4.

207 4 0
                                    

Pov Ellen

Ik kwam werd de volgende dag geroepen om naar de tent van Lexa te gaan. De zon kwam net boven de bomen. Ik zag dat het Jack was. "Waarom kwamen jullie hier?" Vroeg hij aan mij. "Je weet dat we in de ruimte overleefden? Wel de zuurstof raakt op en wij moesten kijken of we hier konden overleven." Ik vertelde het omdat ik toch straks bij hun hoor. Ik kwam de tent in en zag Lexa aan haar troon staan. Ik ging naast haar staan. Ze begon te vertellen. "Vandaag zijn we hier om de stam van haar familie weer te laten leven. Zoals voorspeld zou vandaag een meisje met bruin haar en grijze ogen weer leider worden." Ze sneed in haar hand en gaf het mes aan mij. Ik deed het zelfde en we drukte onze handen op elkaar. "Ons bloed is verenigd net als onze stammen." Elke koning kwam voor mij staan en buigde. Ik kreeg ook een brandmerk met het logo van de heda's op mijn schouder. Nadat iedereen weg was kwam Linchon weer naar binnen. Ik zag dat hij Octavia meehad. "Ze heeft iets belangrijks te vertellen." Lexa deed het teken dat ze mocht praten. "Mijn broer komt naar hier om wraak te nemen." "Op wat?" Vroeg ik haar. "Ze denken dat jullie Charlotte hebben vermoord." Ik zuchtte. Wanneer kan ik ze zindelijk achter mij laten? Lexa roepte een paar krijgers en ze maakte hun klaar. Ik sprong op mijn paard en liep voorop. Ik deed mijn kap op. Ik zag dat Octavia naast mij kwam lopen. "Ik zou graag bij u stam horen." Ik knikte.

We waren bij de brug maar ik had het gevoel dat er iets niet klopte. Ik stapte van mijn paard af en gaf het leger het bevel om op mijn teken te wachten. Ik liep naar een doosje. Er stond een los deksel op en ik opende het en zag buskruit zitten. "Ren!" Brulde ik. Ik liep naar het bos. Ik kon niet meer naar mijn leger het was verder dan het bos. Ik hoorde een geweerschot en voelde een duw in mijn rug. Ik verloor mijn bewustzijn.

Ik voelde dat iemand mij droeg. Ik opende met veel moeite mijn ogen. Ik zag dat Finn mij op een tafel legde. Al snel kwamen Clarke en Raven boven mij hangen. Alles werd weer zwart voor mijn ogen. Toen ik wakker werd zag ik Bellamy naast mij zitten. Ik stond recht. "Ik moet naar mijn volk." "Ik dacht dat wij jouw volk waren." "Bellamy je begrijpt het niet." Hij liep kwaad naar zijn tent. Ik keek naar Finn, Raven en Clarke. "Dankje wel." En liep ook naar buiten. Toen ik de tent passeerde twijfelde ik. Ik liep met tegenzin door. "Ellen." Ik keek om en zag Finn naar me toe lopen. "Waarom heb je haar vermoord?" "Denken jullie echt dat wij het hebben gedaan?" Vroeg ik pissig. Hij keek veelbetekend naar mij. "Toon haar lichaam." Hij keek of niemand naar ons keek en nam me toen mee. Ik zag haar gezicht en moest even slikken. Het was een van de jongste kinderen. Ik zocht naar de doodelijke wond en vond hem in haar hart. Ik pakte een lang pincet dat daar lag. Ik ging de wond in en vond wat ik zocht. Ik keek ernaar en grijnzde. "Voor zover dat ik weet hebben wij geen kogels." Ik gooide de kogel naar hem. Ik liep richting de poort ik keek nog een een keer naar Bellamy's tent. "Wat is jullie probleem?" Riep ik. Hij keek op. "Ons probleem? Wij houden ons aan de deal waardoor ik jou kwijt raakte en nu vermoorde jullie een kind?" "Wij hebben alleen speren, pijlen en messen en Charlotte is vermoord met een geweer." Hij slikte. "Ik ga nu kijken of er gewonden of doden zijn. En ik hoop voor jullie niet want dan ik ze niet meer tegenhoude." Ik draaide mij om. Ik voelde Bellamy zijn hand mijn pols vastpakken. "Blijf." Ik keek hem aan en trok me los. Ik rende terug naar mijn kamp. Toen ik bij de brug kwam zag ik hem nog staan. Het was dus niet gelukt. Ik rende snel door. Ik voelde steeds mijn been tegentrekken. Ik kwam toe en zag Jack staan. "En?" "Geen gewonden of dode dankzij jou." "We moeten hier weg." Hij ging naar Lexa. Octavia kwam naar mij toe. "Wat gaat er gebeuren?" Vroeg ze. "We vertrekken." Ik pakte een zwaard. "Ik denk dat je dit wel kunt gebruiken." Ik lachte. Ze deed de holster op haar rug en stak het zwaard erin. "Linchon vertelde over je stam. Hoe ga je die opbouwen?" "Ik wou het eerst aan de luchtmensen vragen maar nu weet ik het niet meer." "Ze deden het voor hun eigen bestwil." Ik keek haar aan. "Dat kunnen ze zeggen ja." Ik hielp met inpakken.

Dagen gingen voorbij en voor te jagen moesten we naast het kamp van de 100 zijn. Ik hoorde geroep. Ik ging met Octavia kijken. Ik zag Clarke roepen. De poort van het schip was gesloten. Ik hoorde Murphy zeggen dat hij Bellamy ging vermoorden. Ik sprong over de poort en ging naast Clarke staan. Ik wou vragen wat er was maar de poort ging weer open. Ik sprong en rolde binnen. Ik zag Bellamy aan een kabel hangen. Ik kapte de touwen los met mijn zwaard. Octavia pakte hem vast. Murphy sloot de deur boven ons. Bellamy ramde hem in. We hoorde een bom ontploffen. Snel klommen we naar boven waar een gat te zien was. Ik sprong door het gat en ging achter Murphy aan. Ik riep op mijn mannen. Al snel was hij gevangen. Ik liet hem naar mijn kamp brengen. Ik ging terug voor Octavia. Ik zag haar staan. "We gaan weer!" Riep ik. Ik zag haar afscheid nemen van Bellamy en wachtte tot ze naast mij kwam lopen. We waren een paar meter van het kamp voorbij toen Bellamy ons inhaalde. "Ga terug naar je moet rusten." Zei ik neutraal. "Ik moet met je praatten." Ik keek hem aan. Octavia liep verder en knikte naar mij. "Goed." Zuchtte ik. We liepen traag vooruit. "Wat gaat er gebeuren met Murphy? Hij zal gestrafd worden. Je mag mee. Kan je zien wat er gebeurd." "Waarom blijf je hier niet?" "Ik heb mensen waar ik voor moet zorgen." "Hier ook." Ik keek hem aan. "Ik leer de kinderen vechten. En ik ben de dokter." We hoorde een hoorn. "Shit giftige mist." Ik wou Bellamy meetrekken maar hij bleef staan. "Octavia is daar." "Ze verstopt haar wel." We liepen een grot in.

Nadat de mist weg was ging ik mijn kamp in. Ik keek of mijn messen nog scherp genoeg waren en stak ze terug weg. Ik zag het jongetje dat we een paar dagen geleden vonden bang kijken. "Morgen zijn we weer volledig." Zei ik tegen hem. Ondertussen waren alles strijders al verzameld. Ik ging op een rotsblok staan en begon te roepen. "Morgen zijn we hier weer met ons volk. De mountenmensen sparen we niet. Leven de trikru's!" Iedereen begon te roepen.

The 100 and meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu