Hoofdstuk 1

64 1 0
                                    

Eve's POV
"Ik ga even met die leuke jongen daar praten, Eve!" schreeuwt mijn vriendin Laura hard in mijn oor. Ze knipoogt en nog voordat ik iets terug kan zeggen, of eerder schreeuwen, is ze alweer weg.

Waarom heb ik me in godsnaam mee laten slepen naar dit stomme feestje, denk ik van binnen. Ik hoor Laura's woorden nog door mijn hoofd spoken: "Je moét mee Eve, we moeten toch vieren dat we nu in 6 vwo zitten?!". Ik had natuurlijk al van tevoren kunnen weten dat ze me op een gegeven moment in de steek zou laten.

Terwijl ik de muziek hard door mijn hele lichaam voel bonken, sta ik, als een kind die zijn moeder kwijt is in de supermarkt, helemaal alleen in de woonkamer. Om mij heen staan tientallen dronken jongeren joelend mee te dansen op de muziek.

Dit is totaal niks voor mij en ik pers me dus zo snel mogelijk door de mensenmassa heen richting de voordeur. Laura komt toch wel weer net als altijd thuis met andere vrienden die wel met haar tot in de late uurtjes door blijven feesten, dus op haar hoef ik niet te wachten.

Het regent pijpenstelen, maar ik fiets nog liever met dit noodweer naar huis dan dat ik nog een seconde langer op deze plaats blijft. Ik ben toch wel gewend aan dit weer, want ook al is het net september en is de zomer pas een paar dagen geleden vertrokken; hier is het weer altijd zo onvoorspelbaar als het maar zijn kan en kan het altijd gaan regenen en waaien, ongeacht welk seizoen het is.

Naast me staat een koppel waarvan ik nauwelijks meer kan onderscheiden of ze elkaar nou aan het zoenen of aan het opeten zijn, dus ik doe vlug de voordeur open en ren zo snel mogelijk naar mijn fiets toe.

Gelukkig ben ik in staat om vrij hard fietsen en ben ik al snel aanbeland op de boulevard van het kleine kustdorpje waarin ik woon. Na deze lange, rechte straat hoef ik alleen nog maar een paar keer af te slaan en dan ben ik thuis. Dat is maar goed ook, want ik begin steeds meer op een verzopen kat te lijken.

Terwijl ik in gedachten verzonken langs alle grote vijfsterrenhotels fiets, die hier in grote getale op de doorgaans mooie boulevard aan zee gevestigd zijn, zie ik opeens dat er in de verte iemand op een van de bankjes zit. Het is niet zomaar een bankje; het is het bankje waar ik zelf ook al vaak heb zitten treuren terwijl ik naar de leegte van de woeste zee staarde. Ik beschouw het bijna als 'mijn' bankje.

Hoe dan ook, het is opmerkelijk dat er uitgerekend nu iemand zit, want wie zit er nou om half 1 's nachts in de regen en de harde wind in z'n eentje op een bankje op de boulevard? De straten zijn uitgestorven en iedereen ligt lekker thuis op de bank of al in zijn of haar warme bed. En gelijk hebben ze!

Ik kom steeds dichter in de buurt van het bankje en begin te fantaseren over wat er aan de hand kan zijn. Ik ben altijd al een heel nieuwsgierig persoon geweest. Intussen ben ik dichtbij genoeg om te zien dat het een jongen is, waarschijnlijk een paar jaar ouder dan ik. Hij zit voorover gebukt met zijn hoofd in zijn handen. Het ziet er nou niet bepaald plezierig uit en ik begin meteen medeleven te krijgen. Ik hoop dat er niks ergs aan de hand is. Wat als het een toerist is die hier met zijn vriendin op vakantie is, vervolgens is gedumpt en als een hoop stront is achtergelaten? Je weet maar nooit wat er aan de hand kan zijn...

Ik fiets nu vlakbij het bankje en krijg het gevoel dat ik misschien maar even moet stoppen om te vragen of alles wel goed is. Ik hoor alle mogelijk alarmbellen in mij rinkelen. "Stap nooit zomaar op vreemden af Eve, en al helemaal niet als er niemand anders in de buurt is!" En "Eve, je mag naar dat feestje, maar je bent tenslotte pas 16 jaar dus doe niks geks en wees uiterlijk om 2 uur 's nachts thuis!" hoor ik mijn vaders stem in mijn hoofd zeggen, die dit soort dingen er al van kleins af aan bij mij in probeert te stampen.

Meant to be lost with you || Shawn MendesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu