Het Spel

184 10 0
                                    

Xander en ik kruipen nog verder onder de boom, we zijn bang dat de beroeps ons vinden. Niet dat ze echt zo goed zijn in zoeken. Nee dat niet, ze letten niet op voetsporen of platgetrapte natuur, nee ze denderen er zelf gewoon doorheen. Dus ik ben niet zo bang dat ze ons zouden vinden. Xander daar in tegen wel, ik zie hoe hij doodsangsten uitstraalt. Hij ziet alleen maar de kanten van de beroeps waarin ze goed zijn. Hij ziet de zwakheden nog niet zo goed. "K-Ky?" vraagt Xander. "ja?" fluister ik. "Ku-kunnen ze ons hier vinden?" stottert hij. "Nee hoor, beroeps zijn niet zo goed in zoeken, ze letten niet op tekens." zeg ik. "Je praat al over 'ze' in plaats van 'wij'" merkt Xander op. "Huh? Hoezo dat?" "Nou je zei 'ze letten niet op tekens'" Ik grinnik. Ik zie mezelf inderdaad niet meer als een beroeps. Ik zie me meer als een zelfstandige tribuut. Nee dat klopt niet. Ik heb Xander. "Inderdaad, want nu ben ik met jou dus zijn wij, wij. En de beroeps zijn zij." zeg ik. "Zijn wij dan bondgenoten?" vraagt Xander hoopvol. "Natuurlijk, je waarschuwde me voor de beroeps, laat me schuilen in deze schuilplaats. Je hebt me enorm geholpen. Ik daar in tegen niet echt." "Dat komt nog wel, je gaat mij vast heldhaftig redden als ik in nood verkeer" zegt Xander. "Ik zou je zeker redden Xander, zeker" zeg ik.

Toen ik die zin had uitgesproken,  hoorde we voetstappen

Het Begin van een SpelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu