Jayden opende de deur van zijn kamer. Moeiteloos schoof de toegang open en hij wilde net naar binnen stappen toen Emma hem tegen hield. Eerst had ze het alarm voorspeld, vervolgens hen van ontdekking behoed door hen vlak voordat er ineens een groep soldaten van de Weermacht in de gang verscheen achter een stapel kratten te laten verstoppen. Beide keren was ze gedurende een kort moment catatonisch geweest. Ze vond het niet meer dan logisch dat Jayden op zijn hoede was. Zelf begreep ze het op dit moment ook allemaal nog niet. Ze wist en begreep heel veel niet, maar over andere zaken voelde ze zich ontzettend zeker. Hoe deze tegenstrijdige gevoelens in hetzelfde hoofd rondvlogen begreep ze ook niet.
'Wat is er?' vroeg hij.
'Die soldaten zeiden toch dat iedereen die in zijn kamers was er niet meer uit zou kunnen? Als we hier naar binnen gaan zitten we opgesloten,' opperde ze. Ze was oprecht bezorgd.
'Dat is maar net hoe je het bekijkt,' knipoogde Jayden. 'Vertrouw je mij?'
'Ja, dat wel,' bekende ze. 'En vertrouw je mij?' Ze wilde het weten.
'Zeer zeker niet!' riep hij lachend uit.
'Mooi,' knikte ze tevreden. 'Ik zou mij ernstig zorgen maken als je dat wel deed.'
Om haar eigen bevestiging kracht bij te zetten stapte ze langs Jayden naar binnen. Toen ook Jayden binnen was, nam het beveiligingsprotocol het over en sloot de kamer hermetisch af. Omdat ze het zeker wilde weten drukte Emma een keer op de knop die normaal de deur zou moeten openen. Er gebeurde niets. Vervolgens keek ze om zich heen en nam de kamer in haar op.
De kamer was sober ingericht en wat er wel te zien was, was duidelijk standaard meubilair; precies wat je zou verwachten van een tijdelijke woonruimte zoals deze. Niets had een persoonlijk accent van Jayden, hoewel ze geen idee had hoe zijn persoonlijke accenten eruit zouden zien. Ze wist in ieder geval zeker dat ze er hier geen te zien kreeg. Hier woonde hij niet, hij verbleef hier enkel tijdelijk. De kamer was kil en saai.
'Leuke kamer,' zei ze uiteindelijk. Ze wilde niet liegen, maar hem ook niet beledigen. 'En nu? Het was eigenlijk mijn bedoeling van het station af te komen, bij voorkeur niet onder begeleiding van die soldaten van het Huis.' Het was een van de stellige waarheden die in haar geest rondwaarde; niet in hun handen komen, onder geen enkel beding. Waarom ze dit wist, wist ze zelf niet.
'Die toevallig niets met jou te maken hebben,' voegde Jayden met een sarcastische ondertoon aan haar zin toe.
'Ach, toevallig wel of toevallig niet. Ik hou wel van een beetje mysterie in mijn leven,' schokschouderde ze.
'Behalve als het iets is waar je zelf geen controle over hebt,' grinnikte Jayden, die in de gaten leek te hebben dat ze zich ondanks haar luchtige woorden toch een beetje zorgen begon te maken.
'Ik heb gewoon geen idee hoe jij ons hieruit denkt te krijgen.' Ze liep naar het raam en keek naar buiten. 'Ik neem aan dat dit jouw schip is?'
'Klopt,' bevestigde Jayden terwijl hij zijn spullen bij elkaar scharrelde. 'Ze is al drie generaties in mijn familie. Ze is oud, maar stevig en zo trouw als een hond. Ze heeft mij nog nooit laten stikken.'
Emma keek hem verbaasd aan. 'Je praat zo vol... liefde... over je schip.'
Jayden kwam naast haar staan. 'Ze is mijn thuis. Ik ben er geboren en opgegroeid. Ik heb mijn eerste stapjes erop gedaan. Mijn eerste vliegles. Mijn eerste kus. Mijn eerste keer s...' Hij begon te blozen. 'Laat maar.'
Ze moest lachen. Ze vond hem aandoenlijk als hij zich geneerde. 'Daar mag je mij wel over vertellen als we uit deze penarie zijn.'
'Een heer praat daar niet over,' antwoordde hij.
JE LEEST
De Ogen van de Ziener (betaversie)
Ficção CientíficaVrachtpiloot en handelaar Jayden Aktar botst tijdens een bezoek aan een van zijn favoriete ruimtestations tegen de exotische en uitbundige Emma op. Al snel blijkt ze op de vlucht te zijn voor de machtigste religieuze organisatie van het Melkwegstels...