De sprekende bergslangen

22 5 3
                                    

Er zijn vele bergen in de wereld, die vele mensen hebben beklommen. Van al die bergen was er echter ééntje, waarvan de bergbeklimmers nog nooit waren teruggekeerd. Deze berg bevond zich naast een klein dorpje en telkens wanneer er weer mensen verdwenen geloofden de bewoners meer en meer dat de berg vervloekt was.

Wat de bewoners niet wisten, was dat de berg eigenlijk het nest was van een familie bergslangen. Het waren geen normale slangen, deze slangen konden praten en denken als een mens, alleen waren ze heel wreed en hongerig.

Telkens wanneer er een onwetende bergbeklimmer op hun berg kwam, lokte ze die met hun hypnotiserende mensenstemmen mee naar de kern van de berg, waar ze woonden.
Op een dag waren er een paar jongens van het dorp die wouden bewijzen dat de vloek niet echt bestond. Ze hadden midden in de nacht afgesproken en zodra hun ouders in slaap vielen glipten ze naar de rand van hun dorp, waarvandaan ze aan hun tocht naar de berg gingen beginnen.

Er kwamen echter maar twee jongens, al de anderen waren te bang. Deze twee jongens begonnen dus met het beklimmen van de berg. Toen ze halverwege de berg waren, klonken opeens betoverende stemmen. De twee jongens, gehypnotiseerd door de klanken, volgde de stemmen naar een grot in de berg. Ze konden niet zien, waar de stemmen vandaan kwamen en dat wakkerde hun nieuwsgierigheid nog meer aan.

Toen ze in de kern van de berg kwamen, vulden hun ogen zich met horror. Overal waren slangen. Op de grond en aan het plafond. Hun lange, smalle lijven kronkelden over elkaar en hun stemmen bleven hun lichaam controleren.

De slangen kwamen langzaam op hen af en ze ontbloten hun scherpe tanden. De jongens probeerden te vechten tegen de hypnose, maar het lukte niet. De slangen hadden zich al om hun voeten gewikkeld en werkten zich naar boven, tot heel hun lichaam bedolven was onder de slangen.

'Wees niet bang', zeiden de slangen in koor. 'Gewoon een klein hapje', sisten ze.

Een van de jongens kon niet meer ademen, omdat een slang hem wurgde en viel dood neer op de grond. De andere jongen, die met moeite door de slangenlijven heen kon kijken, stond vastgenageld en werd gedwongen om te zien hoe zijn beste vriend hapje per hapje door honderden slangen werd opgevreten.

Alhoewel hij onder hypnose was, kon hij het verdriet en de pijn niet aan en schreeuwde het uit. De slangen die gewend waren aan stille slachtoffers die nooit iets zeiden, schrokken zich een bult. Daardoor lieten ze de jongen los en stopten ze met spreken. De hypnose was verbroken en de jongen worstelde zich door de grot vol slangen en liep zo snel als mogelijk naar het dorp.

De zon was ondertussen al opgekomen en de volwassen hadden hun verdwijning opgemerkt. De jongen kwam het dorp binnengestormd en deed aan een razend tempo zijn verhaal. De ouders van zijn beste vriend, waren razend om de dood van hun zoon en moedigden de rest van het dorp aan om naar de berg te gaan en de slangen te verslaan. Met alle wapens die ze in hun dorp hadden trokken ze naar de kern van de berg. De slangen waren echter voorbereid en uiteindelijk waren hun maagjes goed gevuld.

De kinderen die in het dorp waren achtergebleven, trokken weg uit het dorp en gingen leven op een plek zover mogelijk van de slangenberg.

Einde.


-----------

Dit is eens iets anders dan heksen. Hopelijk vonden jullie het leuk!

(P.S. Ik was de hele tijd vergeten te zeggen dat ik dit boek opdraag aan Camille en Valeria, twee jeugdvriendinnen, zonder wie dit boek niet tot stand zou zijn gekomen)

Magische verhaaltjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu