5. Stille behandeling

10.7K 128 12
                                    


De ochtend was één grote waas; mijn ouders waren nog steeds aan het inpakken. Ze hadden een routine voor me opgezet: mijn buurman, Dirk, zou elke avond naar me toe komen om te kijken of alles goed ging en hij zou voor me koken, wat ik overigens goed zelf kon; ik zou voordat ik ging slapen minstens een half uur aan huiswerk moeten besteden. Ze hadden deze routine minstens vijf keer naar me toegeschreeuwd, voordat ze ontdekten dat ze het beter op konden schrijven. Zo zou ik het immers wél onthouden.

Het was slechts het begin van de week. Ik zuchtte toen ik me herinnerde dat ik een blokuur Engels had. Alsof het nog niet genoeg was dat ik het vak haatte, kwam er ook nog bij dat ik de leraar haatte. Nou, misschien niet echt haatte, maar ik had nog altijd een sterke afkeer van hem. Ik had mijn schooltas al ingepakt en ik liep de trap af om mijn ouders, die nog steeds hyper-enthousiast hun vakantiespullen bijeenzochten, gedag te zeggen. Het ging normaal gesproken altijd zo als ze op een kort zakenreisje gingen. Het kwam niet vaak voor, maar als het gebeurde, was het hectisch.

"Dag, mam, dag, pap! Ik zie jullie na school!" riep ik. Geen antwoord. Ik rolde met mijn ogen. Ik wilde me omdraaien, toen ik mijn moeders hoofd boven de koffers uit zag steken. Ze grinnikte. De wallen onder haar ogen toonden haar slaapgebrek aan en ik vroeg me af of ze überhaupt hadden geslapen de vorige nacht. Het was niet alsof ze nog een week hadden totdat ze zouden vertrekken, ofzo.

"Dag, schat," riep ze me na.

Ik herinnerde me dat ik nog even een kijkje wilde nemen bij het huis dat nieuwe huurders kreeg. Ik wilde niet opvallen, dus ik hield me schuil achter een vuilnisbak, wachtend totdat iemand zijn gezicht zou laten zien. Als ze erachter zouden komen dat ik ze aan het bespieden was, zou ik ze uiteindelijk alleen maar afschrikken – dat was wel het laatste wat ik wilde. Er was geen teken van leven in het huis, behalve de illusie van rijdende verhuistrucks. De karmijnrode gordijnen waren gesloten en nergens in het huis waren lichten aan.

"Wat ben jij aan het doen?" zei plots een hese stem achter me. Uit schrik sprong ik op en realiseerde me dat ik niet in aanzienlijk gevaar was. Ik draaide me om om te zien wie het was.

Mijn ogen werden groot terwijl ik het beeld van de man in me opnam. Daar stond meneer De Koning in zijn – heel charmante – pak, inclusief aktetas in zijn hand. Was hij me aan het stalken?

"Uh, niets!" riep ik uit, bijna ineengekrompen van het idee hoe awkward ik er op dit moment uit moest zien.

"Kun je me dan uitleggen waarom je je achterste hebt geparkeerd naast mijn vuilnisbak? Als je honger hebt, dan had je maar moeten ontbijten. Dat is tenminste iets voedzamer dan wat je ook maar vindt in die vuilnisbak." Hij keek me recht aan.

Ik bloosde uit schaamte. Er was niets méér vernederend dan een voedingsles krijgen van een leraar die je amper kende.

"En hoe zit het dan met u? Wat doet u hier, meneer Losbandigheid?" ondervroeg ik hem met samengeknepen ogen. Meneer De Koning lachte hardop, alsof hij iets wist wat ik niet wist. Het maakte me zenuwachtig.

"Ik woon hier, Lauren." Hij likte zijn lippen en keek me aan alsof ik gek was. Hoorde hij niet professioneel te zijn?

Ik keek naar de grond; dit was niet iets wat ik verwacht had. Het was zelfs een teleurstelling. Stiekem had ik nog liever dat een hatelijk gezin met irritant luide kinderen drie huizen van me vandaan kwamen wonen dan mijn Engels leraar. Het lot zou me minstens de stress van het alleen thuis zijn kunnen hebben gespaard, zonder me druk te maken over mijn Engels leraar die me probeert te ondervragen over huiswerk.

"Ik heb geen tijd om met u te praten; sinds school nog niet begonnen is, is er geen reden om een gesprek te hebben buiten of zelfs in de school." Ik drukte mijn lippen samen uit frustratie.

Meneer De Koning trok een wenkbrauw op. "Oké, je wil dus dat spelletje spelen, niet waar, Lauren Cohen?"

Ik negeerde hem en liep weg. Ik dacht er nog niet eens aan om om te kijken naar de grijns die op zijn lippen speelde. Als we nooit zouden hoeven praten (buiten de noodzakelijke dingen om, natuurlijk), dan zou ik dat helemaal prima vinden. 

Ik wilde hem een stille behandeling geven.

Teach MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu