Uitdagende toon

596 38 3
                                    


Verschillende emoties gierde er door mijn lijf. Vol ongeloof sluip ik naar de ring toe. Mijn hakken zet ik zo neer dat ze geen geluid creëren. Hoe dichterbij ik kom, hoe sneller mijn hart begint te tikken.

"Shar wat ben je verdomme aan het doen?" Hoor ik Faissal sissen. Ik negeer dit echter en buig door mijn knieeën, zorgvuldig neem ik deze tussen mijn duim en wijsvinger in. De rode steen glinstert bijna magisch.

Een flashback schiet me te binnen. Die regenachtige avond, Nabil, het advocatenkantoor, de zwarte jeep, de schutter met een ring die een opvallend glinsterende rode steen had.

Even beleefde ik de schietpartij opnieuw, heel even realiseerde ik me de schotten die zich door mijn arm heen boorde.

"We gaan!" Ik draai me scherp om naar Faissal die ongeduldig in de opening staat. Gauw stop ik de ring in mijn broekzak en huppel achter Faissal aan.

In de auto aangekomen verzoekt Faissal me als een speer te gaan, "we hebben haast op het moment, rij naar de Derde Tunnel."

De Derde Tunnel is zoals gewoonlijk erg verlaten. Faissal stapt zonder wat te zeggen uit. Even blijf ik zitten tot ik hem wat foto's uit zijn binnenzak zie halen. Hij wenkt me dat ik moet uitstappen.

Hij wijst een paar mensen aan en vraagt me of ik ze ken, hoofdschuddend beantwoord ik zijn vragen. "En hij?" Dat is Michael. Zeg ik koel. "Dat weet ik verdomme ook! Maar hoe ken je hem?" Aan de toon merk ik dat hij erg gefrustreerd is. Enkele ogenblikken kijk ik hem aan. "Geef verdomme antwoord Shahira!" Hij is van de schietbaan. Lachend schud Faissal vol ongeloof zijn hoofd. "Dit ga je niet menen." Ook ik kijk hem nu verontwaardigd aan. Mis ik iets? "Of je iets mist? Michael en Zakaria zijn zakenpartners, hij is een van de connecties. En geloof mij, hij staat niet aan ons kant. Hoe kom je bij hem?"

Ik breng geen woord uit, maar blijf Faissal diep in zijn ogen aankijken. Hij schudt zijn hoofd, "niet zeggen, zeg niet dat het waar is!" Langzaam knik ik mijn hoofd.

Later die middag lunchen Faissal en ik in een restaurant dat zich in een hotel bevind.
Veel komt er niet in, beide weten we dat dit alles geen kinderspel is. De stilte knelt ons beide, maar geen een van ons neemt het iniatief de stilte te breken.

Na enkele minuten wordt hij dan toch spraakzaam. "Dernet, wat was je aan het doen?" Ik ben beschoten, mijn schutter had een ring om met een rode steen. In die kamer viel een ring op de grond, met een rode steen. Hij neemt een slok van zijn koffie en haalt dan zijn schouders op. "Toeval bestaat niet." Zegt hij strikt. Ik knik.

Weer valt er een stilte. Mijn hersens hoor je bijna kraken, denken deed ik altijd al veel. Maar vandaag dacht ik na zonder er bij stil te staan. Zonder te beseffen waar ik over nadacht, maar het allerergste, ik dacht na over dingen die onmenselijk waren. Maar wat zou het, zo lang het mij allemaal maar uitkwam, dacht ik.

"Safouane is een verrader." Ik schud mijn hoofd. "Wat? Je komt voor die flikker op?!" Denk even na, als dit allemaal was uitgedacht en hun samen werkte, dan zou iedereen weten dat jij Michael herkent. Ze zouden jou er echt niet heen sturen, geloof mij. Als ze samen werken zou Michael, Safouane hebben gewaarschuwd. Dat is net je eigen graf graven.

Heel even kijkt hij moeilijk, maar knikt vervolgens instemmend. "Je hebt gelijk, dat is een te groot risico en een te domme zet."

Later rijden we richting het Zwarte Gat. Waar Safouane en Ismaïl ook net arriveren.

"Zijn jullie al geweest?" Vraagt Safouane ons. "Wij zijn inderdaad geweest ja." Zegt Faissal op een uitdagende toon.

Good girls, do bad things Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu