"Verdorie, Aureon. Waar ben je?" Mijn stem galmde door de gang. Ik zocht hem nu al een half uur. Hij was plotseling verdwenen. Niemand had hem nog gezien. Als de koning dit te weten komt, dan hangt hij me gewoon op. Ik was zijn zoon -op wie ik moest letten- uit het oog verloren. Het was mijn taak om hem te beschermen. De last op mijn schouders werd met elke seconde zwaarder. Met mijn handen in mijn haar liep ik heen en weer door de gang. En als je dacht dat het niet erger kon dan dit dan had je verkeerd gedacht. Vanachter de hoek vlogen de robotelfjes panisch op me af. 'Officier Grant!' riepen ze in koor. Het elfje dat de leiding nam en me altijd uitschold sprak nu met horten en stoten. 'Hebben...prins Aureon...Gevonden.' Meteen kwam ik in actie. 'Waar, wie heeft hem?' Ik sprak duidelijk tegen haar. Met de handen in het haar vlogen de elfjes in het rond. 'Gemaskerde man...wegdragen van lichaam prins.' Shit, misschien was hij dood. 'Op weg naar... hoge toren.' Aan het begin van het trappenhuis stond ik stil. 'Geen paniek. Ik zal de prins veilig en wel terugbrengen.' Het elfje schudde met haar hoofd. 'In je eentje? Te gevaarlijk. We moeten versterking halen.' Ze werkte op mijn zenuwen. 'Nee, ik heb de verantwoordelijkheid over prins Aureon, dus moet ik hem zien terugkrijgen. Het liefst levend.' Vastberaden opende ik de deur naar de trappen. De elfjes volgden me, hoewel ik ze had opgedragen om terug naar de balzaal te gaan. Koppige vliegen, mompelde ik.
De trappen gingen in een steile draai omhoog. Ik haalde nog snel mijn wapen vanuit mijn kamer. Tussen de collectie slagzwaarden, dolken en meer modernere schietwapens zocht ik een gepast wapen. Ik nam ook een schild mee. Je weet maar nooit. Terug op weg naar de trappen kwam ik gelukkig niemand tegen. De elfjes die zenuwachtig op de uitkijk aan de deur wachtten gebaarden dat ik moest opschieten. We klommen de trappen op. Tot helemaal bovenaan. Een torenkamer, typisch. De deur stond met een kier open. Alsof er iemand verwacht werd.
De eerste aanblik binnen was donker en stoffig. Ik hoestte en knipperde verwoed met m'n ogen. Het zag er niet oud uit, maar meer alsof er nooit werd schoon gemaakt. Een blauwe gloed verlichtte zacht de kamer. Het kwam van een verticale cilinder die me de adem deed stokken. Niet voor wat het was, maar voor wat erin vastzat. Prins Aureon zat vast in een glazen buis met bewaringsvloeistof! Griezeliger kon niet. Ik stapte op de prins af, maar struikelde over een ijzeren balk.
'Zo, zo, jij dacht mijn plannetje te dwarsbomen, hè?' De stem klonk bekend in de oren. Maar ik zag niet wie hij toebehoorde. Plots kwam graaf Marcus vanuit de schaduwen. Totaal niet geschokt keek ik de graaf aan. Dit zat eraan te komen. Hij wilde wraak en toen de elfen me vertelden dat de prins werd weggedragen door een gemaskerde man, had ik meteen een vermoeden. 'Niet verbaasd?' vroeg hij verontwaardigd. Ik schudde met mijn hoofd en sloeg mijn armen over elkaar, geërgerd tikkend met mijn voet op de grond. 'Prins Aureon en u leken me geen dikke maatjes. Hij negeerde u zelfs als u tegen hem sprak. Dus, neen, ik ben niet verbaasd dat u hierachter zit.' Marcus trok een wenkbrauw op en barstte in lachen uit. 'Jij bent uiterst intelligent voor een halfrobot.' Ik knarsetandde. 'Ik ben dan ook officier, hooggeboren heer Marcus.' Mijn sarcasme had hij opgemerkt want hij keek me woedend aan. 'Dan weet je waarschijnlijk ook wat ik met de prins van plan ben.' Ik knikte. 'Maar ik wil het liefst van u horen, als dat mag.' Ik maakte een buiging achter mijn zin. Ijsberent liep de graaf met zijn handen op zijn rug voor de verticaal staande buis. 'Ik heb de prins hier opgesloten zodat niemand hem zal vinden en hem zal vergeten. Het probleem ben jij, dus heb ik je hierheen gelokt om met je af te rekenen. Weet je, officier, normaal gesproken zou mijn overgrootvader de koning moeten zijn van dit gebied. Dan zou ik nu kroonprins zijn en recht hebben op de troon. Maar zijn broer heeft die titel van hem gestolen. Waarom en hoe is onbekend, waarschijnlijk met drang. Het koningschap werd van vader op zoon doorgegeven en nu zitten we hier. Een paar maanden voor de kroning van prins Aureon. Hoewel dat gepaard zal zijn met zijn huwelijk.' Hij wachtte even met praten en glimlachte sluw. 'Jammer voor jou zal hij met iemand moeten trouwen van adellijk bloed. Je kan niet altijd alles krijgen, behalve als je ervoor vecht. Wat ik nu zal doen.' Met een kreet sprong hij op me af. In volle vaart had hij een stalen buis van een tafel genomen en sloeg op me in. Met het schild kon ik me verdedigen, niet voor lang natuurlijk. Ik moest terug vechten. Het slagzwaard dat om mijn middel in zijn schede stak trok ik eruit en zwaaide laag over de grond. Ik raakte de enkels van Marcus. Hij zakte meteen op zijn knieën en uitte een verschrikkelijk pijnlijke grauw. Wat dacht hij nou? Dat hij een opgeleide bewaker in elkaar kon slaan? Nog geen vlieg kon hij neer meppen. Dat verzeker ik je.
JE LEEST
Fairy Tales
FantasyAltijd al gedroomd van die Andere Wereld; wakker gekust worden door Prince Charming, gemene heksen verslaan en goede feeën tegenkomen? Betreed de wondere wereld van de sprookjes en geniet van vele spannende, romantische en gevaarlijke avonturen...