De lood

786 62 1
                                    

Bij de tunnel aangekomen zegt iets me dat dit geen fijne avond zal worden.

Hij staat er al en knippert enkele keren met zijn koplampen als teken dat ik naar hem toe moet rijden.
Beide laten we onze ramen dalen. "We rijden even naar de zone." Zegt hij kortaf terwijl hij zijn raampje weer heeft laten doen stijgen, ik volg zijn voorbeeld maar op en rij achter hem aan. Het nare gevoel dat ik al sinds vanmiddag heb lijkt echter niet weg te trekken. Ik haal het wapen uit het dashboard kastje en leg deze tussen mijn benen in.

Eerst wacht ik tot dat Faissal is uitgestapt en bij mij in de auto is komen zitten. "Hoe gaat het?" Vraagt hij me beleefd. Gaat prima, met jou? Hij knikt. De spanning is te snijden.
"Shar rij naar de lood." Beveelt hij mij op een kalme toon. Ik koppel de handrem los en rij naar de lood.

Aangekomen bij de lood stapt Faissal uit, ondertussen stop ik voorzichtig het kleine vuurwapen in de binnenzak van mijn jasje.
Deze plek, ik haatte het hier. Een van de locaties waar zo nu en dan wel eens werd afgesproken met klanten. Er was uitzicht op de haven die aan de andere kant van het water grensde, voor de rest stonden er enkele containers en was dat het wel een beetje. 'Afgelegen' was de ideale benaming voor deze plek.

"Shar, loop door." Zegt hij gespannen. Wat wil je me laten zien? Vraag ik hem nieuwsgierig. Hij stopt bij een container en kijkt me diep in me ogen aan. "Iets wat je een beter beeld op dit wereldje gaat geven" fluistert hij op een toon die ik niet plaatsen kan. Aandachtig blijf ik hem aankijken, ook zijn blik haalt hij niet van mij af. Hij duwt de opening van de container open, hij drukt een zaklamp in mijn handen en loopt de container in.
Het ruikt naar hier, merk ik eigenaardig op. Hij staat stil en richt zijn zaklamp op me. Hij blijft me aankijken en grijpt vervolgens naar mijn hand. We lopen een stukje, vervolgens stopt hij. "Geef me je zaklamp." Beveelt hij me op een kalme toon. Zoals hij van me vraagt geef ik hem de zaklamp, nu laat hij mij los en richt de zaklampen op een plek.
Dat wat ik zag, ik was ervan overtuigd dat ik het nooit vergeten zal. Jayson lag daar, zijn voeten en handen waren er afgehakt en lagen naast zijn lichaam. Zijn keel was diep doorgesneden, de blauwe plekken en zijn verminkte gezicht, het leek het mens in me te doden.

Thuis aangekomen liep ik langs de kamers van mijn zusjes en de kamer van mijn moeder en Khalid. Ze lagen vredig in hun bedje, niets vermoedend en niets wetend.

In mijn bed kan ik de slaap maar niet vatten. Iets klopte niet, we zagen wat over het hoofd.

Good girls, do bad things Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu