Hoofdstuk 9

158 13 11
                                    

Ik heb nog nooit zo'n ongemakkelijk ritje gehad bij de botsautootjes.

Ik probeerde niet meer aan het moment te denken wanneer we zo dicht bij elkaar waren en ik zijn gezicht en zijn groene ogen waar je zo in weg kan dromen kon bewonderen.

Uhum, sorry.

Na de botsautootjes besloten we nog in een paar andere attracties te gaan.

Ik merkte dat Kacper erg afstandig was.

Waarschijnlijk door ons momentje, maar ik probeerde er gewoon niet aan te denken en plezier te maken.

Waarom kan hij dat niet doen?

Ik probeerde nog tegen hem te praten. Gewoon praten. Maar hij deed alsof hij het niet had gehoord en begon ineens tegen iemand anders te praten.

Zo herken ik hem niet...

We zaten nu op een bankje nadat we friet hadden gehaald.

"Zullen we hierna in de Booster gaan?" vraag ik an de andere.

"Ja, is goed!" zegt Quinten.

"Nope, nope, nope-die-nope-nope." zegt Dennis schudend met zijn hoofd.

"Waarom niet?" vraag ik.

"Je-, je-, je zou wel dood kunnen vallen en de hele attractie kan in een keer afbreken." stottert bij. "HET KAN JE DOOD ZIJN!"

"Ach kom op, niet zo overdrijven, mietje."

"Ik ben helemaal geen mietje. Ik wil gewoon zonder breuken thuis komen!" zegt hij.

Hoe ga ik hem ooit in de Booster krijgen?

Ik weet het al!

"Als je dan geen mietje bent, zullen we dan een weddenschap houden?" stel ik voor.

Ik pak een muntje uit mijn zak.

"Als het kop is, dan ga je mee in de Booster, afgesproken?" zeg ik.

"En als het munt is?" vraagt hij.

"Dan krijg je 10 euro van mij" zeg ik. "Deal?"

"Deal."

"Quinten, zou ik jou de eer mogen geven om de munt te tossen?" zeg ik wanneer ik het muntje in mijn hand naar hen uit strek.

Het pakt het muntje van mij aan en trekt een keer zijn schouders op.

"Sure." zegt hij.

"Laten we eens zien of Dennis in de booster gaat..." zeg ik met een grijns.

Quinten tost het muntje en.... (Je raadt het al)

KOP!!!

Ik kijk naar Dennis toe en zie het bloed van zijn hoofd weg trekken.

Hij legt zijn hoofd in zijn handen en schud terwijl ik zeg:

"Dennis gaat in de booster! Dennis gaat in de booster! Dennis gaat in de booster!"

Wanneer we ons friet op hebben zeg Bert:

"Let's go!"

We lopen naar de booster, wachten in de rij.

In de rij ga ik weer denken over Kacper. Ik kijk eventjes om naar hem en hij kijkt meteen weg. Wat is er toch met hem? Het was toch niet zo erg?

Nu niet aan denken, Katy! Ga nu plezier hebben!

Wanneer we voor aan de rij staan kopen we de kaartjes en stappen in. Ik ga zitten naast Dennis en doe mijn gordel om.

Een paar huizen verderop - Kastiop FFWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu