Er loopt een schaduw voor me met een zwarte kap. Ik wandel in een onbekend donker steegje in New York. Op de achtergrond hoor je het verkeer toeteren en de sirenes loeien. Hij slaat linksaf en ik volg hem op een afstandje. De stem blijft maar zeggen dat ik hem moet volgen in mijn hoofd.
'Deze kant uit. Het is nu niet ver meer.' We komen aan het einde van de straat en slaan weer een drukke straat in; Fifth Avenue. Vraag me niet hoe ik dat weet. We lopen naar Central Park en slaan af als we ongeveer op één vierde zijn. Daar ligt het, voor onze neus. Een gigantisch gebouw met witte stenen. Ergens doet het me een beetje denken aan het witte huis in Washington, witte pilaren die aan de boven- en onderkant versierd zijn. Daar zijn we een keer met school geweest. Het lijkt ook wel een beetje op het Vaticaan in Rome met een ronde toren in het midden en verschillende kleinere torentjes aan weerszijden van het gebouw. Ik glip naar binnen achter de man aan. Er is een ook al een reusachtige aankomsthal met mozaïeken vloeren en schilderijen op de muren en het plafond. Ook hier zijn weer pilaren en is er een marmeren trap die opsplitst en naar boven leid. De man, ik weet haast zeker dat het een man was, zie ik nergens. Het is doodstil. Ik hoor zachte fluisteringen in mijn hoofd.
'Liv.' Ik draai me om maar zie niemand. Ik voel de aanwezigheid van iets of iemand, maar ik kan niemand bekennen. Dan wordt de deur opengezwaaid en komt er een lang, onmogelijk knap meisje binnen. Ik wil nog opzij springen om haar door te laten, maar het maakt niet uit. Ze loopt dwars door me heen. 'Dokter Jones!', roept ze met heldere stem. 'Dokter, waar bent u? Ik heb uw hulp nodig. Jake heeft alwéér een gapend gat in zijn lichaam, volgens mij doet hij het gewoon expres.' Nu komt er ook een jongen de dubbele deuren door. 'Jezus, wat kan jij overdrijven zeg! Het is maar een schrammetje, Aly!' Hij heeft een zeer arrogante stem die perfect past bij zijn perfecte gezicht. 'Liv?' Hoor ik in mijn hoofd. Het meisje kijkt om.
'Liv! Je bent wakker. Oh, god zij dank. Ik dacht dat je dood was.' Met een schok ben ik weer in de werkelijkheid en daarbij ook de gebeurtenis van... Hoelang geleden? Ik ruk de dekens van me af en sta op. Veel te snel en ik moet me vastgrijpen aan de deurpost. 'Saffie, we moeten weg. Als ze te weten komen wie we zijn...' Saphira kijkt gespannen. 'Wat is er gebeurd, nadat ik buiten westen raakte?', vraag ik.
'Nou, die jongen was een geneeskundestudent en hij heeft je naar het ziekenhuis gebracht.', begint ze nerveus. 'Ze dachten dat je een acute hersenbloeding had of zo, dus ze brachten je naar de intensive care en hebben je een paar uur onderzocht. Natuurlijk konden ze niks vinden. Ondertussen hebben ze mij de hemd van het lijf gevraagd en ik, nou, in het begin vertelde ik dat we uit Denver kwamen en we hier op familiebezoek waren, maar een van die verpleegsters herkende ons van het nieuws en nu hebben ze mijn ouders opgebeld en jou kindertehuis.', maakt ze haar verhaal triest ten einde. Ik kijk haar geschokt aan. Nu zitten we dus zwaar in de nesten.
'Waar zijn mijn kleren?', ik heb alleen mijn ondergoed en zo'n ziekenhuis jurk aan. Ze wijst naar de stoel. Ik haast me erheen en ik trek mijn kleren aan, de hoofdpijn en de stemmen zijn weggeëbd. 'Ik weet waar het is.', zeg ik, terwijl ik mijn voeten in de broekspijpen steek. Saphira kijkt me verbaasd aan.
'Wat waar is?'
'Lacis, natuurlijk.'
'Echt? Hoe dan?'
'Dat vertel ik je onderweg wel, we moeten hier zo snel mogelijk weg.' Ik stamp mijn voet in mijn schoen en gris mijn tas van het bed. 'Laten we snel wegwezen hier.'
We schieten door de gangen en passeren verbaasde patiënten. Gelukkig is er niemand die ons tegenhoudt. 'Waar ligt het ziekenhuis?', vraag ik nog steeds rennend.
'Amsterdam avenue, vlakbij Central Park.', antwoord ze. Mooi zo, precies goed, alleen aan de verkeerde kant van het park.
'We moeten door het park heen. Het ligt vlakbij een kerk.'
Ze lijkt te weten wat ik bedoel en roept terug: 'Ja, waarschijnlijk is dat de Church of the Heavenly Rest.' We rennen een kleine honderd meter het park in en stoppen dan puffend bij een boom. Zo snel heb ik nog nooit gerend en mijn longen branden zowat weg. Saphira heeft het nog zwaarder en zakt op de grond met een bezweet hoofd.
'Kun je me nu eindelijk uitleggen hoe je weet dat Lacis daar ligt?', vraagt ze tussen het hijgen door. Ik laat mijn adem weer een beetje op tempo komen en zeg dan: 'Ik had een soort droom voordat ik wakker werd. In die droom liep ik achter een man aan met een zwarte mantel. In mijn hoofd hoorde ik steeds zijn stem die 'volg me' zei. Ik wist dat ik moest gehoorzamen en liep dus achter hem aan. We kwamen langs Central Park en voor ik het wist sloeg hij af en stonden we ineens voor een reusachtig gebouw. Het had wel wat weg van het Vaticaan en het witte huis, maar dan gecombineerd. Ik liep achter hem aan naar binnen en daar was een grote hal met een marmeren trap.', Ik laat het gedetailleerde weg want dat krijgt ze zelf nog te zien. 'Ik zag die man nergens meer, maar toen kwam er een meisje binnen die riep om ene dokter Jones.' Ik zie Saphira's gefronste wenkbrauwen en ik weet dat ik het beter zo kan laten, zodat ze dit in zich op kan nemen.
'Ja. Één probleempje, er is helemaal geen reusachtig witte nep versie van het Vaticaan in New York.'
'Misschien is het gewoon onzichtbaar, net zoals in Harry Potter.', zeg ik.
'Oké, goed stel dat dat zo is, dan stel ik voor om eerst onze spullen te halen en er dan naartoe te lopen. We kunnen beter geen sporen achterlaten.' Ik knik. Na een paar minuten staan we op en lopen naar ons hotel. Als we in de lift staan vraagt Saffie: 'Wat wil je eigenlijk vragen als je daar bent?' Ik heb eigenlijk nooit verder gedacht dan Lacis vinden.
"Eh, ik denk iets van: 'Weten jullie wie ik ben?' Of 'Waarom ben ik een Tolk?'" De liftdeurtjes klappen open en we stappen uit. Saffie klikt het slot open en we proppen alle spullen uit onze kamer in onze tas. Ik haal de badkamer leeg en Saphira stopt haar kleren uit de kast in haar tas. In minder dan vijf minuten staan we weer in de lift naar beneden met volle rugzakken. We lopen de straat in en wachten voor de stoplichten. We nemen de Columbus circle en gaan daar het park in. Het is echt veel groter als je het in doorsnede moet lopen en we doen er zeker drie kwartier over om de andere kant te bereiken.
'We zijn er echt bijna.', deel ik mee. We lopen het park uit vlakbij het Jacqueline reservoir. We steken Fifth avenue over en lopen de straat in. 'Daar staat het!', roep ik opgelucht.
'Er staat daar helemaal niets, Liv. Alleen een oud grijs gebouw. Dit keer heb je echt overdreven.' Ik kijk naar het gebouw voor me en dan weer terug naar Saphira. 'Nee. Kijk nou eens goed. Wat zeggen ze in the Mortal Instruments ook alweer? Iets van 'Beeld je in dat er een heel groot gebouw staat' Saphira kijkt geconcentreerd naar het complex.
'Tja, ik zie nu wel een soort siddering voor het hek heen en weer bewegen.', zegt ze langzaam.
'Ja, dat is het!' We vervolgen onze weg over de stoep. Het hek opent automatisch als we ervoor gaan staan.
'Wow, dit is echt gaaf!' Saphira is altijd al dol geweest van gadgets en fantasie, niet gek dus dat ze mij te gek vond. Saffie staat met ogen als schoteltjes naar heet bouwwerk te kijken, ik denk dat ze het nu ook in zijn werkelijke staat kan zien. Ik pak haar hand en loods haar mee naar de voordeur, die op magische wijze ook uit zichzelf opengaat.
'Welkom.', weergalmt een stem in mijn hoofd en ik maak een sprongetje van schrik.
'Wat is er?', fluistert Saphira in mijn oor. Ik schud alleen mijn hoofd. Boven op de trap is een man verschenen. Om precies te zijn, de man die ik vanochtend volgde. Hij heeft al grijzend haar dat als een kroon om hem heen hangt en op zijn haviksneus staat een bril. Hij heeft een vriendelijke blik in zijn ogen, maar ik kan niet voorkomen dat ik een klein kreetje slaak. 'Welkom op Lacis. En moge het verblijf hier je gunstig gezind zijn.'
Heeeyy
Ik wil even zeggen, mijn school is weer begonnen en ik kan niet zoveel meer schrijven, omdat ik waarschijnlijk heel veel huiswerk krijg. Hier dus een extra lang hoofdstukje om het hoop ik een beetje goed te maken
xxx Milou
JE LEEST
The maze of lost stories (nederlands)
ParanormalLiv leeft naar de dag dat ze achttien wordt en weg mag uit het kindertehuis waar ze gedwongen moest wonen toen haar ouders omkwamen bij een ongeluk. Maar dat is niet het enige, ze is een Tolk, een meisje dat de stemmen van de doden kan horen en ande...