Caracas

30 4 0
                                    

Ik werd wakker, langzaam deed ik mijn ogen open en zag ik het bettonnen plafond. De muren waren vol geschreven met graffiti, het stonk er en er lagen gebroken glazen buisjes om crack in te roken. De matras waar ik op lag stond vol met brandplekken, ik had alleen een short aan en teenslippers.  Ik stond op en zag Carlos met een paar vrienden cannabis roken, ik vroeg of ik een trekje mocht maart het antwoord luidde: "Je hebt nog niks gedaan vandaag Sathya, straks misschien". Verdomme dacht ik in mezelf, waarschijnlijk moet ik weer ergens wat afleveren ofzo. "Zijn er taken voor me?", Vroeg ik. Carlos stond op en gooide zijn opgebrande joint naar me toe: "Julian gaat wat dealen in de stad, vraag of je wat kunt helpen". Ik was al vaak meegegaan met Julian, hij was een ervaren dealer die graag een kleine escorte mee had. Dat is natuurlijk ook wel verstandig, als je in je eentje gaat wordt je met garantie omgelegd en beroofd. Zo ging dat, niemand was bang van geweld, het was een dagelijks gebeuren dat je zelf gebruikte om niet een van de tweënvijtig doden te worden. Sinds president Chavez aan de macht was werd het nog erger, hij negeerde de statistieken of liet ze vervalsen. Leuk voor hem, maar het veranderde natuurlijk niks. Terwijl ik naar Carlos liep probeerde ik de injectienaalden en het glas op de grond te mijden, tevergeefs: Ik kreeg een stuk glas ter grootte van een dopje in mijn voet. Ik schreeuwde en trok het er meteen uit, ik zou het later wel verzorgen met alcohol of een aansteker. Het deed pijn tijdens het wandelen en er drupte ook best veel bloed uit, ik probeerde de pijn te vergeten door te denken aan het verzachtende jointje dat ik straks zou krijgen. Ik liep langs de torenhoge golfplaten huizen en de verslaafden die er rond hingen. Ik zag enkele jongens van een jaar of twaalf oefenen met een pistool, de terugslag was voor hen natuurlijk veel te zwaar en eentje viel zelfs bijna op de grond. Ik herinnerde me dat ik ooit ook zo was, ik was op mijn negende bij mijn huidige kartel gekomen. Toen leefde mijn moeder ook nog, soms mistte ik haar nog maar het was beter dat ze weg was. Het geld dat ze verdiende door haar lichaam te verkopen gaf ze uit aan crack, waardoor ik klusjes moest doen voor het kartel om één keer per dag te kunnen eten. Maar ja, wat was ik ook voor haar? Ze had zes kinderen, allemaal ongelukjes van klanten die geen condoom wilden gebruiken. Mijn broers zaten ook bij ons kleine kartel, mijn twee zussen deden hetzelfde al mijn moeder. Haatte ik mijn leven? Geen idee, ik was te druk bezig met mezelf in leven te houden. En ik deed veel om mezelf in leven te houden, ik had al meerdere steekpartijen overleefd en een jongen van z'on 11 jaar in zijn nek gestoken. Dit was gebeurd tijdens een mislukte deal, ik had nog nooit iemand doodgeschoten maar ik wist dat dat er ooit wel van zou komen. De meeste mensen die ik kende hadden al verschillende moorden gepleegd, of verkracht of gemarteld. Wist ik dat dit verkeerd was? Geen idee, nogmaals te druk bezig met te overleven. Ik kwam aan bij de plaats waar Carlos meestal te vinden was: Een druk kruispunt waar meerdere dealers wachtten op hun levering of op klanten.


Raak me als je kuntWhere stories live. Discover now