Hoofdstuk 5 - Een nieuwe vriendschap

52 11 2
                                    

Ik hield me met gesloten ogen vast aan de rand van boot. Het duizelige gevoel overkwam me zo opeens dat ik niet meteen wist wat te doen en alleen maar mijzelf angstig kon vasthouden aan de boot. Ik voelde ook hoe een plotse warmte mijn lichaam binnenviel. Het hete verspreidde zich vanaf mijn borst net tot de rest van mijn lichaam. Mijn borst gloeide en het was net alsof ik plots een koortsaanval kreeg. Toen ik na een tijdje voelde dat ik minder duizelig werd en ik terug een normaal lichaamstemperatuur terug besloot ik om het erop te wagen en lichtjes mijn ogen te openen.

Ik zag…

Ik wist niet meteen wat ik hoorde te zien want ik zag weer opnieuw niet wat ik verwacht had te zien. Ik hoorde de bakstenen van gebouwen te zien die langs de Dieze stonden. Een kanaaltje van enkele meters breed die ingesloten en omringd werd door knusse, gezellige, oude huisje. Maar wat ik nu zag was totaal het tegenovergestelde daarvan. Ik zag kilometers water naast me, van langs beide kanten, en toen mijn blik eindelijk terug vaste land herkende zag ik daarna kilometers groen. Heuvellandschap overal weer ik keek links van me. Het was net alsof ik in de vrije natuur was beland maar de huisjes die hier en daar op de bergen stonden wezen mij erop aan dat ik me toch nog steeds in de bewoonde wereld bevond.

Toen ik links van me keek zag ik allemaal bomen. Bos. Maar het was nog steeds natuur.

Tenslotte keek ik met grote ogen voor me, naar Mave waarvan ik me plots realiseerde dat ze ook in het bootje normaal zat, zag ik dat ook zij met open mond rond zich keek en ogen die zo groot waren als eurocenten. Het was net alsof ze elk beeld die ze hier voor ogen zag wou opslaan in zichzelf om nooit meer te vergeten. Het was net alsof ze niet begreep wat er net gebeurt was, maar ik zelf begreep het ook maar half. Ik wist alleen dat ik, nee wij, opnieuw geteleporteerd werden naar een nieuwe plaats. De vraag was alleen waarom en waarom zo plots?

“We zijn vast geteleporteerd”, verklaarde ik Mave de situatie na wat een zee van stilte leek te zijn.

Ze keek me geschrokken aan, vast doordat ze plotseling geluid hoorde. Een bekende stem hoorde, en nam me goed in zich op alsof ze compleet vergeten was dat ik hier nog was, bij haar.

“H-hoe bedoel je?” vroeg ze lichtjes stotterend.

Ze bevatte vast nog niet goed de situatie. Ik mocht dan wel niet aanvoelen hoe zij zich voelde maar haar gezichtsuitdrukking sprak gewoon boekdoelen.

“Ik bedoel…”, zei ik,” dat wat ons net overkwam mij overkwam toen je me aantrof aan de Dieze, in Nederland dus terwijl ik eigenlijk van België kom.”

Ze keek me even aan en pas na een tijdje leken mijn woorden haar door te dringen toen ze lichtjes, begrijpbaar, begon te knikken.

“Weet je zeker dat we opnieuw geteleporteerd zijn van plek?” vroeg ze me onzeker.

Ik haalde mijn schouders op.

“Ik heb geen idee… Maar ik denk van wel omdat ik dezelfde symptomen ondervond als wanneer ik in Nederland terecht kwam. Ik voelde me duizelig en mijn steen gloeide opnieuw als een kool.”

Ze bracht automatisch haar hand naar haar ketting bij het horen van deze woorden en stammelde: “W-waarom… waarom zijn we dan… opnieuw geteleporteerd?”

Ik haalde mijn schouders opnieuw op.

“Ik heb werkelijk geen idee…”

Ik zweeg even en vervolgde mezelf daarna weer.

“De eerste keer waarschuwde het boek me, maar deze keer… Het gebeurde zo… plots.”

Plots zag ik dat ze een soort glinstering in haar ogen kreeg wat erop wees dat ze zich iets herinnerde.

Sensitive (On hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu