Hoofdstuk 26

259 14 5
                                    

Mijn ogen tuurde naar het portret voor me. Jona die verwikkeld lag onder het laken naast me. De zon verlichte heel de ruimte waardoor de stofdeeltjes twinkelde als sneeuwvlokjes. Met rode wangen dacht ik terug aan wat er eerder die nacht was gebeurd. Zijn vingers die door mijn haren streken. Zijn ogen waar ik maar niet kon van wegkijken. Zijn lippen die heerlijk zacht met de mijne versmolten.

Mijn vingers jeukte om met zijn witte krulletjes te spelen. Het jeukte zo hard dat ik me niet tegen kon houden. Mijn hand reikte uit naar zijn krulletjes die ik voorzichtig opzij schoof. Zijn zijde zachte haar stond opnieuw al de kanten op. Niet dat ik het erg vond. Dat maakte hem toch nog wat speels hoewel zijn harde uitdrukking soms wat anders deed denken. Net wanneer ik mijn hand wou terug trekken kwam zijn hand vliegensvlug in actie en hield mijn pols in een ijzersterke greep. Ik verstikte mezelf in mijn ademhaling door de plotselinge actie. Een glimlach danste om zijn lippen, door zijn wimpers keek hij me speels aan. Na gisterenavond zou dit me niet meer ongemakkelijk moeten voelen, maar niet dus. Ik voelde me net zo betrapt als een kind die snoep stal uit de supermarkt. Zijn hand kwam omhoog en gleed over mijn wang.
Dan verscheen er een glimlach op zijn gezicht, de glimlach waarvan mijn benen onmiddellijk wak van werden.

'He,' zei hij in nog een diepe ochtendstem. Mijn wangen werden enkel nog maar roder. De situatie waar de in zaten werd enkel maar duidelijker voor me.
Ik lag met hem in een bed. We hadden samen geslapen. We hadden gekust!
Mijn hoofd draaide van weg van zijn doordringende ogen en begon kinderlijk met het deken te prullen.
De hand die eerst mijn pols nog vast had omklemde nu mijn hand en hij bracht mijn palm naar zijn lippen en gaf er een luchtige kus op.

'We moeten door doen, niet? Wat als ze naar hier komen.' Ongemakkelijk schoof ik wat achteruit klaar om me te verstoppen in de badkamer. Waarom was mijn hoofd heel de tijd dingen aan het zeggen, dingen die hij gezegd zou hebben. Dingen die hij nooit gezegd zou mogen hebben.
Maar ik geraakte niet zo ver als bij de rand van het bed wanneer hij me opnieuw tegen zich aan trok.
Zijn armen omcirkelde mijn middel en ik lag zowat op hem.

'Jona,' piepte ik met rode wangen.

'Nee, durf nu niet bij me weg te kruipen. Ik heb je nu eindelijk, dacht je dat ik je zo simpel los ging laten.' Ik hoorde zijn lach weerklinken in zijn borst.

'Jona...'

'Wat Eirian? Ga je opnieuw vertellen dat het niet mocht gebeuren? Ga je opnieuw vertellen dat Mona op me zal wachten? Het gaat je niet lukken, je gaat me niet opnieuw van je wegduwen.'
Verbaasd keek ik hem aan. Duwde ik hem weg? Ik dacht dat hij me niet wou.

'Jona ik...' woorden schoten me te kort. Wat ik? Ik dacht dat je me niet wou? Ik dacht dat alles ons uit elkaar trok? Ik dacht dat jij en Mona iets hadden? Ik dacht niet dat het mijn schuld was, wat het dus wel was.
'Het spijt me.'

Hij trok me dichter tegen zich aan.

'Mij ook, want ik was een idioot.'
En daar lagen we dus. Elkaar omarmend in het engelenkasteel.

'Al de werelden kunnen opdonderen. Ik hou van je Eirian. Ik hou van je dat het pijn doet.'
En ik deed wat hij deed, ik uitte wat ik voelde. Ik bracht al mijn gevoelens die er op die moment door me heen gingen naar de oppervlakte en drukte mijn lippen tegen die van hem. Ik wou dat hij begreep wat ik niet in woorden kon uitleggen. Ik wou dat hij voelde wat zijn woorden met me deden, wat hij met me deed.

En net wanneer ik op het einde van mijn adem kwam klopte er plots iemand op de deur. Onze lichaam bevroren in enkele seconden.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Nov 11, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Het boswachtershuisjeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu