Ooit waren er eens twee zussen. Ze waren geboren in een heel bijzondere familie. Een familie die verbonden is met magie. De twee zussen waren een jaar en een half van elkaar geboren. De oudste zus kwam ter wereld in het putje van de winter. De jongste zus was een zomerkind.
Tijdens hun kindertijd waren de twee zussen de beste vriendinnen, onbewust van hun gruwelijke lot. De zussen waren namelijk voorbestemd om elkaars vijanden te worden, zo was het bepaald door het familie-orakel.
Als de vooravond van een verjaardag was aangekomen, ging de jarige zus altijd vroeger naar bed, in de hoop dat de volgende dag sneller zou komen. Haar verjaardag werd namelijk uitbundig gevierd.
De zus die niet jarig was stond altijd heel vroeg op, zodat ze haar zus kon wekken met het eerste cadeau van de dag. De zussen gaven elkaar graag cadeaus. Ze wisten namelijk perfect wat de andere graag had.
De winterzus hield van zachte kleuren. Zijzelf had namelijk een rustig temperament, als een sneeuwvlokje dat langzaam naar de grond dwarrelt. De zomerzus hield van extravagante dingen, hoe opvallender hoe beter. Haar karakter was hevig, zo oncontroleerbaar als het vuur.
Hun ouders gaven hen elk jaar meer en meer cadeaus. Elke verjaardag bracht magischere dingen met zich mee. Eerste kregen de zussen een jurk die hun schoonheid uitte. Het jaar daarop kregen ze een Pegasus, een magisch gevleugeld paard. De Pegasus van de winterzus was spierwit en schitterde in de zon. De Pegasus van de zomerzus was rood zoals het helderste bloed. Het jaar erna kregen ze een koets. Tot ze uiteindelijk het ultieme cadeau kregen: hun eigen toverkracht.
De winterzus kreeg de kracht om te sussen, mensen te kalmeren. Met deze kracht kon ze gevechten verslaan en de vrede herstellen. De enige op wie dit niet werkte was haar zuster met het oncontroleerbare temperament.
De zomerzus kreeg de kracht om hevige emoties op te roepen, mensen te beheersen. Als ze wou kon ze oorlogen ontketenen, mensen van haar laten houden, leven als een koningin. Alleen haar zus kon haar kracht ontwijken.
De zussen kwamen in conflict. De zomerzus deed wat ze wou, pakte alles wat ze begeerde. Haar zus haalde echter alles in de war. Ze liet de mensen tot hun verstand komen, uit haar macht. De zomerzus was radeloos. Haar beste vriendin liet haar niet hebben wat ze wou. Ze was de enige die niet deed wat ze vroeg. 'Waarom werk je me tegen?' vroeg ze op een dag.
'Mensen beheersen en manipuleren, voor je eigen plezier, is niet iets wat bekoorlijk is,' antwoordde de winterzus.
De zomerzus was gechoqueerd. 'Ik manipuleer niet. Wat mensen voelen laat ik tot uiting komen. Hun potentieel haal ik naar boven.'
'Mensen willen vrede, gelukkig leven.'
'Als dat zo zou zijn dan zouden ze niet de dingen voelen die ze voelen. Zouden ze altijd zijn zoals jij. Zonder gevoel, monotoon en levenloos.'
De winterzus was gekwetst, lachte zwakjes naar haar zus. 'Laten we geen ruzie maken, vrede sluiten en verdergaan.'
De zomerzus snoof en deed exact wat haar zus zei. Ze ging verder met wat ze altijd deed. Haar zus ook en vormde een obstakel op haar weg. De zomerzus werd bozer en bozer, maar niets verschoof haar zus. Haar razernij stapelde zich op tot ze ontplofte en een menigte vol woede naar haar zus liet gaan.
De winterzus had moeite de groep te sussen. Het kostte bijna haar leven, maar er was niets dat ze kon doen om in verdediging te gaan.
Zo ging het jarenlang door. Het hart van de winterzus verschrompelde door het verraad van haar geliefde zus. Wat ben ik waard, vroeg ze zich af, met mijn kracht van kalmeren als mijn zus alleen maar heviger wordt. Ze liet de mensen begaan, suste niet meer. Haar kracht was te zwak. Misschien had haar zus gelijk en was het een verloren zaak.
De zomerzus vond het vreemd, haar kracht werkte beter. De mensen werden heviger, gevechten braken uit. Alles was heftiger. Waar was haar zus? Waarom hield ze die niet tegen? Vanuit haar kasteel ging ze op pad. Verwoestingen waren overal, vanwege de woede in haar hart. Ze ging naar het centrum van de stad, waar haar zus zich altijd begaf. Ze opende de deur en trof daar een bloederige smeer. Paniek rees in haar op. Ze doorzocht het huis en kwam uiteindelijk bij de tuin. Daar lag haar zus. Met haar ogen dicht, verdriet op haar gezicht. De zomerzus rende naar haar toe en zag toen het bloed. 'Wat is er gebeurd?' schreeuwde ze in haar zus' oor.
'Hoe vreemd,' fluisterde zij, 'misschien heb je gelijk. Ik ben levenloos.' De winterzus stierf in de armen van haar vuur.
De zomerzus huilde, schreeuwde en tierde. Was dit wat ze wou? Ze ging ver van hier. De gevechten hielden op en rouw ging door heel het land. De zomerzus besefte op het eind van haar leven, dat het enige wat ze ooit wou inderdaad was wat haar zus had gezegd: 'Vrede en geluk met haar liefste winterzus.'
Einde.
------------------
Hoi iedereen,
Lang, lang geleden dat ik hier iets heb geplaatst (ik denk zeker twee jaar). Ik had plots zin om er nog eentje te schrijven, gebaseerd op één van de spelletjes uit mijn kindertijd. Al hadden we nooit een einde aan dit verhaal gegeven. Ik ben geen expert in kortverhalen. Schrijf ze veel te weinig en deze heb ik in een halfuur ofzo geschreven. Sorry dus, als het niet perfect is. Persoonlijk ben ik er wel tevreden mee. Om de een of andere reden laat ik mijn kortverhalen altijd heel tragisch aflopen. Maar ja, wat kan ik daarop zeggen? Het verhaal wilt wat het wilt.
Groetjes
Zafantasy
JE LEEST
Magische verhaaltjes
Proză scurtăHou je van magische wezens? Hou je niet van langdradige verhalen? Ja? Dan is dit waar je naar zoekt. Dit zijn allemaal korte verhaaltjes van minder dan duizend woorden. De meeste hebben een griezelige sfeer, maar allemaal liggen ze dicht bij het...