De eerste vraag die in me opkwam was: Hoe komen we hier het snelste weg?
En de tweede was: Waarom vertelde Jake het aan Saffie als hij dat medaillon zelf gebruikt? 'Waarom hebben ze me dan niet gewoon gelijk vermoord?', vraag ik haar. 'Omdat ze je eigenlijk niet willen vermoorden.' Wat? Maar hoe kan ik dan hun volgende slachtoffer zijn? 'Liv, je snapt het weer eens niet. Weet je trouwens wat jou naam betekent? Beschermer, en jij bent de beschermer van Lacis.' 'Oké? En wat heeft dat te maken met het feit dat deze mensen me proberen af te maken?' Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ik snap eerlijk gezegd bijna niks van wat ze net heeft verteld. 'Jij moet ze beschermen.' 'Ja, laat ik dat doen! Dat is echt zo slim en dan geef ik ze ook gelijk een pistool en een slachtmes in handen, zodat ze me in alle rust kunnen ombrengen!' Ze kijkt me boos aan. 'Nee, natuurlijk niet. Laat ook maar. Je wilt het niet eens begrijpen.' Ze sleurt me mee terug naar de eetzaal. Vanaf het moment dat ze de deur opendoet is ze een en al kalmte, iets wat je niet van mij kunt zeggen. Dit is de eerste keer dat ik ruzie heb met Saphira en het liefst zou ik haar nu heel hard willen slaan. Met een uitzinnig gezicht trek ik mijn stoel naar achter en ga zitten. Iedereen kijkt me verwachtingsvol aan, inclusief Saphira. 'Wat?', snauw ik, hypocriet die ik ben. Ik had nog zo gezegd dat we geen ruzie mochten maken. Iedereen kijkt weer gelijk terug naar zijn bord. 'Doe je mee?', vraagt Rosalynn voorzichtig. 'Wat? Waarmee? Trouwens, het maakt niet uit. Op elke vraag die je stelt zal het antwoord nee zijn.', antwoord nijdig. Haar gezicht wordt triest en moedeloos, waardoor ik me gelijk schuldig voel. Nee, Liv! Zij zijn de slechteriken! Ik pak mijn servet en veeg mijn mond af. 'Ik ben uitgegeten.', deel ik mee en sta op. Ik roep de stem op die me de vorige keer ook heeft geholpen de weg te vinden. Hij leidt me naar mijn kamer en ik plof op bed. Wat moet ik godsnaam doen? Ik duw mijn schoenen uit en smijt ze tegen de muur. Er wordt zachtjes op de deur geklopt. 'Rot op!', roep ik vanuit mijn kussen. De deur gaat toch open. Aly. Waarom zij? 'Hee.', zegt ze ongemakkelijk. 'Had ik niet gezegd dat je weg moest gaan?', antwoord ik niet al te vriendelijk. Ik heb nu niet echt behoefte aan een van haar arrogante gesprekken. 'Wat Saphira je ook over ons vertelt heeft, we hebben je hulp nodig.' Ja, inderdaad, om mijn botten te gebruiken als extra wapen om andere mensen te vermoorden. 'Wat jammer dan dat ik daar niet de aandrang toe voel.' En me niet vrijwillig naar het slachthuis laat brengen. 'Alsjeblieft. Mijn ouders zijn door hen overleden.', zegt ze dan. Ze ademt snel en het lijkt alsof ze zo meteen gaat huilen. Wat kan zij goed acteren, ik had niet anders verwacht. 'Dat is pech, de mijne zijn ook dood.' Die kwam harder aan dan ik bedoelt had. Misschien de volgende iets subtieler. Er rolt een traan over haar wang. Ik heb nog nooit zo'n triest gezicht gezien en de klap komt dan ook als een donderslag.
Ze liegt niet. Dit is echt.
Ik kijk haar met grote ogen aan. Wat heb ik gedaan? 'H- het spijt me zo. Ik dacht dat... dat...', stotter ik. Oh mijn god. 'Wie heeft je ouders om het leven gebracht?', vraag ik bijna te zacht om het te verstaan. Ze veegt haar tranen af. 'Het spijt mij ook. Als ik de gangen niet had laten veranderen...' Wacht eens even. 'Jij hebt ons laten verdwalen? Expres?' In een klap ben ik weer woedend. Ze komt er te laat achter dat ik dat nog niet wist en ze dat beter niet had kunnen vertellen. Te laat. 'Hoe kun je zo gemeen zijn! Je wist dat ik dat boek nodig had! Je weet dat ik mijn krachten niet kan controleren! Als je wil dat ik je help, dan ga je dat boek nu heel erg snel voor me halen!' Ze kijkt me angstig aan en ik kijk kil terug. Ze knikt en haast zich de kamer uit. Als ik weer een beetje tot mezelf ben gekomen, komt ze de kamer weer in. Ze heeft een boek van een paar honderd pagina's onder haar arm geklemd. Ze overhandigt het aan mij. Ik zucht een keer. 'Oké, vertel me eerst: Hoe heb je die muren verandert?' De vraag brandt al de hele tijd op mijn lippen. 'We noemen onszelf de Dashaira. Je kan ons vergelijken met superhelden, niet dat we de wereld redden of zo, maar elk van ons krijgt bij onze geboorte een Droom mee.' Een droom? Ik had iets verwacht zoals een superkracht of gave, maar nee, je mag elke nacht fijn dromen. Ik denk dat ze weet wat ik denk want ze zegt: 'Nee, niet de dromen over eenhoorns en ridders. Een droom is... Nou ja eigenlijk is het een ander woord voor gave, alleen is deze gave nog niet ontwikkeld, we moeten hem verdienen. Het is alleen een gave die heel bijzonder is, die bij jou past. Daarom heten ze dromen. We dromen er ons hele leven van om die gave te krijgen, bedoel ik.' 'En wat is jouw droom?', vraag ik, toch wel een beetje nieuwsgierig. 'Mijn grootste droom is een beroemde modeontwerpster worden, maar mijn droom als in gave, is tijdreizen. Het lijkt me geweldig! Jake heeft hem al, ik ben zo jaloers.', zegt ze. Het is vreemd, maar ik voel me ongewoon comfortabel in dit gesprek. Gewoon praten alsof er geen gevaar is, alsof ons leven normaal is. Ik glimlach. 'Wat houd jou gave dan in? Ik bedoel, droom je dan elke nacht dat je door de tijd reist?' Haar gezicht klaart op. 'Nee, natuurlijk kan ik de tijd terugdraaien wanneer ik wil, maar soms droom ik dat ik de tijd stil laat staan. En één keer heb ik gedroomd dat ik de tijd zo vaak terugzette naar hetzelfde moment dat er meerdere mij's waren.' Ze glundert als ze dat zegt en ik moet toegeven dat het ook best wel cool klinkt. 'Wat is Jake's droom?', vraag ik. 'Nou, volgens mij zijn roekeloosheid.', zegt ze glimlachend. Ik moet weer terug denken aan mijn droom in het ziekenhuis.
'Dokter, waar bent u? Ik heb uw hulp nodig. Jake heeft alwéér een gapend gat in zijn lichaam, volgens mij doet hij het gewoon expres.' Nu komt er ook een jongen de dubbele deuren door. 'Jezus, wat kan jij overdrijven zeg! Het is maar een schrammetje, Aly!'
'Maar Jake is ook in staat om anderen te beïnvloeden om hunzelf te veranderen. Zoals in, motiveren om iemand toch iets te laten doen. Hij kan zichzelf ook veranderen, maar dan in heel andere personen. Hij heeft eigenlijk gewoon twee gaven! Het is zo oneerlijk.', zegt ze met haar armen over elkaar als een klein kind. Ik moet lachen. 'En die van de rest? Wat zijn hun dromen?' 'Die van Rose is controle over de liefde, is dat niet toepasselijk? Ze is zeg maar de cupido van ons stelletje. Ik denk dat ze Joseph verliefd heeft gemaakt, maar als ik dat zeg ontkent ze dat natuurlijk. Joseph kan krachten wegnemen en overbrengen naar anderen, maar alleen diegenen met een zuiverder hart dan de vorige eigenaar van de droom. En natuurlijk heeft dokter Jones de gave om te genezen en meneer Martin heeft de gave om jonger te worden. Zo is hij eigenlijk een soort van onsterfelijk.', legt ze uit. 'Hoe krijg je je droom dan?', vraag ik, ik ben echt ontzettend geïnteresseerd in Dromen geworden. 'Dat is dus het probleem. Ik heb geen idee, daarom heb ik hem ook nog niet. Jij hebt eigenlijk ook een droom, Tolken zijn gewoon een zijtak van de Dashaira. Jullie krijgen alleen allemaal dezelfde gave en jullie hoeven er niks voor te doen. Dat staat trouwens allemaal in dat boek. Je hebt niet alleen de kracht om met mensen en geesten te praten, maar dat zoek je zelf allemaal maar uit. Het staat er allemaal in.', zegt ze weer hooghartig. Ik moet lachen, misschien is ze toch wel aardig. 'En hoe zit het met die muren en jullie vijand?' Haar gezicht betrekt weer. 'Dit gebouw gehoorzaamt aan de eigenaar. Zo kan het moeilijk worden ingenomen. Het is speciaal voor ons gemaakt, om ons te beschermen van het gevaar. En wat onze vijand betreft, hij heet Zonor, hij is onze baas. Als je het zo kan noemen. Vroeger was hij ook een van ons, een Dashaira. En je raad het al, hij wilde meer kracht, hij was niet tevreden met zijn ene droom. Eerst heeft hij Joseph gedwongen zijn gave te gebruiken, maar gelukkig had Zonor geen zuiverder hart dan de meeste van ons.', vertelt ze droevig. 'Dus niet iedereen is...' Ze knikt. 'Een paar van ons zijn hun dromen aan hem kwijtgeraakt. Nou ja, het is minder zielig dan het klinkt. Zij hadden een slechter hart dan Zonor, denk je eens in wat voor ramp dat zou worden!' Dit keer is het mijn beurt om te knikken. 'Het wordt al laat, denk er maar eens over na. Saphira probeerde je dit in ieder geval te vertellen. Ik dacht, misschien is het beter als je het hele verhaal kent.' Ze glimlacht zwakjes en loopt dan stil de deur uit. Mijn hoofd maakt overuren en probeert deze informatie zo goed mogelijk in elkaar te passen met de dingen die ik al wist. Dus dit probeerde Saffie me te vertellen.
Mijn vijanden zijn mijn vrienden.
En ik moet ze beschermen.
Hoop dat jullie het een beetje konden volgen. Als je het niet snapt, comment!
Dan ga ik het proberen uit te leggen;)
JE LEEST
The maze of lost stories (nederlands)
ParanormalLiv leeft naar de dag dat ze achttien wordt en weg mag uit het kindertehuis waar ze gedwongen moest wonen toen haar ouders omkwamen bij een ongeluk. Maar dat is niet het enige, ze is een Tolk, een meisje dat de stemmen van de doden kan horen en ande...