II

20 1 0
                                    

"Kate, we hebben het hier al vaker over gehad. Je moeder is..."
"Nee!" Woedend kijk ik Anita aan. "Ze is niet dood. Echt niet. Ze is vertrokken. Zonder mij." Verslagen laat ik me weer op mijn stoel zakken. "We hadden samen kunnen blijven. Rondtrekken over de wereld, maar ze vond het niet nodig om me mee te nemen. Het zal hier, in dat-, in dat-, in dat kloteweeshuis wel veiliger zijn." Medelijdend kijkt Anita me aan. Het blijft altijd hetzelfde, eerst hebben ze een geforceerde houding, dan hebben ze medelijden, vervolgens worden ze boos en last but not least sturen ze me weg. Nog twee afspraken.

Afwezig loop ik naar huis. Om me heen maken mensen allemaal afkeurende geluiden voor wat betreft mijn kleding, haar en uitstraling. Oh, en natuurlijke vanwege het feit dat ik tegen iedereen opbots, waaronder een jongen van een jaar of zeventien met heldergroene ogen en een enorme grijns op zijn gezicht.
"En zo zien we elkaar weer." Zuchtend kijk ik hem aan.
"Jij weer?"
"Je weet dat je me eigenlijk wilde bellen." Ik rol met mijn ogen.
"Nee."
"Echt wel."
"Nietes."
"Welles."
"Nie- laat ook maar. Wat moet je?" Zeg ik, beseffend dat dit welles-nietes gedoe wel heel kinderachtig is.
"Ik vroeg me af waarom je nooit hebt teruggebeld." Heeft hij soms geen ogen in zijn kop ofzo?
"Nou, denk zelf maar eens na. Waarom zou een meisje die met rust wil worden gelaten een nummer dat ze van één of andere random jongen heeft gekregen niet willen bellen?" Uitdagend kijk ik hem aan. Hij kijkt me schattend aan en zegt dan:"Omdat ze het hard to get wil spelen." Zijn blik verandert.
"Wil je een keer wat met me gaan drinken." Ik zucht. Ik ga toch nooit van hem afkomen als ik hem blijf afwijzen.
"Best." Zodra hij me leert kennen, zal hij gauw genoeg weer vertrekken.

"Kate!" Mijn ogen schieten open en ik werp een blik op de klok. Half elf 's avonds. Slaperig kom ik overeind. Waarom roept Bea me? Is er wat aan de hand? Die gedachte helpt me mijn bed uit te komen en een moment later sta ik onder aan de trap.
"Bea? Riep jij?"
"Ja lieverd, er is iemand voor je." Voor mij? Wie zou er op dit late tijdstip nog... Nee toch. Zou hij echt...? Één blik op de deuropening beantwoordt mijn vragen.
"That stupid asshole." Mompel ik. Langzaam, me er niks van aantrekkend dat ik in pyjama rondloop, daal ik de trap af. In de deuropening staat mister green eyes me grijnzend aan te kijken.
"Zin in een drankje?"
"Nee." Gespeeld-beledigd kijkt hij in mijn ogen.
"Zelfs niet als ik alles betaal?"
"Ook dan niet."
"Mag ik vragen waarom niet?" Boos kijk ik hem aan.
"Wat denk je? Je staat hier opeens om half elf 's avonds voor de deur zonder ook maar enige aankondiging en dan denk je me ook nog is.... Wacht is even. Hoe weet je waar ik woon?" Ik sla mijn armen over elkaar. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Bea wegschuifelen richting de eetkamer. Verlegen kijkt Olivier naar zijn voeten.
"Ik ben je.. misschien, heel misschien gevolgd vanmiddag." Zijn wangen kleuren rood en ik grijns. Hij kijkt op en staart niet-begrijpend naar mijn lach. Hij lijkt te overwegen of hij er iets van moet zeggen of niet.
"Goed dan, ik ga mee. Als je hier even wacht, dan trek ik wat anders aan." Halverwege de trap blijf ik stilstaan. Ik moet eerst nog toestemming vragen aan Bea.
"Bea? Mag ik nog wat gaan drinken? Met Olivier?" Een paar seconden is het stil en dan:"Niet te laat thuis, hè!" Ik glimlach. "Je bent een schat, Bea!" Snel ren ik de trap op en gooi mijn kast open. Ik kies voor een zwarte broek met een leuk t-shirtje en sneakers. Vlug haal ik een borstel door mijn haar en breng lichtjes wat make-up aan. Ik pak mijn tas en telefoon en sprint de trap weer af.
"Dat was snel."
"Je klinkt verrast."
"Ja, nou... Laten we gaan."

Even later zitten we samen aan de bar ergens in een café in het centrum van de stad.
"Dusss.... Wat doe je graag?" Ik kijk op van mijn cola.
"Geen idee. Tekenen denk ik." Verrast kijkt hij me in de ogen.
"Wat teken je dan zoal?"
"Van alles. Mensen, dieren, dingen." Nieuwsgierig kijkt hij me aan, waarschijnlijk wilt hij wat van mijn werk zien.
Een ober komt naar ons toelopen en haalt de lege glazen op. Ik concentreer me op mijn nagels, maar als ik opkijk, zie ik Olivier bijna smachtend naar de ober kijken.
"Aha. Dus zo zit het." Geschrokken kijkt hij op.
"Zo zit wat?"
"Waarom wilde je per sé dat ik iets met je ging drinken? Volgens mij ben je niet echt geïnteresseerd in mij." Niet-begrijpend staart hij me aan.
"Volgens mij ben je in geen enkel meisje geïnteresseerd." Vervolg ik. Zijn mond vormt een 'o' en tevreden leun ik achterover. My work here is done.

Lost in Time (Dutch//Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu