Hoofdstuk 2

3.3K 136 22
                                    

De volgende morgen tref ik mijn vader vloekend aan voor de spiegel in de badkamer.

“Fuck!,” schreeuwt hij en gooit zijn scheermes in de wasbak. Over zijn wang loopt een streep bloed.

Hoofdschuddend pak ik mijn tandenborstel. “Bijna vijftig en dan kunnen ze nog niet scheren.”

Pap mompelt iets onverstaanbaars en drukt een natte tissue tegen zijn wang.

“Was weer gezellig gisteravond, of niet?” Hoewel mijn kamer op zolder is, heb ik toen ik gisteravond in bed lag weer mee kunnen genieten van een ruzie.

“Het is hier al maanden gezellig, dat weet je toch?,” merkt pap sarcastisch op.

Ik ga op de wc-pot zitten, want ik kan toch nog niet bij de wastafel. “Doe er dan wat aan. Laat het stoppen.”

“Dat kan ik niet, Anouk. Er is maar één persoon die dit kan stoppen en dat is je moeder. Zij gedraagt zich als een idioot.”

“Zij vindt anders dat jij je als een idioot gedraagt.” Dat blijkt uit de scheldwoorden die ze gebruikt, hoewel ik het er niet mee eens ben. Als er iemand geen egoïst is dan is het mijn vader wel.

Met een zucht draait pap zich om. “Bemoei je er even niet mee, ja? We moeten dit samen uitvechten.”

Geïrriteerd gooi ik mijn tandenborstel in het bad en stamp de trap op. Waarom nemen ze mij nou nooit eens serieus? Zien ze niet hoe ze de levens van hun kinderen kapot maken door hun geruzie? Waarom beschouwen ze ons als een stel poppen waarmee ze kunnen doen wat ze willen?

-

Ons huis lijkt wel een tijdbom die elk moment kan ontploffen. Alle gezellige dingen die we andere jaren met Pasen hebben gedaan, lijken zo ver weg dat het is alsof ze er nooit geweest zijn.

Om half tien zit ik in de woonkamer televisie te kijken als Nicole binnen komt gebeend. “Gaan we vandaag nog iets leuks doen of hoe zit dat?,” vraagt ze onderweg naar de keuken.

Mam draait zich om in haar stoel achter de computer en kijkt alsof haar jongste dochter zojuist voor heeft gesteld om in bikini op het dak de kabouterdans te gaan doen.  Ook pap kijkt verbaasd op van de krant die hij aan het lezen is. “Wat wil je gaan doen dan?”

Nicole zucht geërgerd en kijkt hem aan alsof hij gek geworden is. “Wat doen we normaal met Pasen? Of wil je van elkaar de tent uit vechten een nieuwe traditie maken?”

“We kunnen naar de IKEA gaan,” oppert mam.

Pap slaat boos zijn krant dicht. “Nee. Dat gaat niet gebeuren. Wij worden niet zo’n gezin dat op tweede Paasdag naar de woonboulevard gaat. Dat is pas erg.”

Ik probeer in mijn geheugen te graven naar een leuke plek die hier enigszins in de buurt ligt. “Kunnen we niet naar Haarlem of Den Helder gaan?”

Pap knikt goedkeurend. “Ik weet nog wel een leuke wandelroute in de buurt van Haarlem.”

Joeri protesteert, maar verder zegt niemand iets. Zal dit dan eindelijk weer een keer een gezellige dag worden?

-

Vergeet het maar. Het woord gezellig is uit ons woordenboek geschrapt. Al voor we de straat uit zijn, hebben pap en mam ruzie gekregen over het kaartenboek. Dat ligt altijd in de auto, gewoon voor het geval dat, maar nu heeft mam het idee in haar hoofd gehaald dat het boek meer aandacht krijgt dan zij.

“Als jullie zo doorgaan dan stap ik uit en dan ga ik lopen,” waarschuw ik, ook al weet ik dat het niks zal helpen.

Het werkt precies drie seconden. Daarna kijkt pap weer minachtend naar rechts. “Moet jij nodig zeggen. Jij besteedt al je aandacht tegenwoordig aan je telefoon.” Ongelijk heeft hij niet. Ze zit alwéér grinnikend naar het schermpje te kijken.

Spaanse kikkersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu