1a

108 3 0
                                    

Ik word langzaam wakker en sta op. Ik keek naar de muur vol met spullen. 2 jaar geleden werd ik uit het schip gezet om te kijken of het bewoonbaar was. Dat was mijn straf omdat ik iemand vermoord had. Natuurlijk kreeg ik een polsarmband mee om te kijken of ik nog leefde maar al snel had ik die losgekregen. Ik keek naar mijn pols waar de 2 puntjes een litteken waren geworden. Al snel had ik een ondergrondse bunker gevonden waar eten in blik stond. Helaas was het al jaren over datum. Ik sta op en kleed me aan als ik het plafond zie trillen, mijn lampen beginnen te zwaaien. Even later is het al gedaan. Een aardbeving?

Ik open het luik en zie de jongen weer. Zodra hij weet dat ik hem zag zet hij het op een rennen. Deze keer laat ik hem niet gaan. Ik loop er snel achteraan. Hij zit me al een jaar in de gaten te houden. Maar het belangrijkste is dat ik wil weten van waar hij komt en hoe hij het hier overleefd heeft. Als ik hem uit het oog verloor merk ik dat er een dropschip stond. Hetzelfde als de mijne maar dan 100 keer groter. Het luik ging opeens razendsnel open. Er waren allemaal blikken op mij gericht. Een man met andere kleren dan de rest en gel in zijn haar keek me intens aan. Ik zag dat hij zijn geweer pakte. Ik draaide me om en wou wegrennen tot ik iemand hoorde roepen. Die stem. "Ellen?" Ik draaide me om en keek naar het blonde meisje. Clarke. Ze was een vriendin van mij boven in de ruimte. Ik wil weg gaan maar ze pakt mijn arm vast en trekt me naar haar toe. Ze slaagt haar armen rond me. Ik twijfel maar omhels haar ook. Ik heb zolang met niemand gepraat. "We dachten allemaal dat je dood was toen je armband was gestopt." Zei ze. Het viel me op dat ze ook een armband aanhad. "Doe hem uit." Beveel ik haar. "Waarom?" "Omdat het je kleur niet is. Wat denk je zelf? Ze moeten niet weten dat we hier kunnen overleven." "Maar dan komen ze pas over 100 jaar terug." Zei ze zacht. "Precies dan hebben we hier een goed leven gehad en zijn we al lang dood tegen dat ze hier zijn. Kun je het je voorstellen? Een heel leven zonder regels en cipiers." Ze schudde haar hoofd. "Blijf dan uit mijn buurt. Ik wil niet weer gestraft worden als ze naar hier komen." "Je straf was toch vergeten toen je naar hier kwam?" Vroeg ze zacht. Ik zuchtte. "Clark ze hebben me jaren lang gemarteld tot ik niet meer op mijn eigen benen kon staan. Denk je echt dat ze me vrij gaan laten rond lopen?" Ze antwoordde niet. Ik draaide me om en liep tussen de bomen door zodat ze me niet konden volgen. Toen ik bij de bunker was liet ik me op de grond vallen. De beelden en pijn kwamen terug. Hoe ik met elektriciteit minuten lang werd gemarteld tot ik mijn bewustzijn bijna verloor. Daarna schopt ze me zodat ik weer wakker werd en gingen ze weer voortdoen. Ik hoorde hun erom lachen. Ik voel een hand op mijn schouder. Snel vloer ik de persoon. Ik hoor een pijnlijke kreun uit zijn mond komen. Het was de jongen met de andere kleren en gel in zijn haar. Ik keek beter naar zijn kleren en herkende dan het bewakersuniform. Ik strompelde naar achter als hij rechtstond. "Het is niet wat het lijkt. Ik moest mee voor mijn zus dus deed ik deze kleren aan." Zei hij snel. Ik wil hem geloven omdat ik hem niet herkende en iedere bewaker kwam me martelen voor hun plezier. "Kijk ik wil ook dat die armbanden uitgaan en ze denken dat we dood zijn." Ik keek hem vragend aan. "Ik deed iets ergs wat ze me niet gaan vergeven." Ik weet niet waarop maar ik kreeg het gevoel dat ik hem kon vertrouwen. Ik knikte en keek naar zijn pols. Het was dezelfde armband als ik had. Ik liep de bunker in en haalde een mes. Ik pakte zijn arm vast. Ik voelde een tinteling. "Ik vertel je alleen hoe het moet. Voor de rest trek je je plan en kom je nooit meer naar me toe." Zei ik. Ik zette het mes tussen zijn vel en de armband. Ik toonde hem hoe het moest en de armband schoot los. Ik gooide het op de grond. Ik draaide me op en zonder nog een woord te zeggen liep ik de bunker weer in en sloot de deur.

The 100 and meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu