gaan we dan op naar Larren. Zou hij echt zo vervelend zijn?

___

Hey,

Dit is dan alweer het 2e hoofdstuk:)

Laat een comment achter als je het leuk vond en/of geef en like❤. Liefst beide .

Ik wens jullie een fijne dag/avond

Xx

The Bus Crash (Leraar/Leerling)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu