Het leven lacht je toe

2K 47 1
                                    

5 jaar eerder ...

Mo, Samir en Rachid slenteren door de stad met hun joggingpakken, opgeschoren koppies en Gucci-petjes wanneer een politie auto naast hen stopt.
Het is de wijkagent Martin, die weer eens voor de zoveelste keer om een legitimatie vraagt.
"Je weet toch wie ik ben, je kent me al sinds de wieg man" zegt Mo geïrriteerd.
"Dat kan wel zo wezen maar de wet is de wet jochie" zegt Martin op een valse manier terug.
"Wollah echt kinderachtig dit weer" roept Rachid.
"Weet je wat kinderachtig is eikel, een laptop jatten uit een auto van een vrijwilligerswerker voor gehandicapte kinderen" roept Martin boos terug.
"Waar heb je het over vriend!" zegt Samir met een vurige blik richting Martin.
"Ik heb jullie herkend op de camera pipo's, maar zoals gewoonlijk niet hard genoeg bewijs om jullie op te ruimen" zegt Martin.
"Hè hier heb je me id kaart, doe wat je moet doen en val me verder niet lastig" zegt Mo geïrriteerd.
"Een fijne dag heren en weet dat ik jullie in de gaten houd" mompelt Martin nog en hij stapt vervolgens in de auto om weg te rijden.
"Kifech Mo? Is er iets wat ik moet weten?" vraagt Samir aan Mo verbaasd.
"Niks belangrijks, eergisteren een 'lappie' gepakt met deze klungel hier naast jou" zegt Mo laconiek.
"Wie noem je klungel vriend! Kan ik er wat aan doen dat we uitgleden" zegt Rachid.
"Krijg je ervan als je over het gras gaat rijden a zebbi" zegt Mo nijdig.
"Kifech nu?" vraagt Samir.
"Scheve voorvork meer niet, wordt al geregeld bij Cobus de Mechaniq" antwoordt Mo.

Terwijl de jongens verder in gesprek zijn komt er van een ruime afstand een peperdure cabrio van het merk Mercedes hen tegemoet rijden.
Je hoort de harde rap muziek door de hele straat galmen.
Mo hoeft niet heel scherp te kijken om te raden wie het is, hij heeft het grootste vermoeden dat het niemand minder is dan Bolle Jamal.
"Ewa drerries nog steeds met lijn 11" brult Bolle Jamal de jongens toe.
"Tazz a zebbi jij hebt nog een aanhanger nodig voor die dikke buik van jou" grapt Mo.
"Terzake ik zie dat jullie nietsnutten niks bijzonders doen, willen jullie gaan hosselen" vraagt Bolle Jamal.
"Geen doekoe voor investering" reageert Samir.
Bolle Jamal opent een speciaal ingebouwd vakje in zijn dashboard, dat goed verstopt zit.
Hij pakt er een boterhamzak uit waarvan de inhoud er wit uitziet.
Hij reikt, op een geheimzinnige manier de zak aan Mo en zegt: "luister vriend dit is drieduizend waard, jullie krijgen het van mij op krediet".
Het gezicht van Rachid verandert opeens in dat van een blije kind dat zojuist snoep heeft gekregen omdat hij braaf is geweest, waarop hij vervolgens zegt: "daarom Jamal ik heb je altijd gemogen je hebt echt een groot hart a mattie".
Mo kijkt Samir vragend aan waarop Samir zegt "luister Mo ik ben geen loopjongen van niemand, ik weet niet van jullie, maar ik dop me eigen boontjes".
Mo neemt Samir apart en legt hem uit dat ze geen loopjongens zijn en voorlopig Jamal gebruiken, totdat ze geld genoeg hebben om zelf in te kopen.
"Daar gaat het niet om a mattie, deze man komt hier stoer aanrijden en denkt dat we even voor hem 'sunny' gaan verkopen" zegt Samir.
Mo overtuigt hem uiteindelijk en ze nemen de zak met cocaïne aan van Jamal, onder de voorwaarde dat ze binnen twee weken het geld bij elkaar hebben.
Met piepende banden scheurt Bolle Jamal lachend weg en schreeuwt ze nog na: "het leven lacht jullie toe a matties".
Ja ja, alsof Samir niet weet dat bolle Jamal nooit iets zou doen zonder er eigenbelang in te hebben, maar dat maakt voor nu niks uit.
Ze moeten nu eerst kapitaal opbouwen om ook mee te kunnen doen met de grote jongens.
En als achttienjarige wordt je niet zo heel serieus genomen, dus is dit voorlopig de enige uitweg.
Rachid daarentegen ziet het ernst er niet van in om zijn hand uit te reiken naar Bolle Jamal.
Hij begrijpt niet dat ze zojuist een onofficiële contract hebben getekend met Bolle Jamal.

Met volle vaart lopen de jongens richting 'de buurt'.
De buurt is waar iedereen vandaan komt; van de 'grote' jongens tot aan de jongens die naar Syrië zijn uitgereisd.
Iedereen heeft er zijn roots.
De buurt bestaat uit hoge flats waarvan er op bijna elke balkon wel een schotelantenne te vinden is.
Geschreeuw en gekrijs uit de flats is er aan de orde van de dag.
Junky's die onderaan bij de flats bietsen en biertjes drinken is een bekend verschijnsel.
Tienermoeders, illegale en drugsverslaafde vullen de enorme rijen voor het voedselbank.
Groepjes Turkse en Marokkaanse senioren verzamelen zich rondom de bankjes bij het park, tegelijkertijd wordt er voor de zoveelste keer een luier naar beneden gedonderd.
Achter de flats is het net een vuilnisbelt waar je de gekste manoeuvres moet uithalen om de troep die vanuit de balkons wordt weggegooid te ontwijken.
Welkom in de buurt waar iedereen die goed geboert heeft zijn toevlucht naar Marbella heeft genomen.
Alleen de kansloze, de nog-hard-werkende en de gelukszoekers zijn overgebleven.
Niemand houdt het hier vrijwillig vol of je moet echt geen doel voor ogen hebben.
Tenminste dit is hoe Mo zijn 'buurt' ziet maar in werkelijkheid is dat verre van de realiteit.
De buurt is in de late jaren '80 uit de grond gestampt voor de massale immigratiestromen vanuit Turkije en Marokko.
Wist de burgemeester destijds veel, dat het zou behoren tot de armste wijken van Nederland.
Sociale voorzieningen zijn er amper en de gevestigde orde heeft verder maling aan dit stukje Nederland.
Zolang de media hier geen aandacht aan schenkt hoeven de hoge heren zich geen zorgen te maken.
Maar wat de hoge heren over het hoofd zagen is dat de buurt is veranderd in een bolwerk voor criminelen en extremisten.
Criminelen in alle klassen zijn er te vinden.
Van simpele inbrekers tot 'blokkentrekkers', van drugsdealers tot plofkrakers.
Maar de laatste jaren is er een nog zorgwekkender groep bijgekomen.
De zogenaamde hit-teams; snelle jongens die voor een bedrag van amper 20.000 euro, je morsdood schieten.
Ja, de buurt is niet meer wat die was merkt ook Hadj Mimoun, de vader van Mo, op.
In zijn tijd woonde er nog blanke Nederlanders maar dat is een schaars iets geworden.
De enige blanken die hier nog wonen worden in de volksmond 'tokkies' genoemd.
Het verlaten wijkgebouw heeft ruimte moeten maken voor een derde moskee en de gebedsoproepen vullen de straten vier keer per dag, behalve in de ochtend, maar dan wordt men wel wakker van de hordes vrome mannen die zich richting de moskee begeven.
En ondanks dat het één van de armste wijken van Nederland is, rijden er auto's waar ze zelfs in Wassenaar en het Gooi nog van opkijken.

De jongens verdwijnen in één van de vele schuren onderaan de flats.
Eenmaal binnen wegen ze de coke na en verpakken ze het witte goedje zorgvuldig.
Het werken kan beginnen en de jongens zijn enthousiast en vol optimisme.
Binnen anderhalf week zijn ze door hun voorraad heen en bellen ze Bolle Jamal op.
Alles gaat van een leien dakje en binnen no-time zijn ze het gesprek van de dag in de buurt.
"We moesten eerder beginnen met hosselen asahbi" zegt Rachid.
"Wat voor zin heeft dat voor jou als je toch alleen maar dure zonnebrillen en schoenen ermee koopt" zegt Samir.
"Ewa genieten van het leven vriend" lacht Rachid.

Snelle jongens Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu