*Reeve*
Beduusd keek ik rond me heen op de parking van de schoenenwinkel waar de jongens me hadden achtergelaten. Ik voelde me alleen en kwetsbaar. Ik kon nog steeds niet bevatten waarom ze mijn herinneringen zo graag wouden wissen. Ik had in die jaren dat ik ze observeerde en aanbad geen enkel woord over hen tegen iemand anders gewisseld. Niemand wist het. De tranen vloeiden rijkelijk van mijn wangen en belandden op het asfalt waar ze uitdroogden. Boos wreef ik het overgebleven vocht op mijn wangen weg. Een deur ging krakend open en met een zachte klap weer dicht. Ik keek niet achterom, wilde niet weten wie er achter mij stond.
"Reeve?" hoorde ik de fluisterstem van professor Démana. Langzaam draaide ik mijn hoofd om en keek de man, met in zijn armen de kat, aan. Hij aaide de bruine vacht van Pavarotti. Hij kwam dichter en hurkte naast me neer. "Wat is er gebeurd, meisje?" vroeg hij met een verdrietige glimlach. Snikkend drukte ik mijn gezicht tegen zijn schouder en huilde uit. Démana zuchtte en aaide ook mijn kruin. "Kom, we gaan even naar mijn woning om je te laten kalmeren en dan kan je alles aan me uitleggen." Een beetje verdoofd leunde ik slap tegen Démana aan. Hij droeg mij en de kat weg van de parking en we stapten rustig de straat uit. Mensen keken ons bevreemdend aan, maar dat maakte mij nu niet zo veel uit. Ze konden er in stikken.
Toen we de hoek omsloegen en nog even verder strompelden, naderden we een steegje. Bijna net hetzelfde steegje als datgene waar ik Pavarotti vond. Toch was het niet dezelfde. Samen liepen we tot het einde en stopten daar. Verward keek ik Démana aan. Hij glimlachte geheimzinnig en ik voelde een beetje angst opkomen. Démana duwde tegen een steen. De gewoon uitziende steen van de muur schoof naar achter, met een zacht gekraak bewoog de grote muur en onthulde een verborgen deur. Potjandorie, een geheime deur!
Démana ging me voor en aarzelend volgde ik hem het donkere gat in. De stenen muur bewoog weer en sloot de buitenwereld van ons af. Het was zo'n drie seconden volledig donker en dan plots een fel wit licht. Knipperend met mijn ogen om ze rustig aan te passen aan het felle licht probeerde ik rond me heen te kijken. We stonden in een soort gang. Het leek op een garage maar dan veel kleiner, met die typische witte onafgewerkte muur, een rij schoenen netjes naast elkaar en een mat met daarop 'Welcome Home'.
"Volg me maar." Démana gebaarde en ik zag hem door de deur verdwijnen.
We betraden een alledaagse woonkamer met een bank, een televisie, een eettafel met stoelen er omheen en wat decoratie om de boel op te fleuren. Aan de andere kant van de woonkamer was er een deur die naar de keuken leidde en een trap liep naar boven. "Ga maar zitten, kind. Wil je een colaatje?" Démana liet Pavarotti los en wreef in zijn handen. "Ja, dat mag." zei ik dan maar. Démana glimlachte en vertrok naar de keuken om de cola te halen. Ik maakte me het comfortabel op de brede bank. Terwijl ik rond keek viel het me op dat de leefruimte van Démana geschikt is voor een gezin met kinderen. Ik vroeg me af of hij een gezin had of misschien familie die bij hem woonde. Démana kwam weer de woonkamer binnen met een cola en een mok waar damp uit opsteeg. Hij gaf me het glas aan en ging ook op de bank zitten. "Professor?" vroeg ik. "Hm?" hij nipte van zijn dampende thee, zie ik nu. "U heeft een groot en mooi ingericht appartement. Heeft u geen gezin?" Hij zuchtte en zette de mok op het bijzettafeltje. "Nee, ik ben gescheiden van mijn vrouw en, voor je het moest vragen: ja, ik heb kinderen, maar die wonen bij haar." Démana zag er nu sip uit. "Het spijt me voor u. Hoe heten uw kinderen?" De oude man keek op en in zijn ogen glinsterden tranen. "Caleb en Zorah." "Dat zijn mooie namen." Een ongemakkelijke stilte nam het over.
Pavarotti sprong van de bank in mijn armen en begon te spinnen. Ik aaide de zachte vacht van de kat. Démana veegde de tranen weg en blies zijn adem uit. "Reeve, wil je me vertellen wat er net op de parking is gebeurd? Ik weet dat ik nieuwsgierig ben, maar ik zal niet opdringen. Je kunt het me vertellen. Ik zal het geheim blijven houden. Ik ben net zoals jou: een wetenschapper, een ontdekker, een filosoof. Vertel het me, alsjeblieft." Ik kon niet langer kijken in die gekwelde ogen van Démana.
Medelijden stroomde door me heen en brak mijn hart. De woorden vielen als een waterval uit mijn mond. Ik vertelde alles aan Démana terwijl hij rustig naar me luisterde, af en toe een vraag stelde en van zijn mok dronk. Van de allereerste ontmoeting in de toiletten van mijn lagere school waar ik toen in opgesloten zat, de paar keren op straat, de gevaarlijke stunt op een wolkenkrabber en dan voor het laatst op de parking van de schoenenwinkel waar ze probeerden mijn herinneringen aan hen te wissen. Tranen stroomden over mijn wangen en Démana huilde gezellig met me mee. "Ik hield van die jongens. Ze waren mijn leven. Ik zou alles voor ze doen. Als ik maar bij hen kan blijven en met ze kan meeleven, helpen. Weet u: het doet echt pijn als iemand een mes in je rug steekt, zeker als het mensen zijn waar je om geeft." Démana trok me in een omhelzing. "Het is over, Reeve. Alles is gedaan. Weet je wat? Ik wil je iets laten zien." Démana stond op en liep richting de keuken. "Wat? Waar gaat u naar toe?" De professor gebaarde dat ik moest komen. "Volg me."
Ik stond op en ging van de woonkamer naar de keuken. Ik zag de schaduw van Démana door een deur. Ik rende er snel naartoe en zag een trap die naar beneden liep. Ik ging de trap af en stuitte daar op Démana. Hij stak net het licht aan en onthulde een immense ruimte. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik stond midden in een groot laboratorium. Démana glimlachte en zei: "Ook ik heb onderzoek uitgevoerd naar die wonderbaarlijke wezens die jij superhelden noemt. Ik ben ze toen ik nog jong was tegen gekomen. Wel, zij hebben mij gered. Laat ons zeggen. Ik was nog een kleuter die in een buggy zat en de vrouw die mij en mijn ouders had gered, had alleen mijn herinneringen niet gewist. Waarschijnlijk dacht ze dat ik het 3 seconden geheugen van een vis had. Ze wist niet dat ik tot een genie zal opgroeien. Dit is mijn labo waar ik dag en nacht, iedere dag van de week werk. Hier onderzoek ik de gaven van de helden, hun karakter, hun verleden, hun dagschema, kortweg zowat alles. Maar ik weet nu dat jij meer weet dan ik. Reeve, wil jij mijn assistent zijn? Mijn labpartner? Je krijgt ervoor betaald." Mijn mond vloog open. Natuurlijk wil ik dat. Maar wat met mijn ouders, mijn opleiding aan het labo dat ik al had?
Ik nam razendsnel mijn beslissing. De beslissing die mijn leven zal veranderen.
JE LEEST
My SuperHeroes!
Fanfiction1D als superhelden, als dat maar goed afloopt? Er zijn onvermijdelijk overal slechteriken. Daardoor zijn er 5 jongens die met hun superkrachten de wereld redden. Maar wat als ze in de val worden gelokt door iemand die hen al jaren observeert, bespio...