Vergeef me 03

189 3 0
                                    

"We kunnen niet buiten ons eigen willen treden.

Dat kun je niet willen."

                                                                                - Vergeef me -

                                                                                    Chapter 3

Ik heb de kans gekregen, de ultieme kans op geluk.

Toch voor een momentje, een momentje van ultiem geluk dat eeuwig lijkt te duren.

Maar ik heb de kans laten liggen, ik kon alles doen wat ik wou met hem, alles.

Maar ik heb de kant van geen schuldgevoel gekozen, geen verwijten dat ik mezelf kon maken.

Dacht ik.

Ik dacht dat ik mezelf beter ging voelen nu dat er niets of ook niets gebeurt is tussen ons, ik dacht dat het me niets zou doen.

Mhh, had ik de kans maar gegrepen.

Ik was voor het eerst bij hem thuis geweest, 2de verdieping in een gezellig appartementsgebouw.

Nu ja, gezellig..

Het deed me denken aan een hotelletje in Duitsland waar ik en mijn ouders op vakantie gingen toen ik klein was.

De woonkamer was eén grote ruimte waar ook de eettafel stond.

De zetel was zwart en van leder, en toch wel redelijk groot, we hebben uren zitten praten, uren van geluk voor me.

Te weten dat er meer kon gebeuren..

' Als je het koud hebt mag je een dekentje pakken hoor Lena'

Hij maakte zicht zorgen over me, ik had het verschrikkelijk koud..

Maar niet omdat het buiten een koude winternacht was, nee.

Maar ik bibberde, ik bibberde van de stress, van het gevoel dat ik eindelijk alleen met hem was, eindelijk het gevoel dat niets of niemand tussen ons zou kunnen komen, eindelijk.

Ik nam een dekentje en probeerde me zo goed mogelijk in het dekentje te wikkelen in de hoop dat ik stopte met bibberen.

'Ja mag nog een dekentje pakken hoor als je het nog koud hebt' zei hij lief, maar dat aanbod sloeg ik af.

Ik was moe, maar niet moe genoeg om naar huis te willen, ik wou bij hem zijn en bij hem blijven.

Voor altijd en eén dag zoals ze wel eens zeggen.

Ik probeerde mij wakker te houden, want ik wou hem zien en horen en het liefst van al voelen.

'Als ik nu stil ben val je dan in slaap?' Vroeg hij zachtjes.

'Ik denk het wel antwoordde ik.

Ik lag met mijn hoofd in zijn schoot, hij stopte me warm onder, wreef over mijn hoofd terwijl hij zacht de woorden zei ' slaap maar meisje'.

Toen viel ik inslaap en weet zeker dat zijn ogen over me waakte, de hele nacht lang.

Droomzacht prins van mijn dromen, droomzacht onbereikbare held.

"We kunnen niet buiten ons eigen willen treden.

Dat kun je niet willen."

Vergeef meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu