~The Game Day 1~

7 1 0
                                    

We staren allemaal verschrikt naar het scherm. Er kunnen mensen dood gaan en voor Death is het maar een spelletje. Ik wist helemaal niet dat mijn naam leven betekende, ik wist helemaal niet eens dat het iets betekende. "Hei je huilt" merkt Gale op. "Helemaal niet" "echt wel, kijk maar" hij steekt zijn hand uit naar mijn gezicht en wrijft over mijn wang. "Kijk maar" en hij steek zijn vinger naar mij uit. Bovenop zijn vinger ligt een druppeltje water op zijn vinger, mijn traan. "Nou dan huil ik dus toch" zeg ik met een treurige glimlach. Gale slaat zijn armen nog steviger om me heen. "We komen er wel doorheen. Ik zweer het." We blijven nog even zo zitten als er opeens een luide knal klinkt. Alle hoofden draaien naar links. De poort waardoor we eerst in deze hal kwamen is nu keihard dicht geknal. Er zijn ook geen bewakers meer in de hal. Dan komt er opeens tekst op het zwarte bord te staan.

'Spelers ga naar uw startbuizen'

En boven de buizen waar we nu nog voor staan, verschijnen opeens namen. Ik en Gale moeten allebei een plekje opschuiven en Sky moet helemaal naar de overkant lopen. Rechts van mij staat nu Sophia. Ze heeft rood haar en groene ogen. Ze ziet er sterk uit. Recht tegenover mij staat Sky en links tegenover mij staat Evy. Er komen nieuwe letters op het bord

'Dit spel duurt dertig dagen. Bij elk level nemen jullie plaats in de buizen en worden jullie getransplanteerd naar dat level. Stap nu in jullie buizen '

Ik kijk aarzelend naar mijn buis, maar ik zal wel moeten. Ik loop langzaam naar mijn buis. Als ik omkijk zie ik dat de meeste mensen al in de buizen staan, dus ik loop ook snel door. Als ik in mijn buis sta schuift er een glazenplaat voor de ingang. Ik denk na. Zullen er dan ook dertig levels zijn? Of op een dag meer levels? Opeens begint de hele buis te trillen en zie ik mijn armen verdwijnen. Wat is dit?! Opeens is de buis en de hal verdwenen en sta ik op een open plek, in een bos. Naast me verschijnen Gale en Sophia. Gale loopt al meteen naar me toen. "Alles oké?" ik knik. Ik heb nu niet echt veel behoefte om te praten. Ik ga op de grond zitten en al snel volgt de rest. Opeens klinkt er een robotstem.

'Dit is het eerste level. Jullie zullen nu allemaal jullie grootste angsten onder ogen komen. Jullie vragen je vast af hoe weet ik wat jullie angsten zijn. Nou ik weet alles van jullie. Als jullie te bang worden zullen jullie een te hoge hartslag krijgen en daarna een hartaanval. Het is niet zo moeilijk. Lage hartslag is leven, te hoge hartslag is dood. Heel veel speelplezier.'

Hoe kan Death ooit mijn grootste angst weten? Ik heb het nooit tegen iemand verteld, zelfs niet tegen mijn moeder. Ik zie een paar beestjes aankomen vliegen. Ik gok dat er iemand bang is voor insecten, ik niet. Dan zie ik een van de beestjes toch op me afvliegen. Het is een wesp. Maar ik ben ook niet bang voor wespen. Zolang jij ze niks doet doen de jou ook niks, die beestjes zijn banger voor mij dan ik voor hun. Ook al doe ik niks, toch besluit een van die beestjes me te prikken. Er gaat een helse pijn door mijn hand, waar ik gestoken ben. Meteen voel ik me een beetje licht in mijn hoofd. Ik weet het, zo laat Death ons onze angsten zien. Met een soort gif. Opeens wordt het pikdonker. Als het weer licht wordt staat er een grote wolf voor me. Ik loop rustig naar de wolf toe. Ze heeft een sneeuwwitte vacht, maar kijkt gevaarlijk uit haar ogen. Opeens verschijnt mijn moeder naast me samen met mijn oma. De wolf kijkt niet meer naar mij, maar naar oma en mama. "Jullie moeten weg" schreeuw ik, maar ze blijven me gewoon glimlachend aankijken. "REN!" maar ze bewegen nog geen centimeter. De wolf rent plotseling op mama af. "NEE! MAMA REN! TOE NOU!" Ik probeer me te bewegen om haar arm te pakken. Maar ik kan niks doen. Hij weet echt mijn ergste angst. Mijn dierbaren verliezen terwijl ik alleen maar machteloos toe kan kijken. Langzaam zie ik hoe de wolf aan mijn moeder begint te kauwen. "Liv! Help dan toch!" schreeuwt ze. Maar ik kan nog steeds niet bewegen. Langzaam begin ik te hyperventileren. Nee! Dit kan niet! Mama kan niet dood gaan. De wolf is klaar met mijn moeder en draait nu naar oma. "Blijf van haar af!" maar het werkt toch niet. Als de wolf ook klaar is met oma, zit ik machteloos te huilen en te schreeuwen. Ik voel mijn hartslag omhoog gaan maar het kan me niks schelen. Laat me maar dood gaan. Dan ben ik tenminste weer bij mijn mama. Dan bedenk ik me, dit is niet echt. Oma en mama zijn niet dood en ze zijn hier ook niet geweest. De wolf die nu aan mijn voeten ligt is niet echt. Ik moet volhouden. Ik begin langzamer adem te halen. Opeens zit ik weer in het bos. De meeste mensen zitten nog steeds in de kring, andere kinderen zijn aan het lopen en een meisje ligt doodstil op de grond. Dan besef ik me dat ze ook echt dood zijn. Gale is nog aan het lopen. Ik denk dat hij nog steeds met zijn angst bezig is. Dan pas voel ik hoe moe ik ben. Een klein dutje kan gaan kwaad, toch? Ik ga rustig liggen en langzaam vallen mijn ogen dicht...

The GameWhere stories live. Discover now