Het Einde van een Spel

91 9 0
                                    

Ik stop meteen met rennen voordat de beroeps mij zien. Ik tuur door de struiken naar de gedaantes rond het vuur. Ik zie alle beroeps. Caleigh uit 1, Drew en Vee uit 2 en Simon uit 4. Ik zie ook nog iemand anders. Ik kan zijn gezicht niet zien, maar de kleine bouw van het lichaam wel. Het is een jongen, 12 hooguit 14. Het is Xander. Caleigh zet een mes tegen zijn keel en Simon houdt hem van achteren vast. Hij kan geen kant op. ''WAAR IS KY?'' schreeuwt Caleigh tegen hem. ''WAAR IS HIJ?''. Ik zie Xander in elkaar duiken. ''ik-ik ik weet het niet'' fluisterd hij zacht. Ik weet zeker dat het Capitool op het puntje van zijn stoel zit. Zij weten dat ik hier zit. ''Als je het zegt, laten we je nu gaan'' zegt Vee poeslief. ''Wat?'' vragen Caleigh en Drew boos. ''Als we hem laten gaan weten wij waar Ky zit.'' antwoordt Vee ''Hij overleefdt het toch niet lang.'' ''Nou je hoort het, zeg het en we laten je nu met rust, of zwijg en ik snij je strot door'' zegt Caleigh nors. Xander zwijgt nogsteeds. ''Je zwijgt, dan moet het maar zo.'' zegt Caleigh. Ik zie het mes in haar hand. Ik kan er niet meer tegen. Ik spring uit de bosjes. Ik gooi de speer recht door Caleigh's hoofd. Dood. Ik hoor meteen een kanon. De beroeps zijn verbijsterd, maar niet voor lang. Simon laat Xander los en rent op mij af en probeert me neer te halen. ''REN XANDER!'' schreeuw ik terwijl ik Simon van me af probeer te houden. ''Achter hem aan Vee'' zegt Drew. Ik krabbel op en trek mijn speer uit Caleigh's hoofd en ik richt de speer op Simon's torso. Ik gooi maar ik wordt tegelijkertijd door Drew neergehaalt. De speer doorboort Simon's bovenbeen. Hij zakt op de grond, terwijl hij met zijn handen de speer probeert vast te grijpen. Drew en ik rollen over de grond. Ik sla hem in zijn gezicht en het bloed komt op mijn gezicht terecht. Ik spuug het uit en probeer hem weer te raken. Hij rolt zich zo dat ik boven hem kom te liggen. Ik stomp met mijn knie in zijn maag, maar dan krijg ik een vuist op mijn slaap. Ik wordt duizelig en zie zwarte vlekken aan de rand van mijn gezichtsveld. Drew rolt zo, dat hij boven mij kom te liggen. Ik kan niet weg. Ik zit gevangen. Dit is het. Hier sterf ik. Ik zie dat hij een mes pakt. Hij lacht. ''Dag Ky, wat leuk om je weer te zien. Wou jij je kleine vriendje redden? Dat kleine jongetje? Helaas het is niet gelukt, Vee zit achter hem aan. En ik denk niet, dat hij het lang volhoudt.'' zegt Drew spottend. Hij trekt een grimas. Zijn gezicht ziet er niet uit. Het zit vol met bloed, en zijn neus staat vreemd. ''Zullen we het Capitool een mooie show geven?'' Ik kronkel ik probeer onder Drew vandaan te komen. Tevergeefs, hij is veel te sterk. Hij duwt zijn mes zachtjes tegen mijn keel aan. Ik zie hem lachen in het maanlicht. Ik voel dat het mes mijn keel opensnijdt. Drew gaat rustig door, totdat hij Vee hoort schreeuwen. Hij kijkt op, ik zie hem denken. Hij staat op. ''Jij houdt het toch niet lang vol, jammer dat ik niet bij je kan zijn als het kanon afgaat, maar ik geloof, dat een bondgenoot in de problemen zit.'' Ik zie Drew wegrennen. Ik probeer op te kijken, maar ik zak meteen terug door de pijn. Simon is denk ik bewusteloos. Ik hoor iemand rennen ''Drew'' denk ik ''Hij gaat zijn werk afmaken''. Maar nee. Ik had het fout. Ik zie Xander door de bosjes tevoorschijn komen. Als hij mij ziet, rent hij op me af. ''Nee'' zegt hij. Zijn ogen vullen zich met tranen. Hij legt zijn hoofd op mijn borst. Als hij weer opkijkt, begint hij zachtjes met zingen.

''Als de vlammen dansen, denk ik weer aan thuis. Als de vlammen dansen, denk ik weer aan toen. Hoe ik thuis kwam na het spelen, vol met bulten en met schrammen. En mijn moeder die kon dansen, die kon dansen als de vlammen. Als de vlammen dansen, denk ik weer aan thuis. Als de vlammen dansen, zweef ik weg van hier. Hoe ik vader kon vervelen, door te drijgen en te drammen. En mijn moeder die kon dansen, die kon dansen als de vlammen.''

''Heb jij de vuurtjes aangestoken?'' weet ik uit te brengen. ''Ja'' zegt Xander zachtjes. ''Om de beroeps weg te lokken''. Tranen stromen over zijn wangen. ''Dat is heel dapper, bedankt'' zeg ik. ''Nee jij was dapper, toen je uit de bosjes sprong om die beroeps te doden.'' Xander lacht door zijn tranen heen. ''Dat had ik beloofd, ik had beloofd om jou te redden.'' zeg ik zwak. Ik voel dat mijn lichaam zwaar wordt. Ik krijg moeite met mijn ogen open te houden. Mijn adem raspt. ''NEE!'' schreewt Xander. ''VERLAAT ME NIET! verlaat me alsjeblieft niet.'' Ik pak Xander's hand, ik kijk hem nog een keer diep aan, en met mijn laatste ademhaling weet ik een woord uit te brengen.

''nooit''

Het Begin van een SpelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu