Iemand kwam hard op me af gelopen en sloeg haar armen om me heen.
'Ik ben je zo gemist, waarom had je niets laten weten?' als een sneltrein was ze aan het praten. Al dat ik kon doen was haar aankijken met een glimlach. Ze was niets verandert, haar ogen groen als gras zo helder en zo oprecht. Haar haar donker dat het de nachtelijke lucht kon zijn. En haar bouw zo elegant dat het duidelijk was dat zij de elfenprinses was.
'Hé, Eirian? Wat zit jij nu mee in je gedachten? En waar is die onmogelijk broer van me? Hij is altijd op patrouille of aan het oefenen, en dan ook Tiadora,' ze zuchtte diep en plantte daarna weer een wonderlijke glimlach op haar gezicht, 'maar nu ben jij er weer en kun je me steunen tegen al die vechters.'
De nood om met mijn ogen te draaien was groot, maar hoe dat Fiona tegen me deed het was zo vertrouwd, al dat ik kon wensen wat dat het langer zou duren.'Kom maar mee naar binnen, mijn vader wilt je vast en zeker nog eens zien. Hij is nu nog wel even in een vergadering, maar die zou normaal direct klaar zijn. Kan ik je anders al iets geven om te drinken?' Nu kon ik de grinnik niet meer bedwingen. Hoe ze elke keer van de hak op de tak sprong.
'Iets fris als het kan.' Antwoordde ik lachend.
'Kom... maar even serieus weet je echt niet waar Jona is?'
'Hij is mijn vriend terugbrengen naar zijn wereld.'
Het was vreemd, want er was niets ergs aan dat ik het zei, maar het voelde alsof ik me er voor schaamde.'Zijn wereld? Is je vriend een mens?' Ze keek me vol verbazing aan.
'Ja, maar ik kan het uitleggen.' Begon ik maar ze hield me met een wegwerp gebaar tegen.
'Je moet je niet verantwoorden bij mij, waar ik wel nieuwsgierig voor ben... is hij knap? Want als dat zo is, mag je hem nog wel eens meebrengen.'
Het kleine salon was nog exact hetzelfde als ik herinner. Zachte zetels waar je in leek te zakken. Houten tafel met inscripties aan de rand. Hoge ramen die openstonden en waar een zachte, warme nachtelijke bries doorheen waaide.
Het frisse drankje keek me kwaadaardig aan vanop de salontafel. Ik had moeten weten dat ze me een bevroren drankje zou geven. Hoe had ik dat ooit kunnen vergeten. Dus wanneer ze me vroeg of ik het lekker vond kon ik enkel glimlachen en knikken, druk bezig met mijn tong weer warm te krijgen.
'Mijn godin nog aan toe, Fiona, Eirian is enkel een mens. Die bevroren drankjes van je zijn echt niet voor haar bestemd.' Toen ik haar stem hoorde sprong ik recht en keek met een immense glimlach naar het prachtige gezicht van Blackless.
'Black, ik heb je zo gemist.' Ik rende op haar af en sloeg mijn armen stevig om haar heen.
'Hé, en wat met mij. Jij gaat toch niet zeggen dat je mij niet hebt gemist.' En daar verscheen ook de tweede. Gekleed in een zwarte strakke broek met een top dat haar lichaam omarmde. Maar het adembenemendste van alles zijn die prachtige zwarte vleugels die ze achter haar sleepte als een donkere cape.
Het perfecte beeld van een duistere engel. Wat ze ook is.'Whiteless, natuurlijk heb ik je gemist. God, daarstraks had ik je nog eens goed kunnen gebruiken. Die van Engels, hij is echt vreselijk.'
Whiteless keek me grijnzend aan, duidelijk blij met mijn ergernis.
'Hé, lieverds stop met al dat donkere hier te creëren. Het ergert me.'
'En als ik er ook even tussen mag komen, wil ik wel eens weten wat de koninginnen van de engelen hier komen doen. Hebben jullie geen rijk te regeren?' Fiona die al erg comfortabel in de zetel was gaan liggen was al van mijn bevroren drankje aan het dranken.
JE LEEST
Het boswachtershuisje
FantasyWat doe je als je een geheim draagt? Een geheim dat niemand kent alleen je oma en opa. Een geheim dat niemand zal geloven als je het zou vertellen. Wat zou je doen als de populairste jongen van je school achter dat geheim komt? En wat zou j...