Waar was ik? In een grot, een kasteel of de buik van een reuzenhagedis? Zoemend geluid rondom mij, en een licht dat langzaam dichterbij komt... Het is haar, het meisje uit de winkel! Ik probeer iets uit te brengen maar mijn tanden lijken verstrengeld geraakt in elkaar! Een fel licht omgeeft het meisje, ze lijkt op een soort van engel. Met mijn handen probeer ik te gebaren dat mijn gebit in de knoop zit, niet echt makkelijk uit te leggen in gebarentaal. Haar ogen worden rood en... paars en... Haar ogen waren veranderd in een nest vol maden! Haar hele lichaam krioelde onder de maden! Ze kwamen uit alle hoeken van mijn donkere omgeving en ze kropen nu ook op mij, ze wurmden zich in mijn huid en ze kwamen dichter bij mijn gezicht. Ik al de kleine tandjes en ik hoorde een oorverdovend geknaag totdat...Ik wakker schrok en in één vloeiende beweging ook meteen moest overgeven.
Nooit meer mescaline! Het is een veelvoorkomende drug en het is best goedkoop omdat het wordt gemaakt van de cactussen die hier bij elke bloemist gevonden kunnen worden. Ik wist dat ik rare dingen zou zien, maar niet dat ik twee uur niet zou durven bewegen omdat de grond vloeibaar leek! Je gaat er ook veel te veel van nadenken, ik speelde de overval opnieuw en opnieuw af en mijn hoofd. Door het hallucinogene middel waren mijn herinneringen zodanig vervormd dat de dikke kassierster inmiddels een monsterlijke zuurspuwende pad was geworden en het meisje een prinses was in monokini die ik had gered van dit afzichtelijke monster. En over een bepaald aspect was ik me heel stom gaan voelen; Waarom had ik geen geld uit de kassa gevraagd? Was ik te bang? Ik had makkelijk tweehonderd bolivar meer kunnen verdienen! Maar goed, het was wat het was en alles was perfect gelopen, behalve misschien de ongemakkelijke momentjes, hier moest ik nog aan werken. Ik veegde braaksel van mij kin met mijn mouw, een nieuw T-shirt zou ook aangenaam zijn dacht ik. Ik was letterlijk vijf uur op dezelfde plaats gebleven tijdens mijn trip, namelijk een ondergrondse parking. Het was waarschijnlijk diep in de nacht en het leek me een aardig idee om een andere slaapplaats te zoeken.
Maar waar was het geld?! Ik had het ergens verstopt maar wist niet precies waar... Koortsachtig zocht ik in elke vuilniszak en onder elke steen die in het achtersteegje waar ik sliep lagen. Ik ging op mijn knieën zitten en gooide uit woedde een steen tegen een muur. Ik voelde me nog een beetje raar en elke emotie raakte me extra hard. De muur! Er zat een gat in dat ik had verstopt met een platte steen, daarachter was een gat waar het geld in een plastic zakje gewikkeld was. Griste het uit de schuilplaats en stak het in mijn broek. Ik wist dat ik weg moest, ik kon nooit te lang op een plaats blijven. Waar zou ik naartoe gaan? De stad? Nee, ik moest ruimte hebben. Vaak waren er grote stukken braakliggend grond die gebruikt werden als vuilnisbelt, daar wilde ik naar toe.
het stonk er, er lag veel puin en afval. Wasmachines, fietsen en kinderwagens. veel mensen gingen er er naar bruikbare goederen zoeken. Ik kwam een vrouw tegen die de zetels uit een auto aan het halen was terwijl haar kinderen aan het spelen waren met een oude frigo. Het waren voornamelijk spullen van het rijkere deel van Caracas. Ik kon de flatgebouwen in de verte zien, daar woonden de middenklasse. Achter mij was een autostrade, ik keek lang naar de voorbijgaande auto's en vroeg me af waar ze vandaan kwamen en naartoe gingen. Het was altijd al zo ongrijpbaar geweest voor mij; een gezin, een eigen huis, school, familie. Ik kon niet eens schrijven. terwijl ik liep in de verzengende hitte van de kunstmatige woestijn zag ik een man liggen, hij lag met zijn bovenlichaam in een wasmachine. Misschien sliep hij, misschien was hij omgelegd of had hij een overdosis genomen, het kon me niet veel schelen. Mijn voet deed vele minder pijn en ik kon al bijna gewoon lopen, het zag er wel nog steeds slecht uit. Na ongeveer drie uur slenteren kwam ik terug in het druk bevolkte centrum. Ik kende deze buurt wel, enkele broers van me woonden er. Ik kon hier wel even blijven. Ik liep over de drukke vuile straten en kocht me een tortilla. Terwijl ik deze opat op een druk pleintje vol prostituees voetballende kinderen en hangjongeren, zag ik iemand uit een taxi stappen. Hij was mollig gebouwd en zag er zenuwachtig uit;Carlos.

YOU ARE READING
Raak me als je kunt
General FictionSathya is een jongen van vijftien die leeft in een van de meest gevaarlijkste plaatsen ter wereld: Caracas, Venezuela. Met een gemiddelde tweeënvijftig doden per dag is het de meest gewelddadige sloppenwijk van van Zuid-Amerika. Hij is ambitieus en...