Hoe ik Joseph zal omschrijven?
Hij heeft een stokbrood obsessie, een eekhoorn blaas en een enorm impulsief karakter. Ja, dat beschrijft hem wel goed. En hij praat veel, dat ook."Vandaag wil ik rijden. Ik ga heel hard rijden. Maar geen boete, ik wil gewoon naar Mackenzie." Zei Joseph terwijl we naar mijn auto liepen.
"Ik mis Kenzie. Ik zou bijna mijn opleiding gewoon opgeven."
"Wat doe je voor opleiding?"
"Uh-, journalistiek, zegmaar."
"Verbazend."
"Hoezo dat? Neem geen vooroordelen over mensen. Dus omdat ik veel praat is het sarcastisch verassend? Dus degenen die niet veel praten zijn niet journalistiek-geschikt? Oké, wacht, misschien is dat wel een beetje zo. Ik ben trouwens erg trots dat je sarcasme gebruikt, mijn leraar vertelde ooit dat alleen slimme mensen sarcasme gebruiken. Ik ben opgelucht dat je slim bent."
Ondertussen zaten we in de auto.
"Maar de supermarkt, aangezien je slim bent, waar kunnen we heen?"
"Uhm, gewoon, een supermarkt. In de buurt."
"Duh, maar welke is het meest dichtbij?"
Ik zweeg. Ik wist het niet.Dus Joseph rolde zijn ogen en zocht er een op.
Een kleine twintig minuten later stonden we in een supermarkt en dat is nooit handig als je honger hebt. Ga er altijd heen als je ervoor gegeten hebt.
"Denk je dat je hier gebakken eieren kan kopen?"
"Joseph, dat kan nergens."
"Ik hoop gewoon, bij elke winkel, dat er iemand zo slim geweest is om dat te bedenken."
"Niemand is slim."
"Dat is niet waar, maar, in deze supermarkt is dat wel waar. Ik wil stokbrood." Hij liep richting het brood en ik liep met hem mee. Daar pakte hij een stokbrood, en toen, toen sloeg hij me ermee."Joseph,"
Hij sloeg me nog een keer met het brood met een brede grijns. "Joseph, doe normaal, we zijn in een winkel met mensen."
Nog een keer.
"Omg, stop."
Nog eens.
"Oké, kappen nu," net toen ik het brood wilde pakken deinsde hij lachend achteruit. "Oké oké, ik stop al!"Toen ik me omdraaide sloeg hij me nog een keer. "Om het af te leren." Zei hij.
Na eten gekocht te hebben gingen we op een bankje zitten om het op te eten en ik was naar mensen aan het kijken toen Joseph begon te praten.
"Denk je dat stokbrood frans is?"
"Ja."
"Maar wie zegt dat dat zo is?"
"Een stokbrood is frans. Dat is zo,"
"Maar, wie zegt dat dat waar is? Misschien was het wel een Amerikaan die deed alsof hij Frans was."
"...,"
"Zie je nog interessante mensen?"
Ik knikte richting iemand voor ons. "Ze was een appel aan het eten, liet het vallen, keek om zich heen, pakte het op en at het verder."
"Lekker. Nog meer?"
"Er stonden net een man en vrouw elkaar vet erg aan te tasten en ze dachten dat niemand ze doorhad."
"Je let wel op de details hè?"
"Die man is bang voor een duif," ik wees naar een man die zojuist voor een duif was weggerend en glimlachte klein.
"Ik ben nergens bang voor, wist je dat?"
"Maar natuurlijk ben je nergens bang voor." Zei ik sarcastisch.
Hij grijnsde. "Echt hoor. Niks maakt me bang."
"Oké, als jij het zegt."
"Ben jij ergens bang voor?"
"Uh,"
"Zeg dan."
"Laat me even nadenken!"
"Oh,"
Kleine stilte.
"Oké,"
Nog een stilte.
"Weet je het nou al?"
"Ik ben bang voor
JE LEEST
roadtrip (DUTCH)
Teen FictionMackenzie heeft een vriendje. Ze woont in Amerika. Haar vriendje woont aan de andere kant van Amerika. Leah is haar beste vriendin. Het vliegveld is twee dagen rijden van waar Mac(kenzie) en El(eah) wonen. Als het vriendje van Mackenzie overvlieg...