Als ik wakker wordt zit Neth op de stoel naast het bed. Hij is half in slaap gesukkeld, maar als hij merkt dat ik me beweeg schieten zijn ogen open. Hij is moe, dat zie je zo. Maar gisteravond, toen ik thuiskwam, sliep hij. “Goedemorgen prinses,” zegt hij liefkozend, maar het klinkt mat. “Hoe lang heb jij vannacht geslapen?” vraag ik, zonder iets liefs terug te zeggen, wat helemaal tegen mijn principes in is. Ik maak me zorgen. Nou maak ik me nogal snel zorgen. Maar goed. “Ik sliep een uur, toen zag ik dat jij naast me lag. Ik heb je de hele nacht in de gaten gehouden,” antwoord hij. “Waarom? Blijf toch lekker liggen! Wees nou niet zo’n nette jongen!” grap ik. “Straks ben je weer weg. En misschien wel voor altijd,” zegt Neth, terwijl er een traan uit zijn ooghoek rolt. “Hoe bedoel je? Vertrouw je me niet meer?” vraag ik. Een koud gevoel trekt door mijn maag en vreet me op. Houd hij nog wel van me? Waarom twijfelt hij aan me? “JE WAS VERDOMME BIJNA DOOD! IK WIST VAN NIKS! WAAROM NIET? VOLGENS MIJ BEN JIJ DEGENE DIE MIJ NIET VERTROUWT!” Neth schreeuwt. Ik schrik. Neth schreeuwt nooit. Maar nu dus wel. Tranen lopen over mijn wangen.“Sorry…” fluister ik, en ik ren huilend de kamer uit. Ik ren naar iets wat op slot kan. Het dichtstbijzijnde is de badkamer. Ik doe snel de deur op slot. Ik hoor voetstappen dichterbij komen. Ik wil stil zijn, maar dat lukt niet echt. Ik huil zo hard, dat ik bijna geen lucht krijg. Hij houd niet meer van me. Ken je dat spelletje, met de bloem? Elk blaadje staat voor ‘hij houd niet van me’ ‘hij houd wel van me’. Mijn bloem bestaat alleen maar uit ‘hij houd niet van me’. “TERRA! DOE OPEN,” schreeuwt Neth. Ik krimp in elkaar. Wil hij me slaan? “Nee!” piep ik. Ik doe nooit meer open. Dan hoor ik ineens gehuil aan de andere kant. Is dat Neth? “Neth?” vraag ik, nog steeds huilend. Ik loop langzaam naar de deur toe. “Terra! Doe het alsje alsje alsje blieft niet!” Oke? Nu begrijp ikk er niks meer van. “Wat niet?’ vraag ik verbaasd. Ik huil niet meer. Ik ben met stomheid geslagen. “Snijden! Je zit verdomme in de badkamer! Daar deed je het de eerste keer toch ook?” antwoord hij. Ik doe heel langzaam de deur op een kier. Hij grijpt mijn pols, en ik schrik. “Niet doen! Alsjeblieft!” gil ik. Dus toch. Hij wil me dus toch slaan. Nu is hij degene die verbaasd is. “Wat moet ik niet doen?” vraagt hij. Hij kijkt naar mijn onderarmen. Alleen de oude littekens zitten er nog. Die worden binnenkort door het Capitool verwijderd. “Ik dacht… Ik dacht dat je me wilde slaan…” piep ik. Hij pakt me steviger vast. Zijn armen om me heen, mijn gezicht in zijn shirt begraven. “Nee tuurlijk niet gekkie. Ik dacht dat je jezelf weer wat aandeed. Het spijt me, het spijt me echt heel erg, ik had niet moeten schreeuwen. Maar beloof me, dat als er de volgende keer iets aan de hand is, dat je het me echt vertelt.” Ik besluit maar gelijk te beginnen. “Neth, toen ik daar zat, in de badkamer, dacht ik dat mijn bloem alleen maar bestond uit ‘hij houd niet van me’. Is dat waar?” hij lacht. Hij kent dat spelletje ook. Dat deed vroeger iedereen op school. “Tuurlijk niet, en wacht, ik zal het bewijzen ook.” En hij zoent me vol op mijn mond. Ik doe mijn ogen dicht, en weet dat hij echt van me houd. “En waarom ik niet sliep wanneer jij slaapt? Ik wil je in de gaten houden, zeker weten dat je niet wegglipt. Je moet niet vergeten dat je nog niet helemaal hersteld bent. En ik wil je niet een tweede keer verliezen.” “Dan ga ik nu naar Roses, en jij gaat lekker slapen. Als ik terug kom, ben je uitgerust, afgesproken? Roses kan ook goed voor me zorgen,” knipoog ik. Hij wil protesteren, maar dat mag hij niet. Ik duw hem op het bed, geef hem een kusje op zijn wang en trek snel schone kleren aan. “Maar…” begint Neth. “Niks maar, slapen jij,” knipoog ik, en verdwijn naar buiten. Ik wacht twee minuten en kijk om het hoekje. Neth slaapt al. Arme schat. Ik loop naar Roses’ huis, en bel aan. Katniss komt naast me staan. De deur gaat open en Roses staat in de deuropening. “Hee, kom binnen,” zegt ze en doet een stap opzij. Ik loop naar binnen. “Was je Neth een beetje zat?” vraagt Roses, en ik schrik even. Ik ga haar later vertellen wat er is gebeurd, nu niet. Ik lach snel, hij klinkt gemaakt, maar Roses hoor het niet. “Nee, het was eerder andersom. Neth is moe, maar weigert te slapen als ik erbij ben. Dus dan ga ik weg.” Raff en Roses lachen. Dan gaat de bel weer. “Ik ga wel,” zegt Katniss. Ik hoor Delphi, maar ik kan het niet verstaan. Dan komt Katniss weer binnen. Zonder Delphi, met een vel papier. “Hier, dit moest ik aan jullie geven.” Ik en Roses buigen ons over het papier, dat een brief blijkt te zijn. Delphi schrijft dat het haar spijt dat ze er zo weinig was wanneer we haar nodig hadden. Ik kan me geen enkele keer herinneren dat ze er niet voor me was. Ik zeg niks. “Ik snap het niet, volgens mij ben ik toch degene die zich schuldig moet voelen?” zeg ik. “Hier zit er nog één,” antwoord Roses. Haar ogen, die net nog schitterden, zijn dof. “Kom, dan gaan we het zeggen,” zeg ik. De enige oplossing die ik kan bedenken. “Ze is bij de zangschool!” roept Katniss terwijl wij naar buiten stormen. We komen bij een gebouw waar muziek uit komt. Ik ben best wel duizelig, maar ik laat het niet merken. We sluipen naar binnen en we horen Delphi’s stem.