In die middagzon zaten we op een muurtje met een sigaret waar we om de beurt een trek van namen, ik vertelde Carlos wat er zoal gebeurd was. Ik vertelde alles behalve één ding; De overval. Zogezegd had ik rondgezworven zonder geld etend uit vuilnisbakken tot ik hier terechtkwam. Ik wist het zelf niet meer goed maar blijkbaar was het al twee weken geleden dat ik uit mijn kartel was verbannen, het verraste me hoe hard ik Carlos eigenlijk gemist had zonder de jongens. Hij was misschien de enige die me niet zomaar zou verraden, ik vroeg hem natuurlijk waarom hij zo lang was weggebleven, blijkbaar had hij problemen gehad met politie en andere gevaarlijke gasten. Dit was raar, normaal gaf de politie niks om kleine dealertjes zoals Carlos. "Wat heb jij uitgespookt dat de flikken achter je aan zitten?", vroeg ik. "Ah niet echt iets speciaals maar het begon behoorlijk heet te worden", antwoordde hij. Ik sloeg mijn ogen naar de hemel en blies rook uit mijn neus terwijl ik de sigaret doorgaf, "Ik wil het weten verstaan? Jij gaat geen geld verdienen zonder dat ik er iets van meepik". Hij keek me bezorgd aan en bee op zijn onderlip, hij dacht duidelijk hard na. "Ik wil een beetje de andere kant opgaan weetje, geen kleine deals meer maar eerder... distributie" legde hij langzaam uit. Ik moest een lach onderdrukken; "Daar moet je ballen voor hebben maat, je moet mensen vinden die jou vertrouwen en jij hen en alles regelen, allemaal jouw verantwoordelijkheid. En toch niet bij die nieuwe gasten hoop ik?". Carlos keek me verwijtend aan, "Ik wist dat je het niet zou begrijpen". "Ik begrijp het heel goed, je hebt iets waar je je brood mee kunt verdienen en nu wil jij een eigen bakkerij! Trouwens de flikken zitten echter je aan!" Ik maakte woeste handgebaren terwijl ik dit riep. "Niet achter mij, het werd te gevaarlijk voor die jongens waar ik mee wil werken dus ben ik mee verhuist". Carlos probeerde het als een goed plan te laten klinken. "Voor wie werken ze?" vroeg ik. "Sinaloa kartel", zei hij met tegenzin. Verdomme dat waren zware jongens uit Mexico! Het was gevaarlijk maar is alles dat eigenlijk niet? Ik kon niet het risico lopen dat Carlos veel zou verdienen zonder mij, ik moest toch wel eens poolshoogte nemen, als het dan te gevaarlijk bleek zou ik Carlos veel plezier wensen met z'n gevaarlijke avontuurtjes en er tussenuit knijpen. "Wanneer?", Carlos was verbaasd maar had het diep vanbinnen ook wel verwacht denk ik. "Over twee dagen, kom rond de middag naar me toe" antwoordde hij. "Ik zal er zijn, oh bedankt voor het pistool trouwens", hij keek me nog een tijdje na terwijl ik de mensenmassa in liep.
Soms voelde ik de drang om bij iemand om raad te vragen, bij mijn moeder ging dat natuurlijk niet. Ik had haar voor het laatst gezien toen ik een jaar of tien was denk ik, ze vond dat ik wel groot genoeg was om op m'n eigen benen te staan en stelde me voor aan een groepje jongens die me geleerd hebben in te breken in auto's. Daarna ging ik ook aan zakkenrollen en winkeldiefstal doen, vanaf mijn dertiende zat ik bij mijn kleine 'kartel'. Het stelde niet veel voor en we hadden niet eens een naam maar ik had tenminste een plaats waar ik thuishoorde. Terwijl ik hieraan dacht kwam er plots een nieuwe gedachte bij me op; Ik had mijn buit moeten delen. Dat was tenminste de theorie, veel mensen deden dat niet of alleen als het ze expliciet gevraagd werd. Natuurlijk moest je af en toe iets bijdragen, maar dat kon ook in de vorm van meehelpen met een inbraak of dergelijke. Waarom ik? Vertrouwden ze me niet? Ach tuurlijk vertrouwden ze me niet, ik vertrouwde hen ook niet. Ik vertrouwde Carlos meer, en wat zou ik doen zonder hem? Rondzwerven en overvallen plegen? Ik moest hem bij me te zouden.
YOU ARE READING
Raak me als je kunt
General FictionSathya is een jongen van vijftien die leeft in een van de meest gevaarlijkste plaatsen ter wereld: Caracas, Venezuela. Met een gemiddelde tweeënvijftig doden per dag is het de meest gewelddadige sloppenwijk van van Zuid-Amerika. Hij is ambitieus en...