Doorzetter

716 47 1
                                    

Ploffend neem ik plaats op de bank. Mijn opa kijkt bovenuit zijn krantje op me neer, "hoe was het?" Vraagt hij me terwijl hij veelte druk is met de artikelen in de krant. Nonchalant haal ik mijn schouders op. Het ging wel goed. "Het ging wel goed, klinkt niet echt goed." Zegt hij bijdehand. Opa, het is gewoon niets bijzonders, ik bedoel. Hij was niet van plan me uit te laten spreken. "Het is een bijzondere zakenman, maar ook niets meer en niets minder. Een vader zal hij nooit voor je worden, dus ik begrijp je doel niet helemaal?" Zijn woorden komen als een platte hand recht in mijn gezicht aan. "Begrijp me niet verkeerd, je bent mijn kleindochter. Ik vertel je moeder al sinds je geboorte dat ze een bijzonder kind heeft gebaard. Ze weet hoe erg ik je bewonder. Je bent een knappe, jonge en slimme vrouw. En wat ze ook over je roepen, het doet me niets. Al zouden ze roepen dat je mijn eer kwetst. Ik weet wel beter, ik weet veel en veel beter. Want Nora, ik weet dat je het zwaar hebt, dat heb je altijd gehad. Daarom houd ik zoveel van je. Je bent mijn kleine doorzetter. Laat Nadir achterwegen. Je hebt het altijd zonder gedaan."

Hij gooit het krantje naast zich neer en komt naast me zitten. Met zijn hand strijkt hij langs mijn rug. "Vertel me wat je hier eigenlijk werkelijk komt doen?" Opa, ik kom hier om een deel die ik altijd miste te ontdekken. Hij leeft nog, is gemakkelijk na te trekken en ik was nieuwsgierig. Een plus een is twee opa. Ik moest weten wie het was, ik moest weten wie ik was. Hij knikt bedenkelijk. "Je hebt gelijk, het is een deel van jou."

Na een goed gesprek met mijn opa over de eerste ontmoeting van mijn vader besluit ik Nabil te bellen.

"Nora? Lieverd! Heb je het naar je zin?" Ik moet lachen om zijn enthousiasme. Het gaat goed, hoe gaat het met jou? "Ik mis je Noortje." Een glimlach weet zich algauw zichtbaar te maken. Ik mis jou ook, fluister ik. "Wanneer kom je terug?" Over zes dagen. "Dan pas? Noor, ik kom je nu halen!" Lieverd, ze zijn zo om. Geloof me. "Ik houd van je." Bedankt. Een onaangename stilte valt in ons telefoongesprek. Wat ben je aan het doen? "Ik bekijk een paar documenten, en wat doe jij?" Ik stoor jou. "Jij stoort nooit, nooit heb je dat?" Dat heb ik. "Mooi." Maar ik ga ophangen, ik bel je morgen wel oké? "Is er iets?" Nee, slechts last van hoofdpijn. "Zeker?" Geloof me. "Altijd."
We ronden ons gesprek af en wensen elkaar alvast een fijne nachtrust.

De volgende dag sta ik voor het grote gebouw, het bezit van mijn vader. Ik was benieuwd.

Hij begeleidt me trots door het gebouw. Alle vijftien verdiepingen gaat hij af.
Want iedereen moest weten dat hij een dochter had, een dochter Nora. Maar ondanks dat riep ik hem nog steeds bij zijn voornaam, Nadir. Hij was zoals mijn opa al zei, geen vader voor me.

De dagen verstreken, ik zag Nadir elke dag. Hij liet me de stad zien vanuit een ander perspectief. De gebouwen die hij er had gebouwd, de connecties die hij er had gelegd. Hij was altijd erg strikt en kende waarde en normen. Werkte met discipline en was zeker niet van plan om te falen. Zijn doorzettingsvermogen kwam me bekend voor, heel bekend. Ze had gelijk, ik had veel van hem weg. Hij was een doorzetter, een levensgenieter en een zeer gewaardeerde zakenman. Hij leek het totale plaatje te vormen. Maar desondanks verafschuwde mijn moeder hem. Hij was een deugniet. En ik? Ik was net als hem.

Ik zat op een terrasje, wachtend op Nadir. Niet veel later kwam ook hij aanschuiven. "Ik heb wat voor je." Viel hij gelijk met de deur in huis. Met fronsende wenkbrauwen kijk ik hem aan. Zijn gezichtsuitdrukking en lichaamshouding staan zo strak als maar kan. Hij overhandigt me een kartonnentasje. "Maak maar open." Zegt hij als ik hem aankijk. Zo voorzichtig en netjes mogelijk open ik de verpakking. Een langwerpige dun doosje ligt op mijn schoot. Het sluitinkje op het doosje open ik voorzichtig. Mijn ogen aanschouwen prachtige juwelen. Hij staat op en doet de ketting en armbanden voor me om.

"Ooit gaf ik je moeder ook een soortgelijk waardig setje als deze. Het was het eerste wat ik haar gaf. Op de binnenzijde van de sieraden stonden onze namen. Toen ze me vertelde dat ze op vakantie wou gaan naar Nederland om haar familie te bezoeken zocht ik daar niets achter. Ik bracht jullie naar het vliegveld met de gedachte jullie na veertien dagen weer op te halen. Alleen kon ik de slaap niet vatten die nacht omdat er onder mijn kussen het doosje lag van de sieraden en het doosje met de trouwring erin. Misschien ben ik niet altijd goed voor je moeder geweest. En dat spijt me, maar de manier waarop Zina is vertrokken en mij van mijn dochter weerhield is een gebeurtenis waar ik tot heden nog steeds mee wordt geconfronteerd." Op zijn strakke gezicht vallen twee tranen die binnen mum van tijd slechts illusie leken. Hij blijft strak voor zich uit turen. Maar de blik in zijn ogen, die valt niet te omschrijven.

Good girls, do bad things Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu